Opgebiecht: ‘Ik laat mijn baby soms alleen thuis’
Iedereen heeft weleens een geheim, een leugentje om bestwil, iets wat ze liever niet hardop zeggen. In Metro’s rubriek Opgebiecht durft een Metro-lezer dat toch te doen. Deze week: Saar (29), die opbiecht dat ze haar baby alleen thuisliet als ze de hond ging uitlaten.
„Ik hoor het mijn collega nog zeggen. ‘Geniet van je vakantie’, waren zijn woorden voor ik met zwangerschapsverlof ging. En eerlijk: het voelde ook even als een vakantie. De eerste twee weken, althans, toen Jackie nog niet was geboren en ik dagenlang kon lanterfanten op de bank – mijn buik was zo dik dat er letterlijk ook niks anders mogelijk was.
Allerminst vakantie
Maar toen kwam ze, twee weken voor de uitgerekende datum, en overviel er een nieuw soort moeheid, namelijk het zorgen voor een baby. En het was allerminst een vakantie. Natuurlijk hield ik zielsveel van Jackie, maar de gebroken nachten, de hazenslaapjes, de voedingen, het kostte me zóveel energie. Constant was ik met Jackie in de weer, ik had amper tijd om zelf een boterham te eten of mijn tanden te poetsen – ik denk dat de postbezorger me meer dan eens verwilderd de deur heeft zien opendoen.
Daarbij moest mijn lichaam ook nog herstellen van de bevalling, dus hele stukken wandelen zat er niet in. Dat betekende ook dat mijn man onze hond Pip uitliet. Blame it on the hormones, want ik denk dat het Pip geen zier kon schelen, maar ik voelde me soms best schuldig dat ik niet met hem kon wandelen.
Compleet
Dolblij was ik dus toen ik me na een paar maanden eindelijk wat beter begon te voelen en we in het weekend een wat langere gezinswandeling maakten – kind in de kinderwagen, hond aan de riem, het voelde helemaal compleet. Maar goed, dat waren dan de weekenden, doordeweeks moest Pip er natuurlijk ook uit. Mijn vriend werkte alweer volledig, ik zat nog in mijn verloftijd, dus dan nam ik Jackie mee in de draagzak en liep ik een klein ommetje om onze flat.
Maar wat vond ik dat gedóe! Zeker toen de wintermaanden aanbraken en ik Jackie in ongeveer zes lagen kleding moest proppen. Romper, vestje, jasje, muts, handschoenen, sloffen, om haar vervolgens weer uit te kleden omdat ze had gepoept en een schone luier nodig had. En intussen óók nog een kwispelende Pip om me heen die niet kon wachten om naar buiten te gaan – letterlijk, ik heb de vloer weleens moeten dweilen omdat ik te laat was.
Opgebiecht: baby in de wipstoel
Op een gegeven moment was ik er helemaal klaar mee. Het was een vrijdagochtend, Jackie was een maand of vier, het sneeuwde buiten en ik had zó geen zin in dat hele aankleedcircus, dat ik besloot: ik laat Jackie wel thuis. Ik zette haar in de wipstoel voor de Teletubbies, lijnde Pip snel aan, schoot in de lift en deed een kort rondje buiten. Het zweet brak me uit toen ik buiten stond – ondanks de sneeuw, dus ik wist niet hoe snel ik weer boven moest zijn. En Jackie? Die zat rustig in de wipstoel naar de Teletubbies te kijken. Een zucht van verlichting ging door me heen, dit was goed gekomen.
En eigenlijk vond ik het wel makkelijk. Dus besloot ik het vaker te doen. Ik en Pip even eruit, Jackie voor de buis in haar wipstoeltje, een soort digitale oppas. Alleen op de dagen dat het écht niet anders kon en Pip ook niet langer met haar behoefte kon wachten. ‘Heb je nog lekker gewandeld met z’n allen?’, vroeg mijn vriend steevast als hij na een dag werken weer thuiskwam. Ik durfde het hem gewoon niet op te biechten. Hij zou het vast afkeuren, zeggen dat ik niet zo moet zeuren en Jackie gewoon moest aankleden en meenemen. Gelukkig wonen we dus in een flat en is er weinig burencontact, wat betekent dat je vrij anoniem door het leven kunt.
Nooit écht opbiechten
Ik heb Jackie zeker tot een maand of acht in haar wipstoeltje voor de tv gezet, dus tot voor kort nog. Nu ze steeds meer gaat tijgeren en kruipen, kan dat eigenlijk niet meer. Maar: het hoéft nu ook niet meer, want het is minder gedoe om haar aan te kleden én het weer is stukken beter om haar lekker mee te nemen voor een lange wandeling, samen met Pip. Nu kan ik daar ook oprecht van genieten. Toch heb ik het wipstoelverhaal nog steeds niet opgebiecht. Dat ga ik ook never nooit doen; men zou me maar een slechte moeder vinden.”
Vanwege privacy in combinatie met gevoelige onderwerpen zijn de namen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.