Raun (26) werd dakloos door verslaving: ‘Auto-ongeluk was een wake-up call’
De woningcrisis treft veel mensen. Het aantal jonge mensen dat dakloos werd, steeg in 2022 met ongeveer 50 procent, volgens het Leger des Heils. Wie zijn deze thuis- en dakloze jongeren, wat is hun verhaal? In deze miniserie gaat Metro op zoek naar de verhalen achter de dakloosheid. In deel 1 doet Raun (26) zijn verhaal. Hij was verslaafd aan harddrugs en alcohol, tot een auto-ongeluk zijn leven op zijn kop zette.
Raun werkte als leidinggevende in een visverwerkingsfabriek en maakte soms werkweken van meer dan 80 uur. Als gevolg van zijn harddrugsgebruik, verloor hij achtereenvolgens zijn relatie, zijn werk en zijn woonruimte en kwam op straat te staan.
Toen hij twaalf was, kwam Raun voor het eerst in aanraking met drugs, en dat smaakte naar meer. Hij ging blowen, om stoer te doen en te voorkomen dat hij werd nog meer werd gepest. Het ging van kwaad tot erger. Toen hij in de hardcore scene belandde, gebruikte hij steeds vaker harddrugs en alcohol.
We spraken als deel van deze miniserie al met programmaleider Willem van Sermondt van Kansfonds, een organisatie die zich op dakloosheid onder jongeren richt. „Wij zeggen: je moet niet eerst al die tussenstappen creëren. Het staat of valt met een eigen woning.”
Auto-ongeluk door rijden onder invloed
Zijn leven kwam abrupt tot stilstand, toen hij op 11 december 2022 zijn auto in de prak reed. „Daarvoor sliep ik al een tijdje in de auto. Het was mijn tweede huis geworden”, vertelt Raun. „Als ik reed, was ik vaker wel dan niet onder invloed. De keren dat ik wel nuchter was, kon ik op één hand tellen.” Dat ging 2,5 jaar lang goed, tot die bewuste avond in december. „Ik ging een avondje stappen, en dacht dat ik wel met de auto terug kon rijden.”
De politie volgde hem, zo bleek later, maar daar kan hij zich niets meer van herinneren. „Ik ben met een snelheid van zo’n tachtig kilometer per uur door de binnenstad gereden en daar uit de bocht gevlogen”, vertelt hij. „Uiteindelijk is mijn auto op het fietspad terechtgekomen, daar nog zo’n 400 meter doorgeschoven en tot stilstand gekomen tegen een stoeprand.”
De auto was aan de achterkant kapot, maar wonder boven wonder was Raun zelf niet gewond. „Ik heb echt een engeltje op mijn schouder gehad, eigenlijk al jaren”, blikt hij terug. De politie was er snel bij om hem te arresteren. „Ik ging mee, ik was in shock, en heel erg van streek. Ik heb gelijk toegegeven dat ik zwaar onder invloed was en harddrugs had gebruikt.”
Uit huis gezet
Ook de bloed- en urinetesten wezen dat uit. „De politieagent had geen behoefte mij naar de gevangenis te sturen”, vervolgt Raun zijn verhaal. „Hij zei: ik hoop dat je wat met je leven doet. Dat auto-ongeluk was echt mijn dieptepunt.” Een vriendin haalde hem op bij het politiebureau. Zijn moeder was woest toen ze hoorde wat er gebeurd was en zette hem het huis uit.
De aanloop naar het auto-ongeluk, kan hij achteraf gezien ook goed verklaren. „In juni verloor ik mijn relatie en werd ik uit huis gezet door mijn ex, in september werd ik ontslagen vanwege middelengebruik en liet iedereen mij vallen, en vervolgens reed ik in december mijn auto in de prak.” Raun klopte aan bij vrienden, en mocht uiteindelijk tijdelijk bij een vriend zijn intrek nemen, die op een kamertje van drie bij drie vierkante meter leefde. „Met z’n tweeën sliepen we op de slaapbank, de kamer was echt heel klein. Ik besefte wel dat ik iets moest doen, maar achter de rug van die vriend om, ging ik verder met drugs regelen.”
Afkickverschijnselen
De dag nadat hij intrek had genomen bij die vriend, belde hij een afkickkliniek. „Ik besefte dat ik hulp nodig had. Het ongeluk was echt een wake-up call. Bovendien wilde ik graag een vader zijn voor mijn kinderen, die inmiddels 5 en 6 jaar oud zijn”, vertelt Raun. De drie dagen die daarop volgden, probeerde hij op eigen houtje te stoppen met het middelengebruik, maar dat viel hem heel zwaar. „Het ging mij niet best af, ik had veel ontwenningsverschijnselen. Toen ik 42 graden koorts had, belde ik de kliniek op. Die adviseerden mij zelfs om weer terug te gaan aan de middelen. Ik moest het echt gaan afbouwen, zeiden ze.”
Dat hij dakloos was en bij een vriend op de bank moest slapen, vond hij vreselijk. „Ik vond het verschrikkelijk dat ik geen eigen woonruimte meer had en ik miste een plek waar ik alleen kon zijn in mijn eigen bubbel. Dat ik mij kon afschermen van de buitenwereld. Ik had nooit rust, tijd of privacy. Je moet altijd alles met iemand delen, en je ligt op een bank. Voor een weekendje is dat geen probleem, maar als dat langer duurt, zorgt dat voor veel onzekerheid”, vertelt Raun.
