Neurowetenschapper hekelt cijfers, toetsen en ‘goed of fout’-aanpak traditioneel onderwijs: ‘Kinderen zien fouten als gevaarlijk’
Neurowetenschapper Solange Denervaud deed onderzoek naar verschillende vormen van onderwijs en de effecten daarvan op het kinderbrein. Kinderen uit traditionele schoolsystemen zijn volgens haar veel angstiger om fouten te maken, door het oordeel dat daaraan vastkleeft. Terwijl kinderen uit het montessorionderwijs niet schrikken van een foutje.
Steeds vaker klinkt er kritiek op de toetscultuur op scholen. En Denervaud dook in de effecten van traditioneel onderwijs en montessorionderwijs. Ze vertelt erover tegen Correspondent-journalist Johannes Visser. Volgens haar bevindingen vermijden kinderen van traditionele scholen het maken van fouten. „Zij zien fouten als gevaarlijk. Terwijl kinderen van montessorischolen dat niet hebben. Voor hen zijn fouten niets meer dan een stukje informatie.”
Onderzoek naar kinderen en onderwijs
De neurowetenschapper deed verschillende onderzoeken om dat te achterhalen. Zo liet ze kinderen rekensommen maken terwijl ze onder een fMRI-scanner lagen. Leerlingen van montessori- en traditionele scholen maakten gemiddeld evenveel opgaven goed. Maar wel waren er verschillen onderling, ze pasten namelijk verschillende strategieën toe.
Volgens Denervaud zag je bij de montessorikinderen veelal de strategie om problemen op te lossen. Terwijl de strategie van kinderen van het traditioneel onderwijs te maken had met de goede antwoorden onthouden.
‘Kinderen in traditioneel onderwijs bang om fouten te maken’
De neurowetenschapper legt uit dat deze kinderen op de lange termijn meer geïnteresseerd zijn in de uitkomst dan in het proces. „Leerlingen die het goede antwoord willen geven, ontwikkelen strategieën om het goede antwoord te geven – afkijken bijvoorbeeld. Op de korte termijn werkt dat misschien, maar op de lange termijn is het niet de beste strategie. Zeker niet in een maatschappij waarin alles voortdurend verandert, en het goede antwoord niet altijd bestaat.”
Beide groepen met kinderen gaven dus evenveel goede antwoorden. Maar de montessorikinderen probeerden veel meer sommen te maken. Terwijl kinderen van traditioneel onderwijs sommen oversloegen waar ze het antwoord niet van wisten. En dat is volgens Denervaud om fouten te vermijden. „Omdat ze er een streng oordeel aan verbinden.”
Montessorikinderen minder bang
Bij weer een ander experiment moesten kinderen een spelletje spelen waarbij kon worden gemeten of zij een fout linkten aan een negatieve ervaring. Volgens de neurowetenschapper doen veel volwassenen dat namelijk. Maar kinderen hebben die negatieve associatie nog niet.
Montessorikinderen hadden dezelfde emotionele reactie. Of ze nu een fout maakte of niet, het was niet goed, maar ook niet slecht. „Gewoon een stukje informatie. Traditionele kinderen bestempelden het juiste antwoord als iets heel goeds.”
Neurowetenschapper: ‘Kinderen spiegelen volwassenen’
Volgens de neurowetenschapper is het linken van een oordeel aan een actie, op de lange termijn niet per se gunstig. Als ze geloven dat het goed is om het goede antwoord te geven, zullen ze ook geloven dat het fout is om het fout te hebben. „En dat observeren we dus bij de meeste volwassenen”, aldus Denervaud.
De neurowetenschapper legt uit dat kinderen van traditioneel onderwijs vaak spiegelen wat een volwassene hen vertelt. „Je geeft het juiste antwoord in de les – en zo niet, dan onthoud je het juiste antwoord voor de toets. Daardoor ontwikkelen leerlingen niet de vaardigheid om zichzelf te corrigeren als er iets fout gaat.”
Geen cijfers en straffen op montessorionderwijs
In tegenstelling tot het montessorionderwijs, waarin kinderen bepaalde didactische materialen gebruiken. „Dat materiaal maakt duidelijk of ze goed op weg zijn of niet – en leerlingen moeten zichzelf corrigeren. Niemand van buitenaf zegt: ‘dat is goed’ of ‘dat is slecht’.”
In de klassen van het montessorionderwijs zitten ook meerdere leeftijden bij elkaar. Ze krijgen geen cijfers, en ook geen straffen en de leerlingen zijn niet elkaars concurrent.
Schaamte om te falen
De neurowetenschapper legt uit dat volwassenen geneigd zijn de ontdekkingstocht van een kind te beïnvloeden, onderbreken of erover te oordelen. Volgens Denervaud moeten kinderen in een veilige omgeving materiaal krijgen om te leren en kunnen zij hun eigen meester zijn. „We moeten erop vertrouwen dat kinderen natuurlijk willen leren wanneer ze de kans krijgen, en dat dat beter werkt dan straffen en belonen.”
Toetsen en cijfers kunnen stress veroorzaken en daarmee komt de veilige leeromgeving onder druk. „En ook wanneer ze bijvoorbeeld schaamte voelen als ze falen. Leerlingen weten dat dondersgoed, dus vermijden ze zulke onveilige situaties waarin ze kunnen falen.”
Oordeel aan cijfers
De neurowetenschapper legt uit dat een cijfer op zich niet per se een probleem is, maar het oordeel dat aan het cijfer kleeft wel. „Je kunt tegen een kind zeggen dat cijfers er gewoon zijn om bijvoorbeeld duidelijk te maken dat je nog even door moet leren om het goed te begrijpen, of dat een cijfer het eindpunt is en dat het kind gefaald heeft als het een onvoldoende haalt. Het is belangrijk welke betekenis we geven aan die cijfers.”
‘Hoe was het op school?’ Volgens deze psychotherapeut kun je beter voor één van deze vragen kiezen