Opgebiecht: ‘Ik verstop mijn nieuwe onlineaankopen voor mijn vriend’
Iedereen heeft weleens een geheim, een leugentje om bestwil, iets wat ze liever niet hardop zeggen. In Metro’s rubriek Opgebiecht durft een Metro-lezer dat toch te doen. Deze week: Lorén (28), die haar online aankopen verstopt voor haar vriend.
„Toegegeven, in de coronatijd sloeg ik een beetje door met het bestellen van spullen. Maar ja, hallo: alles was dicht, er was niks te doen en met die wekelijkse digitale pubquizzen was ik ook wel een beetje klaar. Hoe dan ook: ik kocht steeds vaker online nieuwe dingen. Kandelaars met kaarsen, voor in huis. Een nieuwe jeans, nieuwe schoenen, een winterjas en oh, dat truitje was toch ook wel erg leuk. Mijn vriend en ik werkten allebei thuis en op een bepaald moment kwam er elke dag wel een pakketbezorger langs.
Wéér die deurbel
Mijn vriend – die zuiniger is dan ik – zag het met lede ogen aan. ‘Lorén, heb je dat wel nodig?’, vroeg hij dan aan me. Het was weliswaar mijn eigen geld, maar hij werd knettergek van iedere keer die deurbel en wéér een kledingstuk dat mijn kast vulde. Hij vond het bovendien slecht voor het milieu dat er elke dag een pakketbezorger aan de deur stond. Daar valt natuurlijk wat voor te zeggen, maar aan de andere kant: die bezorgers rijden toch wel rond, of ik nou wel of niet bestel. Wat maakt het nou uit dat ze dan ook aan mijn deur stoppen? En zijn geklaag over mijn uitgavenpatroon? Tja, ik zit verder niet op dure hobby’s – zo doet hij aan duiken – en ik ga weinig uiteten. Dan mag ik mezelf toch ook wel verwennen, toch?
Maar goed, naarmate ik meer bestelde, hoe chagrijniger mijn vriend werd. Op een avond kregen we er echt woorden over, en beet hij me toe dat ik een consumerende veelvraat was. De sfeer was echt om te snijden en in de eerste dagen na die ruzie heb ik ook wel even geminderd, tot ik weer een leuk shirtje voorbij zag komen en het wilde gaan bestellen. Maar ja, wilde ik dan weer ruziemaken met mijn vriend?
Opgebiecht: aankopen onder de pet
Dus hou ik mijn aankopen tegenwoordig onder de pet. Dat is overigens niet zo moeilijk, want tegenwoordig ligt die coronaperiode achter ons en werkt mijn vriend drie van de vijf dagen buiten de deur. Onze thuiswerkdagen komen niet overeen, dus elke keer als ik thuis werk, zorg ik dat mijn spullen dán worden bezorgd. Ik laat kleding vervolgens een paar maanden in de kast liggen en trek het dan een keer aan – of ik trek het aan als mijn vriend weer een dag aan het duiken is, om maar wat te noemen.
Dat doe ik overigens alleen bij kledingstukken die echt opvallen, want mijn vriend kan het ene zwarte truitje echt niet van het andere onderscheiden. Kandelaartjes en andere snuisterijen wissel ik zo nu en dan subtiel om, zodat het lijkt alsof die kandelaar nooit ergens anders heeft gestaan.
Of hij weet dat ik nog steeds zoveel koop? Misschien. Maar hij is er niet meer over begonnen. Misschien staat hij het nu oogluikend toe, omdat ik hem er niet meer mee confronteer? Aan de andere kant: misschien heeft hij het écht niet door, omdat hij zo druk is met zijn werk. Hoe dan ook: opbiechten doe ik het zéker niet. Ik ben een vrij ongecompliceerd persoon, heb gewoon écht geen zin in ruzie thuis. Het verdient geen schoonheidsprijs, maar dan maar zo.”
Vanwege privacy in combinatie met gevoelige onderwerpen zijn de namen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Meer edities van Opgebiecht lees je hier.