Recept: Risotto op z’n Piemontees
Risotto op z’n Piemontees
Breng eerst ongeveer 1 liter zelfgemaakte groentebouillon aan de kook. Schil ondertussen 1 ui en hak hem fijn. Smoor hem in een klontje boter (ongeveer 20 gram) in een pan. Voeg hier 250 gram risottorijst, liefst Carnaroli, aan toe en laat die ongeveer 2 minuten karamelliseren. Roer de rijst af en toe met een houten lepel om, zodat hij gelijkmatig bakt zonder aan te branden. Meng de rijst met een half glas droge witte wijn en laat de alcohol verdampen.
Voeg daarna beetje bij beetje de bouillon toe terwijl je de risotto voorzichtig blijft roeren. Doe er telkens een scheutje bouillon bij zodra de rijst droog komt te staan. De rijst moet altijd in een laagje bouillon blijven staan.
Na ongeveer een kwartiertje kun je de rijst proeven, dan moet hij precies gaar zijn. De korrels moeten vrij zacht zijn en niet te droog. Neem de pan van het vuur en breng de rijst op smaak met 4 eetlepels geraspte grana padano en een klontje boter. Goed doorroeren. Laat de risotto een paar minuten rusten en serveer terwijl hij nog goed warm is.
Uit: Eten met Franciscus.