Hendriëlle de Groot
Hendriëlle de Groot Lifestyle 6 aug 2023
Leestijd: 12 minuten

‘Ik moest gedwongen vegan leven van mijn huisgenoot, dit gebeurde er’

Een huis of kamer vinden is met de verhitte huizenmarkt niet gemakkelijk. Dat sommige mensen veel over hebben voor een woonruimte, bewijst freelance journalist Hendriëlle de Groot. Haar toekomstige huisgenoot eiste namelijk dat zij vegan zou leven. Hendriëlle gaat akkoord. Maar dat is niet zonder gevolgen.

Het is januari en net als veel Nederlanders ben ik op zoek naar betaalbare woonruimte. Ik gooi allerlei lijntjes uit, van anti-kraak tot studentenkamers, waar ik met mijn 33 jaar niet eens door de hospiteeravond heen kom. Zonder resultaat. Net voor ik het huis uit zou moeten, besluit ik lid te worden van Kamernet. De advertentie is bijna te mooi om waar te zijn. Een ruim appartement van zo’n tachtig vierkante meter, dat ik zou delen met een huisgenote. We maken een afspraak voor een kennismaking en het klikt meteen.

We delen veel interesses, zoals onze studie en voorliefde voor de Franse taal en cultuur. Ook mijn kat Abeltje is welkom, wat in de meeste particuliere huizen niet het geval is. Ik zou twee kamers tot mijn beschikking krijgen, daarnaast delen we een enorme woonkamer, keuken, toilet en wc.

Maar er is een addertje onder het gras. Een belangrijke eis, waar niet aan te tornen valt. Ik moet en zal vegan worden. En niet alleen ik, ook Abeltje moet eraan geloven en mag zijn favoriete vlees- en visbrokjes niet meer eten. Vegan, zo vertelt ze, is haar levensovertuiging. Het is veel beter voor het milieu. Weet je wel hoeveel misstanden er in die bio-industrie zijn? Dat kippen pijn hebben als ze eieren leggen? Dat kalfjes al op jonge leeftijd van hun moeder worden gescheiden en zelfs geslacht? Kijk maar eens naar documentaires als Gamechangers, over wat voor gruwelijkheden dieren worden aangedaan.

Metro schreef begin dit jaar al over vegan eten voor huisdieren, kan dat eigenlijk wel?

‘Gedwongen’ vegan eten en leven

Miranda gaat nog een stapje verder dan vegan food. Ze draagt geen schoenen die van dierlijk materiaal zijn gemaakt, gebruikt uitsluitend biologische schoonmaakmiddelen, draagt geen make-up en als ze al uit eten gaat, pluist ze de menukaart door. Haar favoriet is een vegan sushi restaurant (serieus, wat eten ze daar? Rijstrolletjes met komkommer en avocado?). Ze koopt zelden nieuwe kleding, wat in haar te prijzen is, want ik ben ook een voorstander van vintage.

Maar dat vegan, ik heb eerlijk gezegd geen idee waar ik aan begin en wat mij te wachten staat. Al ben ik er wel voor gewaarschuwd door vrienden, en zie ik in de boekenkast boeken met bedenkelijke titels, zoals De eiwitleugen en De Vegan Bijbel, wat toch te denken geeft.

Ik ben een zuivelliefhebber. Elke ochtend ontbijt ik met kwark, fruit, honing en granola, kaas is mijn favoriete broodbeleg en met een lekkere Turkse pizza, of zo’n borek met spinazie en geitenkaas, kun je mij helemaal gelukkig maken. In het weekend neem ik graag een kaasplankje met olijfjes en een wijntje. Ik beschouw mezelf als flexitariër: ik eet amper vlees en kan prima zonder functioneren. In tegenstelling tot mijn vriend, die een rasechte carnivoor is en elk zonnestraaltje aangrijpt om de barbecue aan te steken. Er liggen ook heus wel geroosterde maiskolven op, maar gemarineerde kippendijen mogen niet ontbreken.

Daarom lijkt mij de overstap naar het veganisme ook niet zo’n issue, eigenlijk. Ik zie het als uitdaging en denk: kom maar op, dat doe ik wel even. Vooral ook omdat ik een kei ben in diëten. In mijn leven heb ik al allerlei diëten geprobeerd, van koolhydraatarm en keto, tot het streep-je-slank-dieet. Dus waarom zou ik dit niet kunnen? Wat ik mij nog niet realiseer, is dat het een levensstijl is die heel erg ver gaat en lang niet voor iedereen geschikt is. Die ook zorgt voor sociale uitsluiting, want hoewel veganisme aan een opmars bezig is, hebben lang niet alle restaurants vegan gerechten op de menukaart.

vegan eten huisgenoot
Foto: Unsplash

‘Niet vegan genoeg’

De eerste red flag begint al met de verhuizing, als ik mijn vrienden op een broodje kroket trakteer, wat natuurlijk not done is. Vervolgens verdwijnt het doosje eieren dat ik nog in mijn koelkast had staan, spoorloos. Tot op de dag van vandaag weet ik niet waar die gebleven is, al kan ik het antwoord wel raden. Na twee weken beginnen de spanningen tussen ons toe te nemen.