Zero tolerance beleid
Ruim 2,5 maand verbleef Raun bij zijn vriend. Het lukte hem niet zich aan de voorwaarde houden dat hij niet mocht gebruiken. Daarom werd hij eruit gezet en belde hij in nood zijn andere beste vrienden op, die middenin een verbouwing zaten. „Ik heb ze gevraagd of ik ze mocht helpen verbouwen in ruil voor onderdak. Zo heb ik de wachttijd naar de kliniek overbrugd”, vertelt Raun. Van 6 februari tot 9 maart 2023 verbleef hij bij hen. „Mijn allerbeste vriend heeft mij toen naar de detox gebracht.”
Daar kickte hij af van de drugs en kreeg hij therapie. Na de kliniek meldde hij zich aan voor een ‘safe house’, een vorm van beschermd wonen voor ex-verslaafden, waar hij hulp kreeg bij het re-integreren in de maatschappij. „De regels waren heel streng, er waren urinecontroles en er was een zero tolerance beleid”, vertelt Raun. „Als je één keer de mist in ging, vloog je eruit.” Voor hem was dat een goede stok achter de deur om clean te blijven. Na de tijd in het safe house, zou hij weer op straat komen te staan, vanwege het nijpende woningtekort.
Therapie
„Ik heb veel therapie gehad, waarin ik inzichten heb opgedaan”, vertelt Raun. „In mijn jeugd was ik verslaafd, omdat ik jeugdtrauma’s wilde onderdrukken. Het begon met vapen, maar is omgeslagen naar harddrugs toen ik in de hardcore scene terecht kwam. Ook werkte ik 80 uur per week als leidinggevende in de visverwerking. Door het gebruik kon ik langer doorwerken”, vertelt Raun. „Ik was in feite niet alleen verslaafd aan middelen, maar ook aan werk.”
Zijn verblijf in het safe house duurde ruim tien maanden. Intussen moest hij zelf andere woonruimte vinden, om te voorkomen dat hij op straat zou komen te staan. Zo ver kwam het gelukkig niet. „Via mijn beste vriend ontmoette ik een heel lieve dame. Na lang praten, bleek dat het meer dan een vriendschap was. Inmiddels wonen we drie maanden samen, en dat gaat goed.”
Vooroordelen over dakloosheid en stigma
Nu zet Raun zich in voor het jongerenpanel van jongerenpanel De Derde Kamer, om het stigma dat heerst rondom dakloosheid te doorbreken en mee te denken over structurele oplossingen. „Het probleem is de beeldvorming: bij dakloosheid denken veel mensen aan die man met die kapotte muts, die in een doos slaapt. Dat beeld klopt lang niet altijd. Denk maar eens aan die jongen van 28, die noodgedwongen weer bij zijn ouders woont. Die is in feite ook thuisloos.” Zelf liep hij ook tegen vooroordelen en stigma aan. „Veel mensen vonden dat ik het er zelf naar had gemaakt. ‘Je had eerder hulp moeten zoeken, en niet aan de drugs of drank moeten gaan’, kreeg ik vaak te horen. Ook zeiden mensen. ‘Stop toch met die zooi, en ga werken’.”
Die reacties kwetsten hem, zegt hij. „Aan de andere kant raakte het mij ook, die spiegel die ze mij voorhielden. Ook achteraf nog raakt het mij wat mensen tegen mij zeiden. Als je echt verslaafd bent, kun je daar niet zomaar mee stoppen.” Veel mensen lieten hem vallen, vanwege het middelengebruik. „Nu heb ik maar een paar vrienden, waar ik wel een hechte band mee heb.”
Een biertje drinken
Om een terugval te voorkomen, probeert hij triggers zoveel mogelijk te vermijden. „Als we uiteten gaan, en mijn vriendin zit naast mij een wijntje te drinken, vind ik dat best lastig. Ik heb de kernovertuiging dat ik nooit meer harddrugs moet gebruiken, want daar kan ik niet vanaf blijven. Maar ik hoop dat ik in de toekomst ooit een biertje kan drinken. Ik moet wel realistisch blijven: als het te goed smaakt, en ik de neiging of drang heb om meer te drinken, is dat gevaarlijk.”
Inmiddels is de band met zijn moeder, die hem uit huis zette, hersteld. „Nu heb ik een super goede band met mijn moeder. Zij is heel vergevingsgezind. Wij hebben ook lang om de tafel gezeten samen, en gesprekken gevoerd. Toen ik in het safe house zat, heeft zij elk weekend voor mijn kinderen gezorgd”, vertelt Raun. „Daar ben ik haar heel dankbaar voor.”
Toekomst
De toekomst ziet hij hoopvol tegemoet. „Wat ik heel graag wil, is terug aan het werk gaan, want ik heb meer dan 1,5 jaar stil gezeten. Wel vind ik dat heel spannend”, vervolgt hij. „Ik ben bang dat ik mezelf weer verlies in werk, tot het breekpunt van overspannenheid. Daarom is het belangrijk dat ik gezonde grenzen leer aangeven.” Hij wil het liefst terug naar de visbranche, omdat die wereld voor hem bekend is, hij daar werkervaring in heeft en zijn diploma’s daarvoor heeft behaald.
Ook wil hij zijn ervaringen inzetten om andere jongeren te helpen. „Een van mijn grootste dromen is dat ik uiteindelijk in de jeugdzorg werk. Ik vind dat jongeren op een humane manier geholpen moeten worden. Zoals het nu gaat in de jeugdzorg, is te triest voor woorden. Jongeren worden afgekeurd op het gedrag waarop ze in de eerste instantie zijn aangenomen. Ik mis empathie en humaniteit, menselijkheid. Ik hoop dat ik mijn ervaring kan inzetten om deze jongeren te helpen.”
Dakloosheid onder jongeren groot probleem: ‘Je vertelt niet zomaar dat je dakloos bent’
Ashley was 11 maanden dakloos: ‘Hield niks, niemand meer over’