Dilemma: ‘Ik baal dat mijn schoonvader me altijd begroet met drie natte zoenen, wat doe ik eraan?’
Zit jij met een prangende kwestie en wil je graag de mening van een ander horen? Metro deelt iedere week het dilemma van een lezer. Deze week: Amira (25), die een lieve schoonvader heeft, maar minder blij is met z’n natte begroetingskussen.
„Mijn schoonvader is een schat van een man. Het zal nu zo’n vijf jaar geleden zijn dat ik hem voor het eerst ontmoette – Robin en ik waren een paar maanden samen toen hij me voorstelde aan zijn ouders. Hij staat ook altijd voor ons klaar. Klusje in huis? Tuin die gesproeid moet worden? We hoeven maar te bellen of hij staat op de stoep. Laatst staakte het ov en bracht hij me zelfs heen en weer naar mijn werk.
Dilemma: ‘Baal van natte zoenen’
Ik kan dus werkelijk niks kwaads over de beste man vertellen, maar toch is er iets waar ik me aan stoor. En dat is de manier waarop hij me begroet. Lekker op z’n Hollands, namelijk met drie zoenen op elke wang. Dat is op zich het probleem niet, want iedereen wéét dat die zoenen een beetje voor de sier zijn. Je raakt elkaars wangen aan, maakt een smakgeluid en that’s it. Zo niet mijn schoonvader. Die kust mijn wangen namelijk echt, en dan op zo’n manier dat ik er steevast natte vegen aan over houd – en dat vind ik ronduit vies.
Maatregelen
O, wat was ik stiekem dus opgelucht toen de coronamaatregelen werden aangekondigd. Natuurlijk niet met het coronavirus zelf, dat zoveel leed aanrichtte bij ontzettend veel mensen – zelf maakte ik ook een fikse besmetting door. Maar eindelijk had ik een goed excuus om die drie natte kussen van mijn schoonvader te vermijden. ‘Tja, dan maar even zo, corona hè?’, zwaaide ik altijd ongemakkelijk bij binnenkomst. Hij vond die maatregelen overigens lichtelijk overdreven, maar kon er natuurlijk niet echt tegenin gaan.
Tissues erbij
Inmiddels zijn die maatregelen alweer even geleden en zit ik weer in dezelfde situatie. Bij iedere ontmoeting – aankomst én vertrek – krijg ik wéér van die natte smakkers op mijn wang. Ik ben trouwens geen uitzondering, hij doet het ook bij anderen – inclusief zijn dochter en andere schoondochter. Met hen heb ik het er niet over gehad, maar vooral van mijn aangetrouwde schoonzus wéét ik dat ze het ook helemaal niks vindt – ik zie haar namelijk altijd meteen tissues pakken om haar wangen droog te deppen.
Zeggen of niet?
Dus ja, nu zit ik met een dilemma. Ik wil er eigenlijk niks van zeggen, want ik wil mijn schoonvader geen vervelend gevoel geven. En ik denk oprecht dat hij zich van geen kwaad bewust is. Tegen mijn vriend durf ik er eigenlijk ook niet over te beginnen, het is immers zijn vader. Maar ik baal er wel van en zie er soms tegenop om langs te gaan. Wat zal ik doen, toch mijn mond opentrekken of het voor lief nemen die paar keer per maand dat ik mijn schoonvader zie?”
Vorige week
Vorige week gaven Metro-lezers advies aan Erwin, die niet blij is dat zijn schoonouders er een andere opvoedstijl op nahouden voor zijn kinderen. Zo schrijft Annalies: „Ik zou er zeker niets van zeggen. De kinderen hebben het er fijn en gaan er graag naartoe. Het zijn hun huis en hun regels. Als de kinderen ouder zijn, begrijpen ze echt het onderscheid wel tussen jullie opvoedregels en die van je schoonouders. Ik zou er alleen iets van zeggen als het de gezondheid of het welzijn van de kinderen in gevaar bracht.” Mascha vindt: „Mooi juist als ze zien dat mensen verschillen in opvatting en opvoeding. Bespreek het met je kinderen, niet met je schoonouders.” Shirley vindt: „Ik zou een gesprek met ze aangaan en aangeven dat je sommige dingen opmerkt en dat je het lastig vindt omdat jij daar een andere mening over hebt.” Erna denkt daar toch anders over: „Vind het wel spannend, oppassen van opa en oma scheelt duizenden euro’s per maand! Dan zou ik ook op mijn tenen lopen. Je zal dat maar moeten betalen! Dan maar een roze jurk voor de één en een blauwe bal voor de ander.”
Wil je nog meer adviezen van onze lezers lezen? Check dan onze Facebookpost:
Dilemma: ‘Mijn schoonouders voeden onze kinderen anders op dan wij, moet ik ze daarop aanspreken?’