Ik ben niet de gedroomde huisgenoot, want ‘niet vegan genoeg’, terwijl ik mijn uiterste best doe om mij aan te passen aan deze levensstijl. In de supermarkt loop ik met een grote boog om de kipkluifjes heen, naar het schap met vleesvervangers. Daar is het een gepuzzel. Je hebt namelijk vegan en vegetarisch. Het verschil is dat vegan helemaal geen dierlijke ingrediënten bevat, en vegetarisch wel, bijvoorbeeld (sporen van) ei of melk.

Ik ben al snel beperkt in mijn keuze voor het avondeten. Mijn huisgenoot doet wel haar best om lekkere gerechten te koken, en dat kan ze goed. Als je maar genoeg sojasaus over een homp tofu heen gooit, is het best te pruimen.

Vleesvervangers

Ik ben niet zo’n keukenprinses en kies voor gemak. In de supermarkt zijn veel vleesvervangers ontzettend bewerkt, ontdek ik. De ingrediëntenlijst staat vol met e-nummers en bijna alles is op sojabasis, wat het behoorlijk eenzijdig maakt. Er zijn veel smaakstoffen aan toegevoegd. Fabrikanten proberen vlees zo goed mogelijk na te bootsen, iets wat ik niet begrijp.

Als overtuigd vegan heb je weerstand tegen het eten van vlees, omdat het zo zielig is voor de dieren, maar je gaat wel peperdure vegan kipstukjes kopen, of de ‘vegetarische slager’ sponsoren. Met andere woorden: je koopt producten die lijken op dierlijke producten of zelfs de naam in zich dragen. Dat is toch niet uit te leggen, als je echt om dieren geeft?

Volgens mijn huisgenoot kun je vlees- of zuivelproducten één-op-één vervangen met vegan producten, maar niets is minder waar. Als ik op zoek ga naar vegan kaas en de verpakking lees, zie ik dat er nul gram eiwit in zat, maar dat het hoofdzakelijk uit vetten bestaat. Er zitten dus heel andere voedingsstoffen in. Ter vergelijking: echte kaas bevat minstens 22 gram eiwitten per honderd gram.

Sojayoghurt smaakt naar behangplaksel

Intussen verandert mijn eetpatroon steeds meer. Ik vervang de melk in de koffie door sojamelk, ik eet linzen, peulvruchten en bruine bonen, tot het mij de strot uit komt en ook mijn darmstelsel flink is ontregeld. Sojayoghurt neem ik als alternatief voor gewone yoghurt, maar ik kan maar niet wennen aan de smaak van behangplaksel. Abeltje komt ook in opstand: hij kan de vegan brokken niet verdragen en kotst op drie plekken in het huis.

Ook mijn vriend, een enorme koffieliefhebber, lijdt eronder. Ik koop melkpoeder voor hem, maar daar heeft Miranda bezwaar tegen. Die bus moet weg, of in elk geval ver uit het zicht. Ook trakteert hij mij op chocolade, heel lief. Maar… je raadt het al, ook daar zit melk in. Dus krijg ik een appje, dat ik mij niet aan de afspraken houd en ik de chocola weg moet doen. Bij wijze van compromis stel ik voor om een koelkastje met zuivelproducten in mijn eigen kamer te zetten. Niet alleen omdat ik het zo graag eet: ik moet ook eiwitten eten, omdat ik ondergewicht heb en aan moet komen. Als ik dat voorstel doe, valt ze stil. Er is geen overeenstemming te bereiken.

Een bakkie van de tap
Foto: Robin Utrecht / ANP

Intussen begint het vegan eten mij steeds meer op te breken. Ik krijg fata morgana’s van tosti’s, druipend van kaas, ik haal stiekem kaasstengels en verstop de verpakkingen in mijn kamer, uit angst voor escalatie. Broodbeleg als humus, jam en pindakaas komen mij intussen ook de keel uit. De situatie is onhoudbaar geworden. Met Pasen escaleert het, als ik een eitje bak voor mijn vriend en mezelf op een gekookt ei trakteer. Miranda kijkt alsof ik eigenhandig een kip aan het fileren ben. Dan besef ik: hier is geen oplossing voor. Ik ben zelf van het motto ‘leven en laten leven’: dring jouw levensovertuiging niet aan een ander op. Achteraf gezien heb ik veel te veel over mij heen laten lopen, maar de andere kant is dat ik geen woning kon vinden en anders misschien op straat kwam te staan.

Veganisme heeft sporen achtergelaten

Twee maanden heb ik het veganistische dieet volgehouden. Ik heb mij in extreme mate aangepast en ben zelfs lid geworden van een Facebookgroep voor vegans, waarin ze ideeën voor vegan producten delen als ‘no pok pok’ als alternatief voor ei en vegan zalm, die boordevol kleur- en smaakstoffen zit, en niet van echt te onderscheiden is.

