Opgebiecht: ‘Ik gooi stiekem bladeren in de tuin van mijn buurman’
Iedereen heeft weleens een geheim, een leugentje om bestwil, iets wat ze liever niet hardop zeggen. In Metro’s rubriek Opgebiecht durft een Metro-lezer dat toch te doen. Deze week: Jens (42), die opbiecht dat hij zijn buurman pest door stiekem bladeren in zijn tuin te gooien.
„Danny is zo’n type waar je enerzijds prima een gesprek mee kunt voeren in de kroeg, terwijl je anderzijds denkt: blij dat ik er niet naast woon. Harde stem, lompe mening, veel grootspraak. Je raadt het al: Danny is mijn buurman. Drie jaar geleden kwam hij naast ons wonen, samen met vrouw, zoon en Jack Russell. Al bij de eerste handdruk wist ik: wij hebben geen klik. Voor de lieve vrede deed ik natuurlijk wel amicaal mee. We nodigden ze zelfs een keer uit voor een barbecue, maar het gevoel van geen klik hebben, werd niet minder.
Herrie uit de tuin
Ook Danny nodigde ons uit voor een borrel in zijn tuin, waarbij hij opzichtig zijn nieuwe mancave liet zien – met ingebouwde bar en al. Het feit dat hij tijdens de zomermaanden nogal luidruchtig gebruikmaakte van die mancave, nam ik in eerste instantie op de koop toe. Maar toen er voor de derde avond die week geschaterlach uit de tuin kwam, inclusief schalkse muziek uit de speakers, was voor mij de maat vol.
Danny werkt in ploegendiensten en is overdag vaak vrij. Ik heb daarentegen een kantoorbaan en word elke ochtend om negen uur verwacht – daarbij werk ik vaak in de avonden door. Dus toen ik voor de zoveelste keer naar de herrie van Danny luisterde, was voor mij de maat vol. Ik vroeg alleraardigst of het wellicht wat zachter kon, omdat ik probeerde te slapen.
Hij reageerde een beetje spottend ‘zo buurman, gaan we moeilijk doen?’, maar zette de boel uiteindelijk wat zachter. Twee avonden later begon het riedeltje van voren af aan. Al was hij wel wat bozer toen ik opnieuw aanbelde. ‘We moeten elkaar wel wat gunnen, toch?’, was zijn reactie. Ik liet het maar even begaan.
Bladeren opvegen
Hoewel dit de twee enige ‘voorvallen’ zijn geweest, bleek het voor Danny een aanleiding om mij continu te wijzen op bepaalde dingen. Het begon subtiel, door te vragen of ik iets kon doen aan het klepje van onze afzuigkap – dat tikt nogal hard als hij aan staat. Maar het ging van kwaad tot erger. Volgens Danny stonden onze kliko’s op de verkeerde plek, want ze staan in zijn zicht als hij door het keukenraam keek.
En waar zijn tuin volledig bestraat is en er wat kunstplanten staan, is onze tuin bezaaid met planten, bomen en gras. Maar ja, bladeren laten zich niet tegenhouden door een erfgrens. Dus het komt weleens voor dat de wind wat bladeren in de tuin van Danny blaast. Stuurde hij daar ineens een appje over. Dat hij de hele tijd aan het vegen was, en dat ik die bladeren moest opruimen. Onzin, vind ik, want er zijn meer bomen in onze straat, maar hij stond erop dat ik de bladeren kwam opvegen. ‘Zo houden we het netjes, buurman’, zei hij na afloop. Het voelde zó vernederend.
Opgebiecht: bladeren in de tuin van buurman
Op dat moment knapte er iets in mij. Let wel, ik heb geen zin in Rijdende Rechter-toestanden, en Danny is het type waarmee je geen bonje wil. Maar de sfeer is zodanig bekoeld dat ik ook geen moeite doe om aardig te doen. Dus doe ik niet meer aan small talk als ik Danny tegenkom, een kort knikje kan er nog net vanaf. Als er iets scheelt, sturen we een kortaf berichtje naar elkaar. Intussen vreet het toch aan me als ik Danny weer hoor bulderen in zijn tuin, of als – ik noem maar wat – hun hond urenlang aan het blaffen is.
Dus heb ik laatst iets gedaan uit pure frustratie. Omdat Danny altijd zo zeurt over die bladeren, heb ik dit jaar alles tijdig opgeruimd in de tuin met de bladzuiger. Echt, onze tuin is brándschoon, je kunt er niks van zeggen. Wel heb ik een paar zakken in mijn schuur bewaard. En af en toe, als het donker is, pak ik een hand met blaadjes en gooi ik die over de schutting, zo in de tuin van Danny. Na de eerste keer kreeg ik al vrij snel een appje, maar ik stuurde een foto van onze tuin terug met de boodschap dat het niet van mij kwam, omdat ik juist alles opgeruimd had. Ha, daarna hoorde ik niks meer, hij kon er immers niks tegenin brengen.
Genoegdoening
En nu? Nu gooi ik een paar keer per maand een handje bladeren in zijn tuin, met name op de momenten dat ik me zelf mateloos aan Danny stoor. Ik weet het ja, het is súper kinderachtig. Maar tegelijkertijd geeft het me genoegdoening. Omdat ik weet hoe hij over de flos gaat van die drie blaadjes in zijn tuin – echt, waar máák je je druk om. Het is simpelweg een beetje wraak, omdat ik hem gewoon niet kan uitstaan. Ik heb het aan niemand anders opgebiecht, omdat ik me er wel een beetje voor schaam. Maar goed, over een paar weken zijn die zakken in de schuur ook leeg – en heb ik mijn lolletje weer gehad.”
Vanwege privacy in combinatie met gevoelige onderwerpen zijn de namen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Opgebiecht: ‘Ik neem stiekem vrij als mijn kinderen op de crèche zitten’
Opgebiecht: ‘Ik kan de problemen van mijn beste vriendin niet meer aanhoren’