Niet lullen maar poetsen
Ik ben er geboren en getogen. Een stad waar je u tegen zegt. Een stad met attitude. Maar vooral een stad die verkeerd wordt begrepen. Want wanneer ik mensen vertel waar ik vandaan kom, hebben zij vaak meteen een oordeel klaar. Zij noemen deze stad bot, onbeleefd, gehaast of simpelweg ‘plat’. En dat terwijl ze zoveel hoogtepunten van wel honderdzesenvijftig meter heeft bereikt.
Toen ik jonger was begreep ik er niets van. Hoe is het mogelijk dat men een hekel heeft aan de plaats waar ik van houd? Ik ben er opgegroeid, ik werd er verliefd en ik heb er geleerd. Ik heb er geleerd dat het goed is om hard te werken. Ik heb er geleerd dat traditioneel het niet altijd wint van modern. En met meer dan 173 nationaliteiten om mij heen leerde ik vooral dat het niet uit maakt of je wit of zwart bent. De mensen in mijn stad zijn allemaal verschillend. En dat maakt het straatbeeld zo ontzettend mooi. Zo mooi, dat ik het mijzelf aantrok wanneer buitenstaanders mijn stad bestempelden als lelijk.
Naarmate ik ouder werd begon ik het te begrijpen. Het gezicht van de oude generatie is asociaal, vol getatoeëerd, grofgebekt en draagt een peuk in zijn hand. "Niet lullen maar poetsen", is wat er naast de walm van rook uit zijn mond rolt. Jammer genoeg ben ik het eens met het feit dat dit nu niet bepaald charme met zich mee draagt. Gelukkig maakt dit de stad niet minder mooi voor mij. Ik zie een plek vol mogelijkheden, een plek met ambitie. Ik zie een plek die zich na de wederopbouw heeft ontwikkeld tot een wereldstad. Een stad die niet stilstaat maar vooruit streeft.
Wanneer ik nu iemand zijn mening hoor geven over mijn stad, moet ik stiekem een beetje lachen. Want dat is misschien wel de rede dat ik mij zo thuis voel op deze plek. Het gevoel dat ik heb voor deze stad is een geheim. Iets dat je alleen ervaart wanneer je hier bent opgegroeid. Ben jij ook Rotterdammer? Dan begrijp je wat ik bedoel.