Opgebiecht: ‘Mijn man en ik hebben elke avond ruzie’
Iedereen heeft weleens een geheim, een leugentje om bestwil, iets wat ze liever niet hardop zeggen. In Metro’s rubriek Opgebiecht durft een Metro-lezer dat toch te doen. Deze week: Jessie, die eerst een liefdevolle relatie had, maar nu elke avond ruzie heeft met haar man.
„Vijf jaar geleden spotte ik Toby op een dancefeest. Hij zag er woest aantrekkelijk uit, in zijn witte blouse en korte spijkerbroek. We raakten aan de praat, dansten de hele avond, wisselden nummers uit en binnen een paar weken hadden we een relatie. We waren verzot op elkaar, spraken elke week zoveel als mogelijk af. We woonden toen redelijk ver bij elkaar uit de buurt, op twee uur rijden afstand. Elk weekend spendeerden we daarom samen. Het was een fantastische tijd, net een sprookje. Toby droeg me op handen, was superromantisch en kwam elke week wel met een attentie aanzetten; van chocola tot bloemen tot sieraden.
Samenzijn
Zo bleven we ruim tweeënhalf jaar heen en weer pendelen – ook omdat we allebei een baan in onze eigen woonplaats hadden, maar het brak ons op. We wilden bij elkaar zijn, dus besloten we te gaan samenwonen. Toby had al een eigen woning en gezien de woningkrapte was het logisch dat ik mijn huurflatje opzegde bij hem in zou trekken.
Steeds meer aarden
Het sprookje ging verder, nu onder één dak. Ik vond het heerlijk om Toby elke avond te zien. We kookten voor elkaar, hingen samen op de bank en ondernamen leuke dingen. We trouwden zelfs, gaven een groot feest. Dat ik mijn vriendinnen veel minder zag dan voorheen door de afstand, vond ik niet erg – ik was immers samen met de liefde van mijn leven en maakte ook nieuwe contacten, onder andere met de partners van Toby’s vrienden. En ik had een baan dichterbij mijn nieuwe woonplaats gevonden, met leuke collega’s. Zo begon ik steeds meer te aarden.
Sneller geprikkeld
En toen kreeg Toby een nieuwe functie binnen zijn bedrijf. Een stressvolle functie, ineens moest hij een team van twintig man aansturen. Leuk, maar ook pittig. Ik merkte dat aan hem. Hij was vaker afwezig, sneller geprikkeld. Ik weet het aan die nieuwe baan – zo’n functie kan best aanpoten zijn. Ik wilde het tijd geven. Maar het ging van kwaad tot erger. Hij kwam elke avond bloedchagrijnig uit zijn werk.
Snauwen
In het begin bleef het bij mopperen op zijn baan, maar op een gegeven moment richtte hij zijn slechte humeur ook op mij. Hoezeer ik mijn best ook deed, Toby was altijd tegen me aan het snauwen. Dat hij nu een drukke functie had en ik altijd vroeg thuis was, en dus ook best wat meer in het huishouden mocht doen. Ik stond perplex. Na een werkdag wilde ik ook even bijkomen en ja, in het weekend had ik soms ook andere dingen te doen. Dus dan zat schoonmaken er niet altijd in. Bovendien kookte ik elke avond.
Knallende ruzie
Het maakte allemaal niet uit wat ik zei, hij bleef tegen me snauwen. Het is nu zelfs zo erg dat hij bij binnenkomst al begint te foeteren. Dat ik een slechte vrouw ben, dat het leuker was toen ik nog moeite voor hem deed, waarom die schoenen rondslingeren en de vaat niet is opgeruimd. Ja, natuurlijk bijt ik van me af. En dus hebben we elke avond knallende ruzie. Het eindigt met Toby boos op de bank en ik huilend in bed, me afvragend waar dit misging.
Opgebiecht: hij doet neerbuigend
Want dat vraag ik me echt af: wil ik op deze manier nog wel bij hem blijven? Al vind ik weggaan nu ook geen optie, ik heb net mijn hele leven voor hem omgegooid. En misschien is het ook wel uit schaamte, dat ik dan aan anderen moet opbiechten wat de precieze reden is. Een man die zo neerbuigend doet tegenover zijn vrouw, dat is niet meer van deze tijd. En waarom zou ik me dat laten gebeuren? Maar het gebeurt me toch.
Hoop op betere tijden
Dus begin ik elke ochtend met goede moed aan een nieuwe dag, doe alsof er niks gebeurd is en begin opgetogen als ik Toby zie. Meestal is hij dan ook wel afgekoeld en kunnen we elkaar toch gedag zeggen en naar ons werk gaan. Maar ik merk ook dat ik elke avond steeds meer opzie tegen zijn thuiskomst. En vooralsnog helpt deze remedie niet, want onze ruzies blijven aanhouden. Ergens blijf ik de hoop houden dat dit een fase is en het vanzelf goedkomt. Anders weet ik niet hoelang ik nog bij hem blijf.”
Meer edities van Opgebiecht lees je hier.
Vanwege privacy in combinatie met gevoelige onderwerpen zijn de namen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Opgebiecht: ‘Ik ga niet mee op vriendenweekend omdat ik heimwee heb’
Opgebiecht: ‘Ik scan expres niet al mijn boodschappen in de supermarkt’