Mantelzorg is niet altijd makkelijk
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2Flezerscolumn-files%2Fellen.jpg)
Mijn moeder van 84 belt nu drie keer per dag. Dezelfde moeder die tot voor kort zelfstandig en energiek was, van wie ik nooit echt had beseft dat ook zij oud zou worden. Dat ze ineens veel aandacht zou vragen. Het ging zo snel dat ik er nog steeds niet goed mee om kan gaan.
Twee dagen geleden waren mijn broer en ik nog bij haar, en nu begint ze over een blaasontsteking. Of ik de dokter moet bellen voor antibiotica? Nee, ze wil zelf gaan, want ze heeft ook last van een verzakking. Die zit er al tijden, zegt ze, maar nu drukt het op haar blaas. Ze kan niet zelf rijden, dus…
Dat autootje moet dus snel worden gemaakt. Maar wij, haar kinderen, rekken dat moment zo lang mogelijk. Omdat ze eigenlijk niet meer veilig rijdt.
Stoepranden
Ze heeft al meerdere keren de auto op een betonnen bol geparkeerd, palen over het hoofd gezien bij het achteruit steken en stoepranden meegepakt. En alsof dat nog niet genoeg is, mankeert er ook van alles aan de auto. Mijn broer heeft al diverse lampen vervangen en bumpers vastgezet. Nu is hij van binnen vochtig, waardoor er een laagje water aan de binnenkant van de ramen staat. Zo beslagen dat zelfs de blower het niet meer aankan.
Bij haar laatste rit ging het mis. Ze zag niks, miste een bocht en reed zo de tuin van een boerderij in. Godzijdank kwamen daar aardige mensen naar buiten die haar goed opvingen. Ze heeft er zelfs nog gezellig koffie zitten drinken.
„Jullie moeten zorgen dat mijn auto wordt gemaakt”, zegt ze weer.
Niet om de hoek
Ondertussen moet ze ook een nieuwe bril, moet haar computer worden nagekeken en haar rijbewijs worden verlengd. „Wanneer komen jullie?”, vraagt ze.
We wonen niet om de hoek. Ik probeer haar uit te leggen dat ze moet meedenken over oplossingen. We kunnen niet voor elk wissewasje naar Friesland komen. Zeker niet als ze weigert haar buurvrouw om hulp te vragen, een buurvrouw die haar al honderd keer heeft aangeboden te helpen.
„We komen donderdag”, zeg ik. „Dan rijden we ook meteen langs de huisarts.” „Dat is wel lang, hoor”, verzucht ze.
Hoe rot het ook voelt, ik houd voet bij stuk. Toch blijf ik met een vervelend schuldgevoel zitten. Als ik even later mijn jongere broer aan de lijn heb, komt het hele verhaal eruit.
Stoppen en regels
Hij ziet haar niet vaak, woont op drieënhalf uur rijden, en is sowieso niet erg betrokken. Zijn oplossing? „Ze moet stoppen met autorijden, haar rijbewijs mag niet verlengd worden, en we moeten regels opstellen. Anders kan ze daar niet blijven wonen.”
Dat vind ik nogal wat.
Mijn moeder heeft nog steeds recht op haar eigen keuzes. Totdat ze zelf beseft dat het niet langer gaat. Haar situatie is in korte tijd compleet veranderd en ik denk dat ze nog in een fase van ontkenning zit. Misschien zit ik daar zelf ook wel een beetje in.