‘Verkeerd licht net zo slecht als ongezond eten’
Terwijl onze januari vooral bestaat uit regen, ligt er in Zweden een flink pak sneeuw. Wanneer ik lichtonderzoeker Karl Ryberg aan de telefoon heb, begint het ironisch genoeg alweer donker te worden in zijn woonplaats. Veertig jaar lang deed Ryberg over de hele wereld onderzoek naar licht en het effect ervan op ons brein. Hij schreef er ‘lichtkookboek’ Licht, het effect van licht op je gezondheid en geluk over. „We eten geen junkfood als we gezond willen zijn. Zo zouden we ook met licht moeten omgaan.”
Door zijn fascinatie voor licht, kiest Ryberg in de jaren 60 voor een studie architectuur. Hij komt te werken in Australië en Nieuw-Zeeland, waar het licht beduidend anders is dan in zijn geboorteland Zweden. Later volgt hij nog een studie psychologie en lichttherapie – „dat is een verlenging van architectuur” – en doet hij over de hele wereld onderzoek. „Ik wilde weten wat er in je brein gebeurt door licht. Waarom reageren we zo op licht en kleur? Dat was destijds nog nooit onderzocht. Inmiddels onderzoek ik licht en kleur al meer dan veertig jaar en er is nog altijd meer te leren. Het is zo’n groot onderdeel van ons leven.”
Weinig licht kan leiden tot winterdepressie
„Perceptie is hier heel belangrijk”, vertelt Ryberg. Ons visuele systeem werkt nog steeds hetzelfde als toen we 3 miljoen jaar geleden, toen de mens nog in Afrika leefde, waar we van origine vandaan komen. We hebben daardoor nog steeds een voorkeur voor veel licht en kleur.” In de afgelopen 3 miljoen jaar heeft de mens zich verspreid over de wereld. Onder andere naar „on-Afrikaanse oorden” als het noorden van Scandinavië, Rusland en Canada. „Dat doet rare dingen met je brein. In de winter is het teveel donker en in de zomer teveel licht. Mensen zijn manisch in de zomer een depressief in de winter. Je hele biologische klok raakt in de war. Mensen in het hoge noorden leven ook echt korter omdat ze te weinig licht krijgen.”
Idealiter krijg je als mens twaalf uur licht binnen en is het de andere twaalf uur donker. “In de lente en herfst is licht en donker ongeveer half om half verdeeld. Dan slaap je vaak ook het best, je lichaam synchroniseert als het ware met de licht-donker verhouding.” Als je te weinig licht krijgt, word je ziek. Denk bijvoorbeeld aan de winterdepressie. “Vooral vrouwen hebben daar last van, omdat die een superieure kleurenvisie hebben. Vrouwen kunnen schoonheid veel beter waarnemen. In de winter is het grijs, daar lijden vrouwen onder.”
Tegen die winterdepressie kun je verschillende dingen doen. „Extra vitamine D slikken reset je biologische klok niet, die is lastig te synchroniseren zonder het juiste licht. Het beste om te doen is rond het middaguur naar buiten gaan. Daglicht is het sterkste licht, zelfs in de winter. Volgens de EU is goed licht 500 lux, lux is de eenheid waarin we meten. Op een zonnige dag heb je buiten 100.000 lux. Op een mistige dag heb je nog steeds 5000 lux. Dat licht mis je binnen. Andere dingen die je kunt doen zijn sporten. Een zonnebank kan ook helpen, maar dat is slecht voor je huid. Echt zonlicht is lastig na te maken.”
Kwaliteit van licht is belangrijk
Net als te weinig eten, kun je ook te weinig licht binnenkrijgen. ‘Light starvation’, noemt Ryberg dat. „Daar worden mensen dom en moe van. Ze proberen zichzelf wakker te houden met koffie en alcohol.” Naast de kwantiteit, is ook de kwaliteit belangrijk. „Licht moet wit zijn, maar er is veel meer. Van blauw licht blijf je wakker, een wolkenvrije lucht is ook blauw. Bij blauw licht denkt je brein: dag. In de avond wordt de lucht oranje en daar wordt je brein weer moe van. Op kantoren, in fabrieken en op scholen is licht vaak wit-blauw. Door middel van dynamisch licht kun je het natuurlijk verloop wel nabootsen.”
Niet alleen de kleur van licht maakt uit. „Elke lichtbron heeft een eigen vingerafdruk. Het beste is om kwaliteitslichten te kopen. Zoals goedkoop junkfood slecht is voor je lijf, is goedkoop licht slecht voor je brein. Ik wilde met mijn boek Licht een soort kookboek voor licht maken. We weten wat gezond eten is, maar niemand staat stil bij wat gezond licht is. Maar ook licht kan je hormonen in de war brengen. Je brein ‘eet’ als het ware licht. Je kunt je brein daarmee programmeren. Je kunt nog zo’n mooi brein hebben, met slecht licht maak je het alleen maar kapot.” Verkeerd licht kan zorgen dat je oververmoeid raakt. „Flikkerend licht zoals een laptop of TL-buizen, putten je uit. LED lichten zijn de beste, er komt steeds beter licht op de markt. En wie weet komen er in de verre toekomst nog betere lichtbronnen die we nu niet eens kennen.” Het meest opvallende licht dat slecht voor je is, is kaarslicht. „Dat filtert alle zuurstof uit de lucht. Je wordt er moe van. Vooral geurkaarsen zijn funest. Heel erg gezellig en knus natuurlijk, maar je wordt er hartstikke moe van. Eigenlijk is het gewoon vergif. Probeer naast gezond te eten ook het licht dat je binnenkrijgt van goede kwaliteit te laten zijn.”