Leven op z’n kop: ‘Onze turntrainer zat naakt bij ons in de sauna’
In onze rubriek Leven op z’n kop gaan we in gesprek met mensen die iets hebben meegemaakt wat de koers van hun leven drastisch veranderde. Een tragisch ongeluk, afkicken van een verslaving of het verlies van een kind. Deze week: Kim (41), die als jong meisje op hoog niveau turnde en mishandeld werd door haar trainers.
Naam: Kim
Leeftijd: 41
Gebeurtenis: in haar jeugd is ze fysiek en emotioneel mishandeld door haar turntrainers, iets dat ze nu pas kan verwerken
Leven op z’n kop: Kim werd als jonge turnster mishandeld door haar trainers
„Ik heb altijd maar gedacht dat het erbij hoorde”, begint Kim via de telefoon het verhaal over de mishandelingen in haar jeugd. Ze turnde als jong meisje, vanaf dat ze een jaar of zes was, namelijk op hoog niveau. Maar het leven als topsporter in training ging alles behalve over rozen. „Geschreeuw was standaard in de turnhal”, herinnert ze zich. En het blijft niet alleen bij geschreeuw. „De sfeer in de zaal was altijd gespannen. Ik was altijd bang om iets verkeerd te doen, want dan werd er geschreeuwd of ik werd gekleineerd.”
Samen met haar zusje van twee jaar jonger begint Kim met turnen, maar al snel maakt iemand de opmerking dat ze echt talent hebben en op een hoger niveau mee kunnen komen. Hun ouders gingen daar met de beste bedoelingen in mee. „Maar zo heeft dat helaas niet uitgepakt”. In het begin mogen Kims ouders namelijk nog kijken tijdens het turnen, maar na een tijdje stopt dat. Kim: „Dat zou afleiden, zeiden de trainers dan. ‘Het hoort erbij, het is hard werken.’ En dat klopt, vanaf het moment dat we daar begonnen, was het gelijk enorm hard werken. We trainden meerdere keren per week, en op een gegeven moment is je leven school en turnen. Alles stond in het teken van turnen.”
Zelfs wanneer Kim niet turnt, maar bijvoorbeeld buiten speelt met andere kinderen, is het oppassen geblazen. „Ik kon me niet bezeren of een blessure oplopen. Als ik een training miste, wat niet vaak gebeurde, gebruikten de trainers dat tegen je. ‘Ja, dat krijg je ervan als je niet komt’, zei hij dan als het even wat minder ging. De sfeer was over het algemeen gewoon heel negatief.”
‘Ze zeiden dat het normaal was, dat dit erbij hoorde’
Zo gaat het jaren door: keihard werken tijdens de training, met twee volwassen mannen als trainers, aan wiens grillen je bent overgeleverd. Kim: „Mensen zeggen heel vaak ‘en je ouders dan?’, maar zij werden er ook in meegenomen. De trainers prentten ons en hen in dat dit normaal was. Dat je hard moest werken als je ergens wilde komen. Maar dat ze zo hardhandig met ons omgingen, dat wisten ze toen niet.”
Zo beschrijft ze de trainingen als heel zwaar. Het gaat dan om moeilijke, risicovolle oefeningen en veel zware krachttrainingen. Tussen haar en de andere turnsters was er ‘geen connectie’. Ze praatten amper met elkaar, de lol van het turnen ging voor Kim volledig verloren. „Je was eigenlijk alleen maar aan het turnen en het presteren. En de trainers pikten de meiden die het goed deden er bewust uit. Hen prezen ze heel erg. Ik was bijvoorbeeld minder goed dan mijn zusje en daar legden ze heel erg de nadruk op. Ze gebruikten het als een soort machtsmiddel. Wij werden in die zin ook een beetje tegen elkaar opgezet. Die uitwerking had het in ieder geval wel bij mij. We praatten niet samen over wat we meemaakten in de turnhal. Hoewel we er nu weleens over praten, vinden we dat nog steeds erg lastig.”
