Taal-ingenieur

Claude Aendenboom 7 apr 2025

Al sinds mijn kindertijd keek ik met enige jaloersheid op naar mijn broer Tom. Hij wist reeds als kleuter wat hij wilde worden: piloot of electronika-ingenieur.

Dat was ook de wens van mijn ouders alsook van onze strenge tante Berna, die op haar 20e een affaire had met een Congolese piloot en nadien met een ander stamhoofd, een ingenieur. Van mij werd verwacht dat ik een brave huisarts zou worden.

Maar al snel werd ik een rebel without a cause en liep veel te vroeg de meisjes van de naburige nonnenschool achterna. Met als gevolg: ik werd een vroegtijdige schoolverlater en verzilverde dus geen diploma Latijn-Grieks op mijn 18e verjaardag, waardoor ik mij weer te pletter dronk in een louche kroeg. Onder invloed van de psychedelische muziek van The Beatles en The Stones.

Afkraken

Vijf jaar later zat ik aan de grond en behaalde Tom zijn waardevolle ingenieursdiploma aan de Gentse universiteit. Ik werd zo nijdig dat ik hem probeerde af te kraken maar dat lukte niet. Ik daagde hem zelfs uit om een potje te schaken, waarbij Tom mij steeds na zeven zetten versloeg. En dat was alweer een reden voor mij om chagrijnig te doen tegen mijn succesvolle broer. En ja, tijdens mijn burn-out had ik nog een veel korter lontje. Eén verkeerde zin, woord of schampende intonatie van hem en ik ontplofte. Na een fikse ruzie op Oudjaar 1995 vluchtte mijn broer weg voor mijn razernij en reed met zijn auto naar Brussel.

Gedurende drie maanden had hij niets meer van zich laten horen, tot grote ongerustheid van mijn ouders.Toen hij plots aan onze voordeur stond, stelde hij zijn nieuwe vlam voor, de Bosnische Leonida. En zoals mijn trouwe lezers allang weten: ze had een topfunctie bij het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. En raar maar waar, ik gunde het mijn broertje, ik was immers blij dat hij nog in leven was.

Gespeelde vriendelijkheid

Tom en ik zijn nooit beste maatjes geworden, ook in mijn poëzie geloofde hij niet en nog minder in mijn gespeelde vriendelijkheid. Ja, we zijn Kaïn en Abel tot in de eeuwigheid.

Vanmiddag waren moeder en ik uitgenodigd in een kasteel. Mijn broer had tijdens een carnavalsfeest onlangs Cyriel ontmoet, een baron en vrijgezel. Mijn big brother heeft al enkele keren bij hem gelogeerd. En dus wilde Tom vandaag onze verjaardag vieren en een twintigtal mensen aan de grote ronde tafel zien eten en drinken.

Helaas, mijn moeder heeft de laatste dagen te veel last van haar nieuwe tandprothese, waardoor ze amper kan praten en al zeker niet het barbecuevlees kan kauwen dat in de tuin van Cyriel was voorzien. En dus waren we beiden niet aanwezig op het zonnig feestje.

Ingeving

Ja, mijn broer maakte mij vandaag alweer afgunstig, dit keer met mooie foto’s van zijn universiteitsvrienden in dat kasteel ergens in de bossen. En toch overwon ik weer mijn jaloersheid via mijn nieuwste gedicht gecreëerd met AI, jawel Artificiële Intelligentie. Want plots krijg ik bij het schrijven van deze tekst een ingeving: ik roep mezelf ook uit tot ingenieur: taal-ingenieur.

De Taal-Ingenieur

Er is een groot man in het land
ja mijn broer, zit vol technologie,
terwijl ik, de poëet, dromen brandt
en hij maakt stromen en energie

Samen een creatief verband
In letters vind ik mijn kracht.
De ingenieur met zijn stroom
als dichter zoek ik in de nacht,

Hij bouwer van elk technische droom
Onze  vriendschap is oprecht onecht
Zo rivaliseren wij samen in één lied,
Een wereld waarin m’n kunst bekvecht
en ik me zonet tot taal-ingenieur uitriep

(c)laudeAI 2025

Als ik heel eerlijk mag zijn: ik dicht beter zonder dat hele AI-gedoe. Een mensenbrein is immers zoveel intelligenter dan een AI-robot die denkt dat hij taal-ingenieur is. Deze titel komt mij toe en zal op mijn nieuwste visitekaartjes worden gedrukt.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties