Zó zet je op jonge leeftijd een modewebshop op
Elke week praat Metro over mode met een kenner uit het vak: van fotograaf tot sieradendesigner.
Het is amper twee jaar geleden dat Sanne en Milou met hun studenten-ov en samples over de arm door het land reisden – het was een eerste (succesvolle) poging om hun kersverse label Daylliance aan winkels te verkopen. Tussen het schetsen door liep er nog een studie rechten en werkten ze twee dagen per week om de huur te betalen. ,,Als we er nu op terugkijken, denken we: man, hoe déden we het?”
Wie denkt dat een eigen kledingmerk opzetten slechts rozengeur en maneschijn is, komt bedrogen uit: het is keihard werken, blijkt wel uit het verhaal van de twee jonge modeondernemers. Ze willen het leven echter vieren, net als de vrouw waar ze voor ontwerpen – een goede outfit kan immers een steentje bijdragen aan een positief bestaan. Daarom verkopen ze veel pakken en ‘krachtige items’: kan je aan naar je werk, maar óók naar de borrel.
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Sanne: „Toen ik in mijn master rechten zat, begon ik met het maken van kledingsetjes op mijn naaimachine. Die wilde ik gewoon voor de gein op een verkoopgroep op Facebook aanbieden, tot ik opeens honderden berichtjes van meisjes kreeg die óók zo’n setje wilden. Dat was het begin van Daylliance.”
Milou: „Ondanks het feit dat Sanne en ik allebei rechten studeerden, hebben we elkaar nooit op de universiteit gezien. Ik was echter ook bezig met creativiteit: zo maakte ik streetstylefoto’s voor mijn blog en begon te schrijven over leuke merken. Zodoende kwam ik Daylliance tegen.”
En toen begon het balletje te rollen?
Sanne: „Ja! Milou wilde meer weten over Daylliance, dus stelde ik voor om een kop koffie te drinken. Toen bleek dat we allebei uit dezelfde omgeving kwamen, dezelfde studie deden en op dat moment óók nog eens hetzelfde gevoel bij onze studie hadden.”
Milou: „We vonden rechten heel leuk, maar misten het creatieve en ondernemende. Eigenlijk wilden we beiden een eigen advocatenkantoor, maar voordat je dat hebt, ben je een flinke stap verder.”
Sanne: „Toen vroeg ik Milou of ze niet samen met mij aan de slag wilde voor Daylliance. We hadden snel een deal en gingen alle stoffenbeurzen af. Ik leerde Milou daarnaast in twee dagen hoe ik setjes op de naaimachine maakte.”
Waren jullie toen niet opeens héél intensief samen?
Sanne: „Jawel! Het ging van elkaar helemaal niet kennen naar elkaar dagelijks zien. Dat maakte wel dat we weinig te verliezen hadden: als ik dit met een vriendin was gaan doen, was ik constant bezig geweest met ‘wat als het fout gaat?’. In dat geval ben je namelijk ook je vriendin kwijt.”
Hoe verliep het opstarten dan?
Milou: „Door Sanne was Daylliance al ‘iets’, maar in de zomer van 2016 hebben we de eerste echte collectie geproduceerd. De maanden daarvoor deden we vooral dingen om geld te verdienen, zoals het bedrukken van truien. We werkten aan onze naamsbekendheid via Instagram en mond-tot-mondreclame en probeerden zo te sparen.”
Sanne: „Een dag ging toen letterlijk zo: in de ochtend bezochten we de markt, ’s middags flansten we een jurkje in elkaar en aan het eind van de dag werd er een foto gemaakt. Die plaatsten we dan de volgende dag online.”
En dat wierp dus uiteindelijk zijn vruchten af?
Sanne: „Ja! Het was al vanaf het begin nooit de bedoeling om de kleding zelf te blijven maken, het is alleen heel moeilijk om een producent te vinden. Zomer 2016 lukte dat echter toch, in Turkije, waardoor we in augustus met onze samples langs allerlei winkels in Nederland konden.”
Milou: „Veertien van de vijftien winkels kochten onze collectie in. Op de terugweg hebben we elkaar een tijdje vol ongeloof aangekeken.”
Maar goed, jullie studeerden nog steeds rechten?
Milou: „We waren zelfs aan het afstuderen… Dat was toch wel heel heftig in combinatie met het managen van veertien winkels. Ze kwamen aankloppen met problemen of wilden juist nog meer.”
Sanne: „Uiteindelijk zijn we toch overgestapt op ‘online exclusive’, omdat het overzicht bijna niet meer te houden was.”
Zouden jullie dit andere studenten aanraden?
Milou: „Tijdens je studie kan je uiteraard beginnen met dingen uitproberen, zoals uitzoeken hoe je een onderneming kan opstarten. De écht grote stap zou ik misschien pas na het afstuderen zetten. Als je een business wil opzetten, heb je 200 procent focus nodig.”
Sanne: „Aan de andere kant hadden we hier anders misschien niet gestaan. We zijn bijvoorbeeld door Chantal Janzen benaderd om te bloggen voor haar platform &C, heel gaaf! Stonden we bij bij de lancering opeens tussen al die bekende Nederlanders.”
Hebben jullie nooit overwogen om te kappen met studeren?
Sanne: „Nee! Je bent toch ergens aan begonnen. We zijn nu gelukkig allebei afgestudeerd.”
Milou: „De kennis die we bij rechten hebben opgedaan kwam ook van pas voor Daylliance: voor de algemene voorwaarden of privacy policy hoefden we geen specialist in te huren.”
Jullie ontwerpen alles zelf. Waar komt de inspiratie vandaan?
Sanne: „Deense of Franse streetstyle, andere grote merken, modeshows, maar ook natuurfoto’s. Daar hebben we laatst een print op gebaseerd.”
Milou: „We moeten allebei 100 procent achter een ontwerp staan. Als we beide ‘yes’ denken, wordt het meestal een bestseller. Designen is het enige wat we écht nog helemaal samendoen.”
https://www.instagram.com/p/BTgF4k0Dcd9/
Toptip voor modeondernemers in spe?
Milou: „Je moet met iets komen wat onderscheidend is en vooral een lange adem hebben. Je kan zeker wel twee tot drie jaar rekenen voor je er voor jezelf een inkomen uit kan halen.”
Sanne: „Soms is sparen en het dan in één keer goed doen ook fijn: wij hebben bijvoorbeeld heel veel uitgeprobeerd met verpakkingen en online-strategieën, terwijl dat misschien niet per se had gehoeven.”
Valt er op het gebied van Instagram nog wat te halen?
In koor: „Nee! Die markt is zo verzadigd, je kan beter wachten tot er iets nieuws komt, en daar dan vol op inzetten.”