3 Januari: business as usual
Het is 3 januari en laten we eerlijk zijn: de wereld draait weer als vanouds. Dat wil zeggen, we steken en schieten elkaar nog steeds overhoop. Het lijkt erop dat de feestelijke spirit van vrede en goodwill alleen geldig is tot het laatste glas champagne. Daarna terug naar de gebruikelijke chaos.
Auto’s in de fik steken is blijkbaar ook nog steeds een nationale sport. Altijd fijn om te zien dat tradities worden gekoesterd, zelfs als ze naar benzine en rook stinken. En dan het nepnieuws. Het verspreiden van complete onzin op het internet is net zo onuitroeibaar als oliebollenvet dat in je gootsteen belandt. Maar ach, waarom zouden we onze hersens gebruiken als we ze ook kunnen laten weken in een bad van desinformatie?
Superhelden
De goede voornemens? Die zijn waarschijnlijk al gestorven op 2 januari, ergens tussen de koelkast en de koekjestrommel. De sportscholen zijn weer gevuld met spijtoptanten die één dag dachten dat ze superhelden waren. Nu zijn ze vooral helden in smoesjes verzinnen.
En dan de politiek. Oh, die zijn nog lekker met kerstreces. Want waarom zou je de ellende van regeren oppakken als je ook nog even kan schuilen achter een kerstboom? De kunst van uitstellen is hen niet vreemd. Alles om de realiteit nog even buiten de deur te houden. Misschien dat ze op 4 januari eindelijk besluiten om iets te doen. Of op 5 januari. Of, wie weet, in februari.
De winnaars van de diverse eindejaarsloterijen zijn inmiddels ook uit hun roze wolk gevallen. Want wie is de échte winnaar? Juist, de Belastingdienst. Een applausje graag voor onze nationale graaier, die elke geluksdroom met een gepeperde aanslag weet te vergezellen.
Koude friet
Veel heil en zegen, zeggen we dan tegen elkaar. Hoewel ik eerlijk gezegd niet weet waarom. Heil? Zegen? Wat is dat eigenlijk en waarom wens ik het iedereen toe? Misschien is het gewoon een formule, zoals ‘smakelijk eten’ tegen iemand die een bak koude friet aan het verorberen is.
Maar goed, laten we er een mooi jaar van maken. Of in ieder geval een jaar waarin we het cynisme koesteren als een warme deken. Want als je niet kunt lachen om de waanzin, wat blijft er dan nog over?