Instituut schetst eenzijdig beeld over zwemveiligheid
Als voorzitter van de Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid (NSWZ) ben ik dagelijks bezig met het bevorderen van zwemveiligheid en het toegankelijk maken van zwemonderwijs. Daarom was ik zeer benieuwd naar het rapport dat het Mulier Instituut vandaag publiceerde over zwemmen en zwemdiploma’s. Helaas roept het onderzoek, in plaats van duidelijkheid te bieden, veel vragen op.
Het rapport stelt dat minder Nederlanders regelmatig zwemmen – een daling van 70 procent in 2019 naar 54 procent in 2024. Daarnaast wordt de Nationale Norm Zwemveiligheid (NNZ), die een C-diploma vereist, gepresenteerd als de standaard. Slechts 14 procent van de ondervraagden vindt dit diploma noodzakelijk, terwijl een groot deel aangeeft dat diploma B of zelfs alleen A voldoende is. Op het eerste gezicht lijkt dit zorgwekkend, maar er is meer aan de hand.
Methodieken
Wat is de Nationale Norm Zwemveiligheid eigenlijk?
De NNZ wordt bepaald door de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ), een semi-commerciële organisatie die zelf zwemdiploma’s aanbiedt. Het is belangrijk te begrijpen dat er in Nederland meerdere diploma-aanbieders zijn, zoals ENVOZ, EasySwim, Zon en onze eigen NSWZ. Deze organisaties hebben verschillende methodieken, maar allemaal hetzelfde doel: kinderen veilig leren zwemmen.
Het probleem met dit rapport is dat het alleen de NNZ benadrukt en daarmee de indruk wekt dat andere aanbieders minderwaardig zijn. Dit is niet eerlijk, want er zijn veel manieren om kinderen zwemveilig te maken en ouders moeten vrij kunnen kiezen welke aanpak bij hun kind past.
Wie zijn de ‘ondervraagde Nederlanders’?
Het onderzoek is gebaseerd op 1.506 mensen van 16 jaar en ouder, maar het rapport vertelt ons niets over wie deze mensen precies zijn. Zijn het ouders met jonge kinderen? Mensen uit verschillende inkomensgroepen? Zijn er bijvoorbeeld ook mensen ondervraagd uit gezinnen met een migratieachtergrond, die vaak meer moeite hebben om zwemlessen te betalen? Deze informatie is cruciaal om te begrijpen hoe we zwemveiligheid voor iedereen kunnen verbeteren.
Zwemlessen zijn duur, en dat speelt een grote rol
Veel ouders weten hoe duur zwemlessen zijn. Als je meerdere kinderen hebt, kunnen de kosten flink oplopen. Het is begrijpelijk dat ouders soms stoppen na diploma B, zeker als ze geen financiële ondersteuning krijgen. Dit is een realiteit die in het rapport nauwelijks aan bod komt, terwijl dit een van de belangrijkste redenen is waarom kinderen niet doorleren tot diploma C.
Daarom pleit ik voor de oprichting van een zwemlesfonds, waarin subsidies eerlijk worden verdeeld tussen gemeentelijke, semi-commerciële en commerciële zwemlesaanbieders. Met zo’n fonds kunnen we ervoor zorgen dat álle kinderen toegang hebben tot betaalbare zwemlessen, ongeacht de financiële situatie van hun ouders.
Maak zwemlessen weer leuk!
Wat het rapport ook niet noemt, is dat de kwaliteit en aantrekkelijkheid van zwemlessen een enorme rol spelen. Als zwemlessen te strikt en star zijn, zonder aandacht voor het plezier van het kind, is het logisch dat ouders en kinderen afhaken. Zwemveiligheid hoeft niet te draaien om verplichtingen; het moet gaan om motivatie en enthousiasme. Maak van diploma C een uitdaging, niet een last.
Mijn zorg: onrust en verkeerde conclusies
Het Mulier Instituut publiceert dit rapport vlak voor belangrijke Kamerdebatten over zwemveiligheid. De timing maakt mij bezorgd, omdat het eerder lijkt bedoeld om politieke druk te creëren dan om objectieve inzichten te delen. Ouders kunnen hierdoor onnodig ongerust raken, terwijl het echte probleem – betaalbare en toegankelijke zwemlessen – niet wordt aangepakt.
Samenwerken en droom
Mijn oproep: samenwerken aan transparantie en betaalbaarheid. Als we zwemveiligheid echt willen verbeteren, moeten we samen optrekken. Gemeentelijke, semi-commerciële en commerciële aanbieders moeten als gelijken samenwerken. Transparantie is daarbij essentieel: ouders moeten weten welke opties er zijn en wat bij hen en hun kind past.
Mijn droom is een Nederland waar ieder kind kan leren zwemmen, ongeacht financiële of sociale omstandigheden. Met een zwemlesfonds kunnen we deze droom werkelijkheid maken. Laten we samenwerken, niet alleen praten over diploma’s, maar écht werken aan een veiliger en toegankelijker zwemonderwijs voor iedereen.