‘Help mijn ouders zijn pubers geworden’
Alhoewel je vaders moppen sowieso al niet zo goed waren, zijn ze tegenwoordig nog erger. Elke mop is schuin en hij lacht zelf het hardst. Om het allemaal nog gezelliger te maken, is je zorgzame moeder ineens veranderd in een iets te rood aangelopen, zwetende gelukszoeker. Op dat moment weet je het: mijn ouders zijn pubers geworden.
Ergens tussen je 35e en 50e levensjaar sluipt hij erin, de midlifecrisis. „En iedereen krijgt er in meer of mindere mate mee te maken”, legt coach en trainer Patrick Schriel uit. „Het is een natuurlijk proces, waarin alles onder de loep wordt genomen. Huisvesting, partner, werk et cetera. Bij de één verloopt dit vrij rustig, bij de ander ontstaan vluchtneigingen.”
Die vluchtneigingen kennen we van satirische versies van de midlifecrisis. Vader koopt ineens een motor en wil Amerika doorkruisen, moeder weet het ook allemaal niet meer en koopt een strakker maar vooral korter rokje dan haar dochter. En dan staat Gordon op de stoep. Dit extreme vluchtgedrag ontstaat omdat mensen rond deze leeftijd hun leven gaan overdenken. Je bent ongeveer op de helft en denkt ‘is dit het nou?’ of ‘wat wil ik nog?’
Duurt te lang
Ouders gaan op zoek naar zingeving, wat zorgt voor twijfel en onrust. Ze lijken afgestompt en tonen weinig emotie aan hun omgeving. Bij mannen duurt deze periode zo’n drie tot tien jaar, bij vrouwen één tot vijf jaar. Het is een gekke tijd voor de persoon zelf, voor de partner maar ook voor de kinderen.
„Veiligheid is alles voor het kind”, vertelt Schriel. „Kinderen hebben behoefte aan een vertrouwde omgeving die voorspelbaar is. Als je ouders dan ineens raar doen en anders reageren dan je gewend bent, kan dat tot een crisis leiden.” Daar is opvoedkundige Marina van der Wal het mee eens. Ook zij vindt dat ouders voorspelbaar gedrag moeten vertonen, in plaats van onvolwassen gedrag.
„Daarnaast zijn de ouders een verantwoordelijkheid aangegaan die ze gewoon moeten nemen”, zegt van der Wal. „Ze kunnen niet zomaar alles laten wapperen omdat ze nu eenmaal last hebben van hun hormonen. Ze hebben de levenservaring en zelfbeheersing om verstandige keuzes te maken, dan moeten ze dat ook doen.”
Volgens haar horen kinderen helemaal geen last te hebben van de zingevingsperiode van hun ouders. „Het kan best dat je tijdens deze periode op een kruispunt staat en keuzes moet maken, maar doe dat dan met professionele hulp”, is haar advies. Laat niet thuis de boel op zijn beloop gaan, maar „ga aan de slag!”
Do’s en don’t
Volgens coach Schriel zijn er voor jongeren met puberende ouders twee do’s en een hele grote don’t. „Je kunt het best even afwachten, geef degene die de crisis heeft de ruimte. Als je druk op gaat bouwen, is de kans op vluchtgedrag alleen maar groter.”
Daarbij moeten jongeren terwijl ze hun ouders rust geven, wel voor zichzelf opkomen. Veel kinderen lijken zich een beetje vergeten te voelen tijdens de midlifecrisis van hun ouders. Vader en moeder zijn druk met het herontdekken van zichzelf. „Maar jij bent er ook nog en dat mag je best zeggen”, aldus de coach.
Wat je echt niet moet doen? „Tegen je vader of moeder zeggen dat hij/zij een midlifecrisis heeft.” Dat labelen maakt het eigenlijk alleen maar erger. „Zeg dat je ziet dat ze een lastige periode hebben, erken het fenomeen zonder te labelen.” Toen jij aan het puberen was vond je het waarschijnlijk ook niet leuk om puber genoemd te worden.
Volgens opvoeddeskundige Krista Okma gaat het om de nuance. „Heeft één van je ouders ineens een andere interesse, zoals bijvoorbeeld motorrijden, dan is dat zijn of haar goed recht. Dat verandert op het moment dat je last hebt van het gedrag van je ouders, dan moet je er natuurlijk iets van kunnen zeggen.”
Okma benadrukt dat jij er als jongvolwassene ook niet op aangesproken wil worden als je -bijvoorbeeld na je puberteit – ineens andere interesses hebt, maar dat ouders je wel bijsturen als het echt nodig is. Dat moet andersom dus ook kunnen.
Tweede puberteit
Alhoewel de midlifecrisis te omschrijven is als een tweede puberteit, wordt het vaak niet zo herkend. Toch is ook hier sprake van worstelingen met identiteit, verandering, chaos en tegendraadsheid: de kenmerken van de overgang naar een andere leeftijdsfase. Pubers kunnen op begrip rekenen, over de midlifecrisis wordt vaak lacherig gedaan. Dit terwijl het weldegelijk bestaat.
In 2008 bleek al uit Britse onderzoeken dat tevredenheid met het eigen leven de vorm heeft van een U. De tevredenheid was hoog in de jongvolwassenheid en op oudere leeftijd, het dal van de U kwam op gemiddeld 46 jaar. Dit patroon bleek hetzelfde in 72 landen en gold voor zowel mannen als vrouwen.
Opvoeddeskundige van der Wal kwam zelf ook in de welbekende midlife terecht, maar bij haar pakte het grappig uit. „Toen ik in de midlifecrisis zat, zat mijn kind in de puberteit. Hij zei toen ‘Mam we zijn hormonale collega’s!’” Dat lijkt de beste manier van omgaan met de verwarring van de ouders: een korreltje zout, denkbeeldige oordoppen en wat geduld doen wonderen.