Leven op z’n kop: Hayeda vluchtte als 12-jarig meisje uit oorlogsgebied en klom omhoog
In onze rubriek Leven op z’n kop gaan we in gesprek met mensen die iets hebben meegemaakt wat de koers van hun leven drastisch veranderde. Een tragisch ongeluk, afkicken van een verslaving of het verlies van een kind. Deze week: Hayeda, die als jong meisje uit Afghanistan vluchtte.
Naam: Hayeda
Leeftijd: 35
Gebeurtenis: toen ze 12 was, vluchtte ze met haar moeder, zus en broertje uit Afghanistan
Motto: geniet van de dag
Leven op z’n kop: Hayeda groeide op in Afghanistan
Hayeda’s allervroegste herinneringen zijn vervuild door oorlog en onrust in Afghanistan, waar zij geboren is. Twee liefhebbende ouders, een zus en twee broers, maar continu angst. „Als mijn moeder naar buiten ging, dacht ik: ze komt nooit meer terug. We leefden echt in angst, met om de haverklap een raketinslag”, vertelt ze via de telefoon. Ze woonden een tijd in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan. Toen het gezin naar Herat verhuisde, keerde de rust enigszins terug.
„Het ging een jaartje goed daar, we mochten zelfs naar school. Ik was op dat moment elf en dat was voor het eerst dat ik dacht: het is rustig, we kunnen leven. Toen kwamen de Taliban aan de macht.” Op dat moment ging het van kwaad tot erger: „Je mocht niet naar school, je mocht geen tv kijken, je mocht niet eens boeken lezen. Mijn moeder is lerares geweest, dus wij groeiden op met boeken en onderwijs. Opeens was dat weg, maar zij wilde wel dat wij ook zouden leren, dus gaf ze ons en een paar andere kinderen uit de buurt stiekem thuis les.”
Maar dat blijft niet onontdekt: de Taliban komen erachter en Hayeda’s moeder moet tijdelijk de gevangenis in. Ze wordt uiteindelijk opgepakt bij een demonstratie. Toen zij uit de gevangenis kwam, was de knoop doorgehakt. Het gezin zou vluchten uit Afghanistan.
Gevlucht onder leiding van mensensmokkelaars
„We hebben mijn vader en één van mijn broers achtergelaten en zijn gevlucht, onder leiding van mensensmokkelaars”, vertelt Hayeda. Haar vader en broer konden niet mee omdat zo’n ‘reis’ naar het buitenland enorm duur was (en is). Daarbij hadden de vrouwen in de familie prioriteit om weg te komen, omdat het voor hen in Afghanistan nóg onveiliger was dan voor de mannen. „In ongeveer anderhalf jaar tijd hebben we, veelal te voet en soms met de trein of de bus, naar Nederland gereisd, via Rusland, Oekraïne en Polen.”
„Eén ding blijft altijd bij me en dat is het gevoel van angst, ook nu nog. Ik heb altijd het idee dat dingen me zomaar afgenomen kunnen worden, alsof alles altijd onzeker is.” Wel is ze haar ouders voor altijd dankbaar, en vooral haar moeder, die samen met haar zus en zo’n zeven kinderen de gevaarlijke reis ondernam. „Als ik nu terugdenk aan wat zij hebben moeten meemaken… Ik heb alle respect voor ze, ze hebben echt alles voor ons achtergelaten. Ik heb niet één babyfoto van vroeger, we hebben huisdieren achter moeten laten. Allemaal omdat onze ouders een betere toekomst wilden voor ons.”
‘Je bent alleen maar aan het overleven’
Uiteindelijk is Hayeda dertien jaar oud als ze in het veilige Nederland aankomt. Die leeftijd is al moeilijk genoeg en dan heb je ook nog eens huis en haard moeten achterlaten én je spreekt de taal niet. „Je bent onzeker over alles, financieel heb je het niet breed, en je moet snel de taal leren, anders kun je helemaal niks”, vertelt ze. Op het leren van de taal stond een flinke druk, het is niet zeldzaam dat kinderen van vluchtelingen als tolk fungeren voor hun ouders. „Op zo’n moment ben je alleen maar aan het overleven”, vertelt Hayeda over die eerste tijd in Nederland.
En die overlevingsstand, daar komt ze in de jaren daarna ook niet uit. „Je staat niet stil bij hoe lastig iets misschien is. Je wil gewoon door, je wil leren, de taal kennen, je wil werken om een bijdrage te kunnen leveren. En het doel waarvoor we hier kwamen: naar school gaan, het beste eruit halen. Het enige wat je denkt is: doorgaan, doorgaan, doorgaan.”
