Julia Osendarp
Julia Osendarp Lifestyle 21 sep 2024
Leestijd: 6 minuten

Oma’s die katten eten: Karel had een moeilijke jeugd met geweld en criminaliteit, maar keerde het tij

In iedere klas zitten ten minste vier leerlingen die opgroeien in een onveilige thuissituatie. En een miljoen mensen leven onder de armoedegrens. Als iemand meer over het effect van armoede op een mensenleven kan vertellen, dan is het Karel Spitsbaard (58) wel. Hij schreef het boek Oma’s die katten eten, over zijn onstuimige jeugd met alcohol, geweld, drugs, zijn verkeerde keuzes en het criminele milieu waar hij belandde. En hoe hij zichzelf daarvan los wist te maken.

Als je Karel spreekt, kun je haast niet geloven dat hij ooit zo’n turbulent leven leidde. Hij is tegenwoordig docent Nederlands en gemeenteraadslid in de gemeente Papendrecht. Hij heeft het financieel ‘goed’ en heeft een mooie vrouw, huis en auto, zoals hij dat zelf omschrijft. Maar dat is echt niet altijd zo geweest. „Ik heb veel meegemaakt.” Eerder schreef Metro in Leven op z’n kop ook over heftige of bijzondere levensverhalen. Zoals de zware verslaving van Koen (34), die 7 gram pure coke per dag snoof of Arti (41), die jarenlang misbruikt werd door meerdere familieleden.

Onveilige jeugd

Karel groeit op in een groot gezin dat in armoede leeft. „We sliepen met mijn broers en zussen op een kamer op de betonnen vloer, lakens dienden als gordijnen, er was geen ontbijt, rekeningen werden niet betaald, we hadden weinig kleding en aan verzorging en hygiëne werd weinig aandacht besteed. Ik heb bijvoorbeeld nooit geleerd dat je je tanden moest poetsen. Mijn ouders deden hun best op hun manier.”

Karels vader is alcoholist en er daardoor vindt er thuis regelmatig geweld plaats. „Hij sloeg mijn moeder. Zij hadden een moeilijke relatie. Mijn ouders zijn drie keer gescheiden, maar kwamen steeds weer bij elkaar.”

Karel Spitsbaard over verkeerde keuzes in criminele kringen

Het boek Oma’s die katten eten, waarvan Karel de titel nog uitlegt, gaat niet alleen over hemzelf. „Ik wilde leren begrijpen waarom mijn vader, moeder en grootouders ooit zo waren. Waarom zijn zij zo geworden? Hoe kom je in zo’n situatie terecht? Ik kwam erachter dat mijn vader en oma ook getraumatiseerd waren. Mijn grootouders door de Tweede Wereldoorlog. Mijn oma kwam als vijftienjarig meisje vanuit Suriname naar Nederland in een tijd van discriminatie en oorlog. En mijn vader was een analfabeet met een minderwaardigheidscomplex. Het lijkt er bijna op dat je armoede, en alle ellende die daaraan vasthangt, erft.”

Na zijn middelbare school gaat Karel studeren, maar dat is niet per se eenvoudig als je opgroeit in een onrustige omgeving. „Mijn eerste vrouw kwam uit een criminele familie. Inmiddels zijn al deze mensen overleden, maar de familieleden hadden nogal wat op hun kerfstok. Moord, bolletjes slikken, cocaïnesmokkel, wiethandel en wapens. Mijn schoonmoeder belandde in de vrouwengevangenis nadat ze een bank overviel en mijn schoonzus werkte in de prostitutie.” En ook Karel besluit een aantal onverstandige keuzes te maken. „Ik had een bedrijf waarmee ik fraude pleegde. Ik ben gepakt voor belastingfraude en moest voor de rechter verschijnen. Daarnaast had ik in die tijd een wapen in mijn bezit omdat ik werd bedreigd door een oud-collega. Ik begaf me als 27-jarige jongen nu eenmaal in dat soort kringen.”

Armoede

Maar als Karel dertig is, besluit hij het anders te gaan doen. „Ik begon een nieuw bedrijf en besloot later om opnieuw te gaan studeren.” Maar in dezelfde periode overlijdt ook zijn, dan inmiddels, ex-vrouw. „Mijn eerste vrouw overleed door een alcoholverslaving. Wij waren al gescheiden, maar hebben samen vier kinderen. Achteraf bleek mijn eerste zoon niet mijn biologische zoon te zijn. En daarin herhaalde de geschiedenis zich. Want mijn tweelingzus en ik zijn ook van een andere vader.”