Het heeft zijn sporen nagelaten, dat hele veganisme. Als ik in de supermarkt loop en trek in lasagne heb, voel ik mij schuldig. Natuurlijk is het erg dat er zoveel misstanden plaatsvinden in de bio-industrie en dat dieren worden mishandeld, maar je kunt er ook genuanceerder instaan, en kiezen voor biologische producten, minder vlees eten en eieren bij de boer halen, is mijn bescheiden mening.

Door het vegan patroon ben ik veel gewicht verloren, simpelweg omdat je enkel plantaardig mag eten en je volgens mijn diëtiste extra veel moet eten om aan de benodigde hoeveelheid eiwitten te komen. Ook ben ik niet overtuigd van de gezondheidsvoordelen: in zowel vlees, ei als melk zitten belangrijke vitaminen die je niet uit planten kunt halen. Veganisme, voor mij nooit meer.

Het heeft mooie kanten en ik vind het knap dat deze mensen dit regime vol kunnen houden, want er is veel discipline voor nodig. Maar voor mijn gezondheid is het niet goed. Deze conclusie trek ik samen met mijn diëtiste, die ziet dat ik erop achteruit ga. Wil je toch vegan eten, dan is het van belang om dat volgens de ‘Schijf for life’ te doen, de plantaardige versie van de Schijf van Vijf. Anders loop je het risico op ondervoeding, vertelt mijn diëtiste. In bepaalde situaties moet je heel voorzichtig zijn, bijvoorbeeld als je zwanger bent, een verslechterde gezondheid hebt of met een eetstoornis kampt.

„Wat is het je waard?”, vraagt ze mij. Ze heeft gelijk, besef ik. Tot op zekere hoogte kan en wil ik mij aanpassen. Ik heb gedaan wat er in mijn vermogen lag: etiketten lezen, experimenteren met recepten en allerlei producten verbannen of vervangen. Maar er is een grens en die is voor mij bereikt, nu ik mij moe en futloos voel, in een kritieke zone zit qua gewicht en veel tijd kwijt ben in de supermarkt met het lezen van verpakkingen en mij bezorgd maken of ik wel voldoende voedingsstoffen binnenkrijg. Ik zet mijn eigen gezondheid voortaan op één. Af en toe een dagje vegan is oké, maar ik ga er niet meer volledig in mee. Terwijl ik dit typ geniet ik van een heerlijke latte macchiato met koeienmelk. En maak ik plannen met mijn (carnivoor)vriend om samen te gaan wonen, zodat ik eindelijk weer mezelf kan zijn.

Vegan volgens de diëtist

Diëtiste Stephanie Supprian ziet de laatste twee jaar een duidelijke toename van cliënten die bij haar spreekkamer aankloppen voor advies om een vegan eetpatroon te volgen. „Dierenleed gaat mensen aan het hart. Ook wordt men zich steeds meer bewust van klimaatverandering”, zegt ze via de telefoon tegen Metro. „Ik vind dat een mooie ontwikkeling.”

Influencers promoten de vegan lifestyle, fabrikanten haken ook op de trend in. „Vlees produceren kost meer energie, en minder bewerkt vlees eten biedt gezondheidsvoordelen. Wat ik jammer vind, is dat ik veel producten zie die sterk bewerkt en duur zijn en veel zouten bevatten. Dat hoeft helemaal niet. Je kunt ook veel doen met een mooi stukje tofu of tempé. Je moet dat alleen wel laten marineren, en bij tofu moet je het vocht eruit zien te krijgen. Dus als je in een kwartiertje een maaltijd op tafel wilt zetten, kan dat niet altijd. Daar moet je handigheid en creativiteit in krijgen”, zegt Supprian.

Ze bevestigt dat je veel producten niet zomaar kunt vervangen. „Een plantaardig eiwit wordt slechter in het lichaam opgenomen dan een dierlijk eiwit. Als je een hogere eiwitbehoefte hebt, bijvoorbeeld omdat je herstellende bent van een ziekte of operatie, moet je veel meer plantaardig eten.” Voor deze doelgroep zou ze veganistisch eten dan ook afraden, net als voor zwangeren en kinderen.

Diëtist meekijken bij vegan voedingspatroon

Als je toch kiest voor een volledig vegan eetpatroon, laat dan jaarlijks een diëtist met je meekijken, om te voorkomen dat je tekorten opdoet, adviseert ze. „Laten we met z’n allen flexitariër worden. We hebben ook bijen nodig om alle groenten en fruitsoorten te bestuiven, dus koop een potje honing van de imker en eieren bij een lokale pluimveehouder. Een kippenei is super voedzaam: het bevat vitamine D, B12, ijzer, zink, selenium. Gun jezelf af en toe een eitje, daar doe je je lichaam een groot plezier mee.”

De vetten die in ei en vette vis zitten, doen ons brein ook goed. „Het kost ontzettend veel energie om ons brein op te bouwen en te onderhouden. Daar hebben we vetten voor nodig.” Met andere woorden: veganistisch kan goed zijn voor het milieu, maar niet per se voor je gezondheid en voor je brein.

Dilemma: ‘Kan ik het maken de vriendschap met mijn oude schoolvriendin te laten verwateren?’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.