De asielzoekerskwestie is veelbesproken in ons land. Daar komen vaak harde meningen aan te pas en discriminerende uitingen. Hayeda herinnert zich dat toen zij in Nederland aankwam, dat minder was. „Ik denk dat het nu veel erger is”, merkt ze op. „Het wordt veel meer onder de aandacht gebracht, ook door social media. Maar dat is ook deels de reden dat ik zo’n drive heb om er het beste van te maken. Mijn ouders hebben alles achtergelaten om ons een betere toekomst te kunnen geven. Ik wil daardoor niks laten liggen en er alles uit halen.”
Gezinshereniging vanuit Afghanistan
Via gezinshereniging komen Hayeda’s vader en broer zo’n anderhalf jaar later ook naar Nederland. „Het was heel gek toen ik mijn vader voor het eerst weer zag, alsof ik hem niet meer herkende”, herinnert ze zich. Voor haar vader was het lastig om zich aan te passen in Nederland. „Hij belandde in een depressie”, zegt Hayeda. „Hij had geen vrienden, geen werk, hij sprak de taal niet, dat was niks voor hem. Maar uiteindelijk heeft hij zich noodgedwongen wel aangepast en is hij ook gelukkig geworden hier.”
En het is misschien een gekke vraag, maar ik vraag me af of ze Afghanistan, afgezien van de oorlog en het geweld uiteraard, weleens mist. Hayeda: „Ik zou daar niet willen wonen, maar ik mis het wel. Als ik het soms op tv zie, de goede delen, ja, het is toch je land. Ik zou graag eens terug willen en mijn dochters laten zien waar ik vandaan kom. Dat is lang mijn leven geweest en zij hebben er geen idee van. Het zijn wel mijn wortels en dat betekent ook veel.”
Wortelen in Nederland
Uiteindelijk lukt het wortelen in Nederland ook meer dan aardig. Hayeda krijgt vmbo-advies, maar werkt hard en haalt uiteindelijk haar havo-diploma. Daarna studeert ze aan de Hogeschool van Amsterdam en begint ze met werken op de Zuidas, bij ABN AMRO.
„Maar er miste iets”, vertelt ze. „Uiteindelijk heb ik mijn eigen bedrijf in de beautywereld gestart, Face Factory, nu ben ik twee locaties verder. Ik begon in de make-up, maar dat was niets voor mij, nu doe ik permanente make-up op een natuurlijke manier. Het is voor mij belangrijk dat de vrouwen die bij ons binnen komen, ook weer als zichzelf naar buiten gaan, maar met iets extra’s.”
‘Het onderste uit de kan halen’, om haar ouders trots te maken, is iets wat Hayeda in haar leven duidelijk heeft nagestreefd. Als ik haar vraag of ze denkt dat haar ouders trots zijn, is ze zeker van haar zaak: „Absoluut. Dat stralen ze enorm uit. We zijn met z’n vieren thuis en we zijn alle vier heel goed terecht gekomen. Hoogopgeleid, drie van ons hebben een eigen onderneming, één van mijn broers is een succesvolle advocaat. Maar voor mij is dit niet het eindstation: ik wil nog verder groeien en met Face Factory ook een academie opzetten.”
‘Geniet van de dag’
Uiteindelijk heeft het vluchten uit Afghanistan – en het leven in een oorlogsgebied – ervoor gezorgd dat Hayeda altijd een stukje angst met zich meedraagt. „Dat zal altijd in mij blijven”, vertelt ze. „Het kan zo zijn dat alles zo voorbij is, dat het je wordt afgenomen. Dat denk ik soms nog steeds. Als ik nu ook kijk naar wat er in Oekraïne en Gaza gebeurt… Het veilige gevoel dat veel mensen hebben, is niet vanzelfsprekend.”
Daarom is Hayeda’s levensmotto ook snel duidelijk: geniet van de dag. „Veel mensen maken plannen voor over tien jaar, maar wie weet of je er dan nog bent? Het kan allemaal morgen over zijn. En ik moet zeggen: het lukt mij steeds vaker, genieten van de dag.”
Leven op z’n kop: ‘Mensen van buitenaf maken het lastiger dan het is’
Leven op z’n kop: ‘Die ochtend was alles plotseling stil: het leger had de macht overgenomen’