Hij vervolgt: „Eigenlijk belandde ik daarna weer in armoede. Ik was gescheiden, het huis stond op het naam van mijn ex, ik had schulden die ik moest terugbetalen en had vier kinderen. Ik moest rondkomen van 80 euro in de week. Je voelt je depressief, voelt schaamte en je krijgt een minderwaardigheidscomplex.”

Opkrabbelen uit moeilijk verleden

En die titel van het boek, die klinkt luguber. „Mijn boek is bedoeld om je te kunnen verplaatsen in andermans perspectief. Waarom zijn klootzakken toch klootzakken? En waarom maken goede mensen verkeerde keuzes? De titel is gebaseerd op het verhaal van mijn oma uit Suriname. Ze kwam in de Tweede Wereldoorlog naar Den Haag en kreeg dertien kinderen. Mijn witte opa had al drie kinderen bij een andere vrouw. Tijdens de hongerwinter moesten ze katten eten om te overleven. Niemand wil een kat eten, maar overleven is soms een dilemma. Dit boek gaat over hoe je overleeft in moeilijke situaties en hoe je daar ook uit kunt komen.” Op de kaft van het boek staan twee klaprozen. „Die symboliseren mijn tweelingzus en ik. Ze groeien op een moeilijke ondergrond, maar bloeien op eigen kracht en doen het allebei goed.”

Hoe doe je dat, uit zo’n situatie komen? „Veerkracht en opleiding zijn belangrijk. Met een opleiding vergroot je je wereld, waardoor je een onveilige omgeving kunt verlaten. Heb je alleen een vmbo-diploma? Ga verder leren. Ik heb daar nog lang mee gewacht. Ik ben econoom en heb me uiteindelijk laten omscholen tot docent. Maar je kunt ook automonteur, lasser of verzorgende worden. Maak je school af, kies een studierichting, neem een bijbaan en ga op een sportclub. Daar leer je nieuwe mensen kennen en dat opent je ogen.”

Opnieuw beginnen

„Ik zeg vaak tegen mijn leerlingen: ‘Je kunt iedere dag besluiten om het anders te doen. Ook al ben je de grootste crimineel, het maakt niet uit wat je hebt gedaan. Maak excuses en begin opnieuw'”, vertelt de leraar.

Dat geldt ook voor de band tussen Karel en zijn moeder. „Tijdens het schrijven van mijn boek kwamen natuurlijk veel herinneringen bovendrijven en dat viel niet mee. Maar door het schrijven, herstelde ook de band met mijn moeder. Ik realiseerde me: ‘Wauw ma, je had het niet makkelijk’. Onze band was lange tijd niet goed, maar ik heb haar opgebeld en het contact hersteld. We zien elkaar nu iedere week.”

Ongelijkheid

1 op de 5 mensen in Nederland leeft in armoede, legt Karel uit. „Armoede betekent ongelijkheid. Word je geboren in een arm gezin, dat begin je met een achterstand. De overheid moet daar iets aan doen, vind ik. We geven mensen aan de onderkant van de samenleving heel weinig. Tegelijkertijd worden de rijkere Nederlanders steeds rijker. En die kunnen met allerlei belastingtrucjes en subsidieregels heel goedkoop een Tesla rijden. De bedoeling is dat je meer belasting betaalt zodra je meer verdient. Maar het werkt in Nederland andersom. Des te meer je gaat verdienen, hoe minder belasting je betaalt. Die onderkant van de maatschappij heeft al die voordelen niet.”

Karel is, zoals hij dat zelf omschrijft, goed terecht gekomen. Hij is docent, gemeenteraadslid, vader en opa. „Ik relativeer mijn verhaal.” Hij richtte een stichting op voor jongeren met moeilijke situatie. „De gehele opbrengst van mijn boek gaat naar die stichting.

Het boek Oma’s die katten eten is naast te lezen, nu ook te beluisteren als meerstemmig audioboek.

Nog nooit zo weinig tienermoeders in Nederland, deze provincie telt de meeste

Opvoedvraag: ‘Mijn zoon (9) is onzeker in zijn nieuwe klas, hoe help ik hem vrienden maken?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties