Coming Out Day: ‘Mijn leven is zoveel leuker’
Het is zo’n jongen die meteen een niet uit te wissen indruk achterlaat. Met zijn kenmerkende grote lach en twee pretogen, gedrapeerd in (sarcastische) humor en regelmatig een glitterjurk als zijn drag alter ego Dolly en met een aanstekelijke energie. ‘Joe joe’ zijn z’n stopwoordjes en hij is nu bijna twee jaar tot over z’n oren verliefd op ‘z’n vriendje’ Jeroen. Tom ten Hove (25) oogt als een zelfverzekerde jongen die het niet zoveel kan schelen wat anderen van hem vinden. „En dat is ook zo, dat kan ik nu wel zeggen, ja.”
Tom woont in Groningen. Hij heeft z’n eigen vertaalbureau en is net begonnen met de lerarenopleiding Engels. Time flies when you’re having fun, en daar is hij het levende bewijs van. Het is alweer bijna tien jaar geleden – „zo lang alweer?!” – dat hij uit die spreekwoordelijke kast kwam. „Daarna is mijn leven zo veel leuker geworden.”
Tom groeide op in het Groningse Winsum, een dorpje van zo’n achtduizend inwoners waar iedereen elkaar kent. Een gelukkige jeugd, met veel vrienden op de basisschool. Het leven was er goed en gemakkelijk, tot hij vers aangekomen op de middelbare school verliefd werd. Op een jongen. „Ik zag hem lopen en vond hem de knapste jongen die ooit had gezien. Ik was op slag verliefd en wist niet wat me overkwam…” Tom vond het toen vreselijk, herinnert hij zich nog goed. „Je wil op die leeftijd vooral niet afwijken en meedoen met de andere jongens en praten over voetbal en meisjes.” Hij stopte z’n gevoelens weg en raakte daardoor met zichzelf in de knoop. Hij probeerde zoveel mogelijk niet op te vallen, kleedde zich ‘echt verschrikkelijk’ – „ik was gewoon een supernerd” – en de enige gays die hij kende (van tv) waren Geer en Goor. „Niet echt de meest doorsnee-gays”, merkt Tom op. Verder ontbrak het hem aan rolmodellen, of überhaupt mensen aan wie hij zich kon spiegelen. Een ‘uitgaandert’ was-ie niet, hij gamede zich suf en keek veel Engelse series en films. „Daar heb ik wel heel goed Engels van geleerd!”
Uit de kast
De tijd verstreek en langzaamaan voelde hij in elke vezel van z’n steeds volwassener wordende lijf dat hij er echt iets mee moest doen. „Ben je nog wakker, Tess? Ik denk dus dat ik misschien een beetje bi ben…” Tom nam op z’n zeventiende als eerste zijn oudere zus in vertrouwen, toen ze een weekendje thuis was en ze een kamer deelden. Met bi bedoelde hij gewoon gay, „maar ik moest ergens beginnen.” Ze reageerde positief: „Blij dat je er zelf achter bent en als je iets nodig hebt, laat het me maar weten.”
Niet veel later zat zijn moeder achter de computer, nadat Tom vergeten was z’n zoekgeschiedenis te wissen. „De rest kun je raden”, knipoogt hij. Ze moest er wel even aan wennen, beaamt hij, ze was vooral bang dat ik het moeilijk zou krijgen in m’n leven en was bezorgd om me. Maar dat is allemaal goed gekomen.”
Zijn vader reageerde weer op geheel eigen wijze. „Of je nu met een jongen of meisje thuiskomt, als ik er maar mee kan lachen, zei hij. Ik kreeg er een brok van in m’n keel, ik was daar zo blij mee.”
Op school vertelde hij het aan z’n enige vriendin die het van hem gerust mocht doorvertellen. Als een lopend vuurtje ging het op het Groningse gymnasium waarop hij zat, en daarna werd het ook daar beter voor Tom. Waar voorheen vele ‘he homo!’s lukraak door de gangen schalden tegen wie dan ook, iets wat bij hem telkens weer „als een klap in zijn gezicht voelde”, werd dat daarna niet meer gedaan. Alsof ze beseften dat ze het als scheldwoord gebruikten en dat nu niet meer kon. „Scheelt ook wel dat ik op een heel net gymnasium zat, denk ik.”
Broadway
Eenmaal uit de kast, ging hij weer even ‘half terug in de kast’, tijdens zijn highschooljaar in Colorado. Hij zong daar in een kerkkoor en zat in een musicalgroepje, met wie hij op een heel goede dag naar Broadway ging. „We zagen daar de musical Priscilla, queen of the desert met twee drags en een transgender en toen wist ik: dit wil ook!” Het ‘draggen’ dus en weer terug in Nederland nam het een vlucht. De eerste keer dat hij optrad vond-ie superongemakkelijk. „Ik zag er niet uit!” Maar toen de Sephora failliet ging, hij voor een habbekrats een lading make-up op de kop tikte en bij een uitverkoop nieuwe outfits en een pruik scoorde, kon het oefenen en uitproberen en dragcelleren beginnen. Niet veel later werd Dolly geboren, zijn ondeugende en sarcastische alter ego die live zingt (en soms playbackt). Hij wordt veel geboekt en organiseert samen met dragpartner in crime Anastasia von Beaverhausen bingo’s en shows. Het optreden ziet hij als theater waarin Dolly alles mag zeggen: „Een fantastische hobby, het leven is al serieus genoeg.”
Het leven is leuker voor Tom geworden, de afgelopen tien jaar. Maar niet per se gemakkelijker, beaamt hij „Het lijkt soms wel alsof Nederland steeds intoleranter aan het worden is, ook op mij is gespuugd toen ik met m’n vriendje hand in hand liep, om maar een voorbeeld te noemen.”
Op liefdesvlak gaat het lekker met de Groninger. Hij is nu al bijna twee jaar stapelverliefd op ‘z’n vriendje’ Jeroen („ik vind partner echt zo’n rotwoord!”) en ja, z’n vader kan erg met Jeroen lachen.
Grote kans dat hij wel een biertje of wat met hem zal proosten op Coming Out Day, want het belang van deze dag, ziet Tom zeker in. „Veel homoseksuelen jongeren worden nog altijd gepest en dat maakt de drempel een stuk hoger om ervoor uit te komen, en dat is zo zonde. Ik zou willen dat ik het eerder had gedaan, het voelde meteen als een verlossing.”
Tot slot nog een tip voor hen die er nog niet uit zijn, maar wel willen. Fuck wat iedereen van je denkt, „bepaal de regie van je eigen leven.” En oh ja, als je er eenmaal uit bent, kleed je dan wel een beetje leuk, besluit hij met zijn kenmerkende grote lach. „Je hebt niet voor niets zo lang in de kast gezeten. Joe joe!”
Foto’s: Cecily Sadowski en Jurrie de Vries