Dilemma: ‘Ik moet van mijn baas steeds relatiegeschenken voorschieten, kan ik dat weigeren?’
Zit jij met een prangende kwestie en wil je graag de mening van een ander horen? Metro deelt iedere week het dilemma van een lezer. Deze week: Elif (25), die het eigenlijk niet ziet zitten om steeds allerlei relatiegeschenken voor haar baas voor te schieten, maar twijfelt of ze het kan aankaarten.
Elif: „Sinds vier maanden werk ik bij een tof reclamebureau. Het is echt mijn droombaan en ik ben van begin tot eind bij het proces betrokken: van pitch en strategie tot aan copywriting en het meedenken over de grafische vormgeving. Het is een klein bureau, met ongeveer tien mensen in dienst – daarom heb ik veel taken en verantwoordelijkheden. Prima, je kunt me niet blijer maken.
Presentje voor klanten
Mijn werk bestaat ook uit het bezoeken van bestaande en nieuwe klanten, waar we vergaderen en onze ideeën pitchen. Tijdens die bezoeken neemt mijn baas graag een presentje voor de betreffende klant mee: een fles wijn, gebak, bloemen of een luxe dinercheque als het om een grote klant gaat. Het hoort er natuurlijk allemaal bij, dat netwerken met de intentie om een opdracht binnen te slepen. Vaak met succes, want we hebben momenteel echt grote campagnes lopen.
Ik denk dat ik een maand in dienst was toen mijn baas me vroeg of ik een bloemetje kon meenemen naar een klant – het bedrag kon ik gewoon declareren. Prima natuurlijk, om zo’n bloemetje een keer voor te schieten. Maar in de weken erna vroeg hij het steeds vaker. Een flesje wijn hier, een cadeaubon daar; per keer gaat het toch wel minimaal om 25 euro. Toen ik vorige maand mijn declaraties indiende, schrok ik nogal: het was maar liefst 300 euro.
Nou verdien ik voor mijn leeftijd en werkervaring best prima, maar het is ook weer niet de jackpot. Bovendien heb ik ook gewoon vaste lasten zoals huur en boodschappen. 300 euro is dan een flinke hap uit je bankrekening. En natuurlijk krijg ik dat geld terug, maar daar gaat wél weer een maand overheen – je krijgt het namelijk pas bij het volgende salaris.
Geen gezeur
Toen mijn baas me laatst weer vroeg iets voor te schieten, probeerde ik het subtiel af te wenden door te vragen of een collega het niet kon doen. ‘Nee, ik vind het eigenlijk wel prettig dat het bij één persoon ligt, bovendien liggen de winkels ’s ochtends op jouw route’, was zijn antwoord. En dat zit me dus helemaal niet lekker, dat ik blijkbaar degene ben die over de relatiegeschenken gaat. Mijn vriend vindt het belachelijk en wil dat ik het aankaart tijdens een gesprek. Maar dát vind ik dus lastig. Ik werk er nog helemaal niet lang, heb ook maar een halfjaarcontract, wat als mijn opmerking niet in goede aarde valt en mijn baas het afdoet als gezeur? Het werk vind ik namelijk wel fantastisch – ik wéét hoeveel andere mensen hier zouden willen werken, en ik wil geen ongemakkelijke sfeer creëren.
Dilemma: aankaarten of niet?
Moet ik het daarom maar slikken en dingen blijven voorschieten – in de wetenschap dat ik het uiteindelijk wel terugkrijg? Tegelijkertijd baal ik er ontzettend van dat ik steeds allemaal aankopen doe van mijn bankrekening – het maakt me ook onrustig, al die transacties, en ik vind het heel onoverzichtelijk. En nu was het een keer 300 euro, maar wat als het dadelijk meer wordt? Ik vind het nogal een dilemma, dus ben erg benieuwd hoe anderen hiermee omgaan.”
Wat vind jij dat Maud moet doen? Reageer op onze Facebook-pagina! De reacties worden dan volgende week gepubliceerd.
Metro legde dit dilemma ook voor aan voorbijgangers op straat. Hun reacties zie je in onderstaande TikTok:
https://www.tiktok.com/@metronieuws/video/7221886885738728710
Vorige week
Vorige week gaven Metro-lezers advies aan Maud (39), die twijfelt of ze moet ingrijpen om de relatie tussen haar collega en zijn minnares te stoppen.
Ilona zegt: „Je gaat niet zomaar vreemd. Wellicht mist er wat in de relatie. Het gesprek aangaan en vragen wat hij mist, zónder te oordelen, kan meer opleveren. Ook kun je vragen waarom hij indertijd met zijn vrouw getrouwd was. Uit je verhaal lijkt het alsof het al te laat is, maar misschien kan het nog helpen om zijn beslissing te heroverwegen. De keus die hij gaat maken is dan de zijne.”
Nina is resoluut: „Zo’n man gun je toch niemand? Laat hem gaan, kan z’n vrouw tenminste een betere man zoeken. Een die wél echt voor haar gaat.”
Sandra vindt juist: „Niet mee bemoeien. Hij loopt ófwel tegen de lamp, óf het draait alsnog goed uit. Eén van de twee.”