Karin Slaughter: schutters Amerika inspiratiebron
De lobby van het Amsterdamse Waldorf Astoria hotel heeft een English society-sfeertje. De kleuren blauw, wit en grijs sieren de ruimte en meubelen. Op de ronde tafels staan ouderwetse, witte theekopjes met een gouden rand. Daaromheen staan uitnodigende grote fauteuils. De grote ramen bieden uitzicht op de tuin die een beetje somber kleurt door de wolken voor de zon. Je hoopt bijna op regen om je te nestelen op zo’n grote stoel met een goed boek zoals Gespleten.
Al twee decennia komt de Amerikaanse thrillerschrijfster, Karin Slaughter,naar Nederland en ook dit jaar is ze er weer. Metro schoof in dat societysfeertje bij haar aan.
In veel van je boeken zijn je slachtoffers vrouwen, ook in Gespleten. Waarom?
Vrouwen zijn nu eenmaal vaker slachtoffer, maar ik zet vrouwen niet neer als het zwakkere geslacht, vind ik. Ik heb nog geen boek geschreven waarin de vrouw gered moest worden door een man. Toen ik opgroeide en boeken las, waren de vrouwen juist meestal een accessoire voor de mannen. Ze waren er om de mannen er goed uit te laten zien. Ik probeer wel voor afwisseling te zorgen in mijn verhalen. In het ene boek is de vrouw het slachtoffer, in het volgende boek de man.
In het boek leg je nadruk op het feit dat de schutter een witte jongen is. Waarom deed je dat?
Het zijn meestal witte jongens die dit soort misdaden plegen. Het is een patroon dat we in Amerika zien. Wanneer hun achtergrond en jeugd worden geanalyseerd, zijn er indicaties waaruit blijkt waarom ze zo zijn geworden en dit hebben gedaan. Wat vooral naar voren komt is dat ze afwijzing heel moeilijk verwerken. Het is eigenlijk het ergste wat hen kan overkomen. Dit heb ik gebruikt in Gespleten. De schutter schiet zijn ex-vriendin en moeder dood omdat de ex het heeft uitgemaakt. Dat is hier de afwijzing.
Wederom is je boek een lekkere puzzel. Plot twisten zijn kenmerkend bij jou. Hoe kom je daaraan?
Dit is hoe mijn hoofdwerkt. Ik lees al van kleins af aan misdaadromans. Ik ben daardoor bekend met plot twists en hoe ik ze moet schrijven. Ik begin met een plot en later bedenk ik hoe ik het interessanter kan maken en dingen kan omdraaien. Ik houd ervan om dit te doen.
Even terug naar de schutter en zijn schietpartij: wat vind jij eigenlijk van de wapenwet in je land?
Ik vind het te gek voor woorden. Ik heb zelf ook twee wapens in mijn bezit (om zich in haar afgelegen schrijfhut in de bergen te kunnen beschermen, red), maar ik heb het gevoel dat er meer regels zijn voor mijn baarmoeder dan voor mijn wapens. Als ik abortus wil plegen krijg ik een heel papierwerk voor de kiezen. Twee tot drie dagen lang laten ze je eerst door een hel gaan en krijg je bijvoorbeeld de hartslag van je foetus te horen. Toen ik een handpistool wilde kopen was dat anders. Ik liep de winkel binnen en tien minuten later liep ik weg met een pistool.
Hoe zorg je ervoor om steeds weer tot unieke karakters te komen?
Ik zie mijn karakters als echte mensen. Ik probeer ervoor te zorgen dat ze niet op mij lijken. In het boek Gespletenis de hoofdpersoon Andy heel anders dan ik. Zij is meer iemand die een beetje ronddwaalt. Andy is heel veranderbaar als persoon en neemt het heft over haar leven niet in eigen hand. Ik denk dat 30-jarige vrouwen zich goed kunnen identificeren met Andy. Zij krijgen ook veel keus in het leven. Zoveel zelfs dat ze net als Andy soms niet weten wat ze moeten kiezen en bang zijn de verkeerde keuze te maken. Ik vond dat interessant om te gebruiken in haar karaktervorming.
Je ziet er zo lief en onschuldig uit, maar toch komen er uit jou de meest bloederige verhalen. Waar komt je fascinatie vandaan?
Als kind had ik deze fascinatie al. Mijn vader vond het geweldig om verhalen te vertellen die gewoon vreselijk waren. Hij vertelde me verhalen waar een hand afgehakt wordt of iets anders bloederigs. Het is normaal in de zuidelijke staten in Amerika om griezelige verhalen te vertellen. Dat is dus waar mijn liefde vandaan komt en ik ben dankbaar dat ik er mijn werk van heb kunnen maken.