Kim: „Je trainers zijn natuurlijk volwassenen. Dus je denkt bij alles ‘zij zullen het wel weten’. Je durft ook niet tegen ze in te gaan. Een voorbeeld is bijvoorbeeld het stretchen. Vroeger werd heel vaak benoemd dat bijvoorbeeld turnsters in China helemaal uit elkaar getrokken werden tijdens het stretchen, bij wijze van spreken. Later in mijn leven zei iemand daar iets over, en toen dacht ik ‘dat is hier ook gewoon zo’. Mensen staan daar gewoon niet bij stil, dat dat bij ons ook zo was.”
Zo herinnert ze zich hoe het bij haar ging vroeger: „Je volwassen trainer gaat bovenop je zitten en duwt je benen naar je toe, in een soort spagaat. Alleen al het feit dat zo’n man bovenop je gaat zitten, dat is echt heftig. Je bent bang voor zo iemand. We moesten op een gegeven moment zelf ‘stop’ zeggen. Maar dan zei je stop en dan duwden ze nog door.”
Angstcultuur
Als jong meisje ervaart Kim dus al een angstcultuur. Twee volwassen trainers die meisjes in de leeftijd van 7 tot 12 tot het uiterste pushen, terwijl het nog maar de vraag is of de meisjes zelf de top wel wílden bereiken. „Je durft helemaal niks meer te zeggen”, vertelt Kim. „En als je wel iets zegt, gaan ze over je grenzen heen. Als ik pijn had of een blessure, zeiden ze dat we ons niet moesten aanstellen. ‘Je hebt helemaal geen pijn’. Dus eigenlijk bepaalden zij al vanaf het begin constant mijn grenzen, of ik bepaalde oefeningen wel of niet zou durven. Ik vond de oefeningen soms best wel eng, want het is ook een risicosport. Maar dan moest ik net zo lang blijven staan, totdat ik de oefening deed. Anders werden ze kwaad, kreeg ik negatief commentaar of speelden ze het uit tussen de andere turnsters.”
Dit alles heeft geleid tot een verminderd gevoel van eigenwaarde. Ook beschrijft ze dat ze niet heeft geleerd dat zij ergens iets van mag vinden, of dat zij iets mag inbrengen. „Er werd constant gezegd dat dit normaal is, dat dit erbij hoort. Ik voelde wel aan dat dat niet zo was, maar ze praten zo op je in, dat je ook aan jezelf twijfelt.”
Nog zo’n moment waarop Kim voelt dat het niet goed zit, maar de volwassenen om haar heen het lieten lijken alsof de situatie normaal is, speelt zich af bij de sauna van één van haar trainers. „Hij had een sauna daar mochten we komen zwemmen. Maar onze andere trainer zat er ook bij, net als een aantal andere mannen, en die zaten dan naakt bij ons in de sauna. Of ze speelden met ons en gooiden ons in het zwembad, bijvoorbeeld. Dat is super raar als kind. Dan zit je in een sauna, als 10-jarig kind, met allemaal volwassen, naakte mannen die je niet kent. Ze deden alsof het normaal was en wij als jonge meisjes wisten ook niet goed wat goed en fout was.”
Seksueel misbruik
Als Kim 12 is, wordt één van de trainers opgepakt voor seksueel misbruik met een turnster van zijn oude club. „Mijn moeder vroeg mij of mij dat ook was overkomen, maar ik dacht alleen maar ‘wat dan, wat is dat?’ Ik had geen idee. Ik vond het allemaal niet fijn, maar wat is seksueel misbruik? Uiteindelijk bleek dat mijn zusje wel seksueel is misbruikt door onze trainer. Toen dat naar buiten kwam, was ze 10. Hij had haar ook verteld dat ze het aan niemand mocht vertellen, dus toen instanties aan haar vroegen of ze hulp wilde, wist ze het ook allemaal niet. Ik moet ook zeggen dat wij daar echt heel weinig hulp in hebben gehad. Als ik er nu naar kijk, vind ik dat echt wel gek.”
