Advocaat met slagroom zonder bingo

Han Maas 1 apr 2025

„Godsamme, ik heb me een paar platpoten gelopen en nu heb ik nog geen geld”, zegt tante zoals altijd mopperend goedgemutst. „Woon je aan het eind van die straal van 5 kilometer, heb je al pech en nu dit weer. Als ze nu die regiokantoren niet hadden gesloten, was er ook geen probleem geweest: gewoon binnen pinnen.

Ja, er was weleens eentje kaduuk, maar dan was er nog wel een andere die het deed. Die in de supermarkt staat er ook niet meer. Wel die apparaten voor staats- en krasloten, waar menig verslaafd ‘persoon van meer jaren’ zijn AOW aan spendeert. Een pakje sigaretten kun je er niet meer kopen, want daar kun je verslaafd aan raken, op… 92-jarige leeftijd. Maar het gaat in dit land natuurlijk om de jongeren. Probleemjongeren. Nou, alsof ik als jong meisje in de oorlog geen problemen had. De jongste uit wat ze tegenwoordig een samengesteld gezin noemen. Een ‘bonuskind’. Ik kom toch niet van Albert Heijn?”

Aan mijn arm loopt tante op haar enigszins uit de tijd geschoven, maar netjes gepoetste instappers verder. Haar goede inborst in een lange jas, als een mantel die de liefde van een kleine, wat uitgewaaierde familie bedekt. Bij de Hollandse Schouwburg staat ze stil: „Over een maand is het weer 4 mei. De stenen van de gevel zijn de stille getuigen. Verderop is het station waar je vader als dwangarbeider vertrok naar Lager Weserlust in Bremen. Hij moest wel, anders zouden onze broers en vader worden opgepakt.”

Dit is mij meer dan bekend, maar niet wat tante mij hierna vertelt, over wat er een paar maanden daarvoor was gebeurd: „Twee moffen hielden hem staande in het park. Bij die voetgangersbrug, weet je. Een jongere en een oudere. Ze vorderden zijn fiets. „Hoe moet ik dan thuiskomen, lopend?”, zei je vader; hij wees op zijn versleten schoenen. Toen hij weg wilde fietsen pakte de jongere soldaat zijn geweer en haalde de trekker over, maar het wapen weigerde –  ketsen noemen ze dat – waarop hij opnieuw aanlegde. De oudere soldaat hield hem tegen.”
Het heeft dus niet veel gescheeld of ik had hier niet met tante gelopen… Eindelijk een werkende pinautomaat.

„Is dat niet te veel geld om in huis te hebben, tante?”
„Je moet me niet betuttelen, jongen, dat doen er al genoeg. Alleen mijn hulp weet waar mijn geld ligt. Een schat van een jongen, uiterst betrouwbaar, dus zeg niet dat hij van de verkeerde kant is – wil je een biertje? Dan neem ik een advocaatje, dat maak ik zelf wel uit, daar heb ik geen bingo voor nodig. Met slagroom. Uit een spuitbus, ik ga met mijn tijd mee. Hè, fijn om weer thuis te zijn – zal er oorlog komen, denk je?”
„Ach tante, gaat u maar rustig slapen.”

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties