Latten: het beste van twee werelden
Samen, maar toch apart. Latrelaties nemen toe in populariteit. Een bewust en gelukkig ‘latter’ is Tessa. „Onze tijd samen is echt quality time.”
Tessa Deurloo (33) leerde haar vriend Lex (43) kennen in de tijd dat ze stage liep in Gent. Ze solliciteerde voor een bijbaan in zijn restaurant. Liefde op het eerste gezicht: „Hij deed de deur open en ik dacht, wát een leuke man. Hij op zijn beurt kan het moment ook nog exact terughalen.” Pas na een half jaar besloten de twee het samen te proberen, maar niet lang erna vertrok Tessa weer naar Nederland om in Rotterdam te gaan studeren. En daarna naar Amsterdam, waar ze nu acht jaar woont. Haar vriend ziet ze al sinds het begin van hun relatie ongeveer een keer per week. Niet altijd in het weekend, maar wanneer het uitkomt. Soms voor een paar dagen, soms komt hij voor één dag op en neer. „Dan hebben we elkaar toch weer even gezien.” In het begin van hun relatie overwoog Tessa te gaan studeren in Gent, Lex zei toen: ‘Je moet niet voor mij naar Gent komen, blijf vooral je eigen ding doen’. „Dat vond ik in het begin heel gek: ‘Hallo, je kiest toch voor mij?!’”
Elk LAT-koppel (Living Apart Together) heeft hun eigen redenen voor de relatievorm, concludeerde filmmaker Sharon Hyman – zelf al 21 jaar fervent latter – na het interviewen van honderden koppels. „Mensen noemen tal van redenen en omstandigheden; zoals het hebben van kinderen uit een eerder huwelijk, het zorgen voor ouders, of het hebben van banen in verschillende steden. Weer anderen vinden het gewoon belangrijk om onafhankelijk en alleen te kunnen zijn. latrelaties hebben waarschijnlijk altijd al bestaan, in allerlei tijdperken en culturen, nu pas wordt er meer open over gepraat.” Een kwart van de stellen heeft een latrelatie, blijkt uit recent onderzoek van Simon Duncan, emeritus professor aan de Universiteit van Bradford. Volgens gedrags- en relatie-expert Patrick Wanis past deze toename in het huidige tijdsbeeld: „Vrouwen worden onafhankelijker. Bovendien is de druk van de liefdesketel. De maatschappij, relaties en levenswijzen zijn zo veranderd. Er zijn mensen die zichzelf biseksueel, panseksueel of polyamoureus noemen, mensen zijn bezig met het verkennen van verschillende soorten relaties.”
De prak staat klaar
De voordelen van samenwonen – het naast elkaar wakker worden, dat er iemand is als je thuiskomt – ziet Tessa ook, maar ze vindt het heerlijk dat ze nu geen verantwoordelijkheid hoeft af te leggen. „Eigenlijk vind ik alles wat burgerlijk is verschrikkelijk: ‘Schat, de prak staat om zes uur klaar’. Mensen kijken nog altijd op van onze relatievorm. Ik krijg regelmatig te horen dat het bijzonder is dat we nog steeds zo verliefd zijn. Ik denk dat dat juist door onze keuze komt. Als je niet samenwoont, maak je tijd voor elkaar en die tijd is dan ook echt quality time.” Dat zorgde er in het begin voor dat ze al hun kostbare tijd samen ook echt met zijn tweeën doorbrachten. ‘Bestaat-ie wel?’, werd er gegrapt door vrienden. „‘Die Belg’ was een groot mysterie. Nu gaat hij af en toe mee naar een feestje en als een van ons bij vrienden is en de ander belt, zetten we soms FaceTime aan. Kunnen we zwaaien.”
Kind op komst
Tessa en Lex zouden dit ritme prima vol kunnen houden, maar er is een baby op komst. Dat heeft ze doen besluiten toch bij elkaar in te trekken. „Ik heb wel gedacht aan drie dagen Amsterdam en vier dagen Gent, maar volgens mij werkt dat niet met een baby. Een kind heeft structuur nodig.”
Dat beaamt Wanis. „Kinderen hebben stabiliteit en structuur nodig. Dus niet ‘drie dagen bij jou, drie dagen bij mij’. Kinderen van wie de ouders samenwonen zijn over het algemeen gelukkiger en socialer, hebben een betere basis en voelen zich psychologisch veiliger.”
Dat ze na dertien jaar gaat samenwonen, wordt wennen voor Tessa, die haar huis aan de Herengracht verruilt voor Lex’ woning in Gent. „Doodeng, vind ik het. In Gent krijg ik mijn eigen ‘mancave’. Als ik er even geen zin in heb, kan ik de deur dichtgooien.”
Q&A met Vicki Larson, journalist en onderzoeker naar relaties
Wat zijn de voordelen van een LAT-relatie?
Tussen de veelbelovende resultaten vinden we onder meer dat koppels die latten zich net zo stabiel, tevreden, toegewijd en vertrouwd voelen als stellen die samenwonen. Ze hebben een gezonde balans tussen persoonlijke vervulling en intimiteit; kunnen zich meer overtuigd voelen dat ze in deze relatie zitten om de juiste redenen; voelen zich niet zo claustrofobisch als mensen geliefden die samenwonen; hebben minder het gevoel dat ze iets hebben opgegeven voor hun partner en kunnen beter omgaan met onzekerheden in romantische relaties.
En de nadelen?
Latten is ‘slecht’ voor diegenen die niet vrijwillig in zo’n relatie terechtkomen. Bijvoorbeeld door hun carrière, studie, of het onvermogen met hun partner samen te wonen vanwege kinderen uit een eerdere relatie, omdat de kinderen ook in de buurt moeten wonen van hun andere ouder.
Toch klinkt latten best egoïstisch.
Stellen die ervoor kiezen om apart van elkaar te wonen moeten harder werken om verbonden te blijven en intimiteit te creëren. Wanneer je samenwoont met je partner, is het heel gemakkelijk om zelfingenomen te worden; gebeurt dat in een LAT-relatie, dan betekent dat ongetwijfeld vaak het einde van de relatie. Het feit dat je samenwoont betekent nog niet automatisch dat je op een liefdevolle manier met je partner omgaat. Stellen die elkaar niet continu zien vullen hun tijd samen over het algemeen betekenisvoller in.
Voor wie is zo’n relatie niet geschikt?
LAT-relaties worden niet zo gemakkelijk begrepen, daarom krijgen mensen die voor zo’n relatie kiezen vaak te maken met oordelen van familieleden, vrienden en collega’s. Het is daarom niet geschikt voor mensen die bang zijn om tegen de regerende standaarden intelligentiesysteem gaan. Ook mensen die moeite hebben hun partner te vertrouwen; die ongelukkig zijn of zich ongemakkelijk voelen in hun eentje; mensen die geen sociaal netwerk of interesses hebben naast hun partner; die conflictvermijdend zijn en niet goed kunnen praten over lastige zaken als de tijd met hun wederhelft beperkt is.