Het onderzoek richtte zich vooral op de trainer die het misbruik had gepleegd. „Maar misbruik stond hier niet op zichzelf.” Kim zegt dat er juist gekeken moet worden naar de context waarin dat misbruik kon plaatsvinden. De cultuur waarin macht en presteren de boventoon voerde. „En de veroordeelde trainer kon in een ander land gewoon weer aan de slag als trainer. Natuurlijk kan iemand veranderen, maar wie zegt dat dat zo is?”
Zo beschrijft ze dat de trainer die haar zusje seksueel had misbruikt, een tijd later bij hun vader kwam te werken. Ook bleef hij naar de turnhal komen om hen te zien turnen. „Dat is enorm confronterend. En de trainer met de sauna, die bleef ons trainen. Dus de onveiligheid bleef, net als de overlevingsstand waar we in zaten. Daar kwamen we niet uit, dat begint nu pas een beetje te komen. Mensen vragen soms ook ‘waarom kom je er nu pas mee?’ Ik heb zo lang gedacht dat dit erbij hoorde, dat het normaal was. Ik kan best verdrietig worden als ik zulke reacties lees. Mensen hebben echt totaal geen idee wat het inhoudt.”
Misstanden in de turnwereld
„Om dingen te verwerken, visualiseer ik ze, dat doe ik nu met mijn boek”, vertelt Kim over haar project. Ze is ontwerper en maakt illustraties om haar verhaal in beeld te brengen. „Het gaat nu om volwassen vrouwen die met hun verhaal naar buiten komen, maar mensen kunnen zich niet voorstellen dat wij geen volwassen vrouwen waren. Wij waren kinderen, van 8, 10, of 12 jaar. Daarom vind ik het zo belangrijk om het in beeld te brengen.”
Ook een stap in haar eigen verwerkingsproces was een melding maken van de mishandelingen. Het is niet Kims doel om de trainers terecht te stellen, maar ze heeft wel een melding gemaakt bij het tuchtcollege. „Ik heb geen idee waar zij nu zijn en ik wil niet dat dit iemand anders overkomt. Daarnaast wilde ik laten zien dat het probleem breder is dan in eerste instantie werd gedacht. Dit gebeurde niet alleen in de topsport, of bij maar een paar mensen. Ik vond het belangrijk, ook voor een soort erkenning naar mezelf, om het wel te melden. Maar het traject was heel traumatiserend. Om het allemaal weer opnieuw te beleven… Ook hoe het traject werd georganiseerd: weinig empathie, veel juridische taal en een melding die na anderhalf jaar werd geseponeerd om niet-inhoudelijke redenen. Als ik dat toen had geweten, had ik het niet gedaan.”
Het échte verwerken begint pas in 2020. Marco Knippen, sport- en onderzoeksjournalist van het Noord-Hollands Dagblad, geeft volgens Kim mishandelde turnsters een stem. Maar in een specifiek artikel geeft hij ook een trainer een stem. Hij erkende in dat artikel dat hij over de schreef was gegaan. Kim: „Hij vertelde zijn verhaal vanuit zijn perspectief. Ik herkende deels wat hij vertelde van wat ik van hem had gezien in de turnhal. Naar mijn mening gebeurde er nog veel meer, maar ik ben niet door hem getraind. Hij had een zelfde soort machtsverhouding met zijn turnsters als mijn trainers hadden. Hij was hardhandig, streng en schreeuwde veel naar zijn turnsters. En als je de verhalen leest die zijn turnsters later hebben gedeeld, dan weet je dat er nog veel meer gebeurde.”
„Dat hij toegaf dat hij fout zat, voelde als een soort bevestiging. En dat had ik ergens wel nodig. Een bevestiging dat ik het toch goed had aangevoeld. Ik vind het heel naar dat ik dat nodig had, want ik wist zelf wel dat het niet oké was. Maar toch… De reacties die op dat verhaal kwamen, hielpen ook.”
Overlevingsstand na mishandelingen
In haar jeugd erkent Kim het misbruik en de mishandelingen niet, maar blijft ze in de overlevingsstand. Ze heeft een eetstoornis gehad en had angst- en depressieklachten. „Ik had een totaal vertekend zelfbeeld, ik was heel onzeker. Mijn tienerjaren waren heel moeilijk. Maar ook dat deel je niet, want je hebt dat niet geleerd, dat dat soort dingen bij het leven horen en dat je dat kunt delen. Dat kwam echt later pas.”
