Titels van Thomas: wat je deze week moet lezen
Om de vrijdag schrijft auteur Thomas Heerma van Voss op deze plaats over pas verschenen boeken. Wat hem opvalt, wat hem bijblijft, wat hem raakt. En wat uw aandacht verdient.
Erik Schumacher – De koe knikte ja
Wat is een veganist precies, hoe leeft-ie, wat eet-ie? Die vragen stelt journalist Erik Schumacher (1983) pas op de laatste bladzijden van dit kleine, prettig geschreven pamflet. In De koe knikte ja gaat het vooral over de weg naar dat veganisme: stapje voor stapje, met als aanloop milde tussenvormen waarin Schumacher zichzelf uitzonderingen toestaat (wel vlees op speciale dagen, wel vis, wel kaasstengels). Het hoofdmotief voor zijn uiteindelijke veganisme is een verregaand medeleven met dieren. Schumacher is een ethische eter die er – gelukkig – voor waakt zijn overtuigingen al te veel op te dringen. En natuurlijk zijn er de nodige mitsen en maren aan te brengen in zijn verhaal, maar met de achterliggende conclusie kun je het moeilijk oneens zijn: we eten de aarde stukje bij beetje ‘kapot’ en gaan op gruwelijke wijze met onze dieren om. En we kunnen dat eigenlijk allang niet meer rechtvaardigen.
Rik Launspach – Laat me liefde zien
Laat me liefde zien wordt gepresenteerd als de eerste Nederlandse #metoo-roman. Maar wie alles – namen en rugnummers – wil weten over binnenlandse #metoo-gevallen, komt bedrogen uit. Wel vertelt dit boek gelukkig een vrij boeiend verhaal; dankzij het nogal onsympathieke hoofdpersonage Reuben, castingdirector, krijgen we te zien hoe verziekt verhoudingen in de filmwereld kunnen worden: tussen macht en talent, tussen man en vrouw, tussen gevestigd producent en beginnend acteur. En door de behendige perspectiefwisselingen leest het boek als een thriller. Launspach heeft een behoorlijk verteltalent en, ook belangrijk: gevoel voor humor – maar helaas is het geheel stilistisch vrij stroef en staan er ook de nodige fouten in het boek (om maar wat te noemen: de beroemde schrijver Beckett wordt consequent met één ‘t’ de geschreven, de Nederlandse Van Eeden heet hier Van Eden). Het legt de vaart soms flink stil in dit verder alleraardigste verhaal.
Arno Kantelberg – De stijl van de schrijver
Het heeft iets verfrissends wat Arno Kantelberg doet. De modejournalist, volgens de achterflap van zijn nieuwste boek ‘de stijlpastoor des vaderlands’, zoomt in op dat wat ons allen bezighoudt maar waar we zelden over spreken: mode. In de bundel De stijl van de schrijver schetst hij in korte, informele hoofdstukken de modevoorkeuren van Nederlandse en Belgische schrijvers – allemaal mannen, opvallend veel reeds overleden. Het zijn lichte, soms vermakelijke stukjes, al storen de slordigheidsfouten (dat Martin Bril in 2011 een interview gaf terwijl hij toen al dood was, of dat Ilja Leonard Pfeijfer in 2018 de Librisprijs won). En vooral de meer dan eens vreemd vergezochte analyses halen de angel uit dit boekje: dat Grunberg riemen draagt om zijn oeuvre bijeen te houden en te ‘ontregelen’ (?). Of, een zin die nu al lacherig rondgaat in een paar WhatsAppgroepen: dat, let op, bij schrijver Harry Mulisch ‘net als de verschillende verhaallijnen in zijn boeken’ de ‘kledingonderdelen toch de passende stukken [vormden] van de puzzel die Harry Mulisch heette’.