Hoe minuscule planktonpoepjes ons kunnen helpen in de strijd tegen klimaatverandering
De minuscule poepjes van plankton in de oceaan zouden zomaar eens een sterk wapen in de strijd tegen klimaatverandering kunnen zijn. Dat ontdekten Amerikaanse wetenschappers onlangs. Ze gebruikten zoöplankton om koolstofverbindingen op de bodem van de oceaan op te slaan.
De piepkleine zeewezentjes leven in groten getale in de oceaan en ze zijn behoorlijk hongerig. Het is dan ook de grote eetlust van deze organismen die een belangrijke rol kan gaan spelen bij het oplossen van het broeikaseffect, denken onderzoekers.
Kleideeltjes opgegeten door plankton
Voor hun experiment strooiden ze kleipoeder op het wateroppervlak. Organische koolstof bindt zich namelijk aan deze kleideeltjes, die vervolgens worden opgegeten door plankton. De minuscule zeewezentjes migreren dagelijks weer terug naar diepere delen van de oceaan, waar ze de koolstofrijke kleideeltjes weer uitscheiden. Die piepkleine planktonpoepjes zinken uiteindelijk naar de bodem van de oceaan, waar ze koolstof wordt opgeslagen.
Het is een natuurlijk proces van de oceaan om koolstof op te slaan en wordt ook wel de ‘biologische pomp’ genoemd. Het uitstrooien van kleipoeder op het wateroppervlak helpt dit proces een handje, stellen de onderzoekers in vakblad Nature. „Normaal bereikt slechts een klein deel van de koolstof uit de oppervlaktelaag de diepe oceaan voor langdurige opslag”, legt hoofdonderzoeker Mukul Sharma van Dartmouth College uit. „Onze methode gebruikt klei om de biologische pomp efficiënter te maken. Zoöplankton produceert kleirijke poepjes die sneller zinken.”
Koolstofdioxide uit de lucht omgezet in organische koolstofdeeltjes
Het experiment startte dit najaar, op het moment dat de jaarlijkse algengroei ten einde loopt en de algen afsterven. Bij dit proces wordt ieder jaar ongeveer 150 miljard ton koolstofdioxide uit de lucht gehaald en omgezet in organische koolstofdeeltjes. Normaal gesproken worden deze koolstofdeeltjes nadat de algen zijn afgestorven door mariene bacteriën opgegeten en komt de koolstof weer terug in de atmosfeer. Door kleideeltjes over het wateroppervlak te uitstrooien, lukte het de wetenschappers om de koolstofdeeltjes aan de kleipoeder te laten hechten, zodat plankton deze plakkerige ‘klonten’ konden opeten en uitpoepen op de bodem van de oceaan.
De wetenschappers ontdekten dat de kleipoeder de helft van de vrijgekomen koolstof aan zich bond voordat het weer in de lucht terechtkwam. Bovendien nam het aantal plakkerige organische deeltjes in het water met tien keer toe nadat de klei was toegevoegd, terwijl get aantal bacteriën die de koolstof weer terug de atmosfeer in helpen sterk afnam.
Methode op grote schaal testen
Hoewel de eerste resultaten veelbelovend zijn is er nog meer onderzoek nodig om de methode op grote schaal te testen. Wetenschappers zijn van plan om een veldexperiment te doen voor de kust van Zuid-Californië, waarbij ze met een sproeivliegtuig de kleipoeder verspreiden over de algenbloei. Met behulp van sensoren op verschillende dieptes in het water moet vervolgens gemeten worden hoe de verschillende soorten zoöplankton omgaan met de kleiklontjes.
Net als vorig jaar was 2024 een nat jaar: ‘Twee jaar zoveel regen achter elkaar is uniek’