Door zowel ‘praattherapie’ als lichaamsgerichte therapie leert Kim weer de connectie tussen hoofd en lichaam te herstellen. Toen ze daarmee startte, begon ze ook dingen van zich af te tekenen. „Eigenlijk voelde het tekenen als een soort derde therapie”, vertelt ze. „Ik deed het om grip te krijgen op alles wat er speelde en de emoties en gevoelens die naar buiten kwamen. Ik gebruikte de beelden soms om afstand te creeëren door er als ontwerper naar te kijken. Hoe is de compositie, zijn de kleuren in balans, klopt de typografie? Maar ook om dat wat ik mee had gemaakt tot me door te laten dringen. Als ik naar de beelden keek, kon ik er niet meer omheen.”
‘Ik kan trots zijn op mezelf’
„Vaak vragen mensen toch wel waarom we niks zeiden, ook richting mijn ouders. ‘Hoezo zagen ze dat niet?’ Maar er speelt zoveel meer. Ik ben ook een omstander geweest, voor mijn zusje. Wij gingen weleens logeren bij de trainer die haar seksueel misbruikte, als we een wedstrijd hadden die ver weg was. Daar vond het seksueel misbruik plaats. Ik kon dat niet weten, ik was er niet bij, maar ik dacht toch dat ik haar had moeten beschermen. Het is m’n kleine zusje. Daar heeft heel veel pijn gezeten.”
Na de vraag of ze het haar ouders ergens kwalijk neemt, twijfelt Kim. „Ik vind dat heel erg lastig. Aan de ene kant neem ik het ze niet kwalijk, omdat ik ook weet hoe zij daar helemaal in meegenomen werden door de trainers. En ik vertelde thuis niet over de nare dingen die er gebeurden, maar ik vraag me af of ze het hadden kunnen zien aan mij. Als ik nu naar mijn kinderen kijk, op het moment dat zij zich niet prettig voelen, dan zie ik dat. Dan vraag ik ernaar. Dat was een beetje een ander soort wereld denk ik, en mijn ouders hadden vijf kinderen. Ik heb er twee, dat is ook weer anders. Ik kan daar niet echt over oordelen, omdat ik het gewoon niet weet.”
Zo noemt ze dat niet alleen zij, maar het hele gezin in de overlevingsstand zat. „Toen dat van mijn trainer naar buiten kwam, gingen mijn ouders net scheiden. Wij als gezin zaten in de overlevingsstand. Ik vond dat een heel lastige periode.” Pas sinds het laatste anderhalf jaar lijkt die overlevingsstand soms iets meer naar de achtergrond te verdwijnen. Kim: „Ik zei laatst tegen mijn therapeut: ‘Ik weet echt wel dat ik leuke dingen meemaak en dat ik trots mag zijn op wie ik ben en op de kinderen, mijn man, en dat dat allemaal fijn is, maar er is altijd een zwarte schaduw die eroverheen hangt’. Ik begin nu pas het gevoel te krijgen dat het meer heen en weer gaat en het licht er ook mag zijn. Het donkere is er ook, maar hoeft niet altijd te overschaduwen.”
„Ik heb nog steeds therapie en mijn hele leven zal ik triggers blijven tegenkomen. Maar ik leer ermee om te gaan. Hoe ik weer tot rust kan komen als mijn lijf in de stress-stand schiet. Maar ik voel aan alles dat ik nu klaar ben om mijn verhaal te delen, als spreker, maar ook met mijn boek, om anderen ook in beweging te brengen. Ik heb afgelopen jaren, samen met mijn therapeuten, mijn lieve gezin, familie en vrienden veel stappen gezet. En daar ben en ik trots op.”
Je kunt Kim volgen via haar Instagrampagina.
Sarah verloor haar meervoudig gehandicapte dochter: ‘Zij heeft mij de grootste lessen geleerd’