Een spiegel langs de badrand
Vanaf de badrand aanschouw ik een schouwspel dat meer wegheeft van een sociaal experiment dan van een zwemles. Het water klotst, kinderen ploeteren en docenten balanceren subtiel tussen stimuleren en kalmeren. Maar het echte drama?
Dat speelt zich vaak af op de tribune. Ouders. Hun blikken, houdingen en soms zelfs hun directe inmenging, maken zwemles tot een dynamisch proces dat niet altijd draait om het kind, maar om wat ernaast gebeurt.
De rol van ouders in dit proces kan niet worden onderschat. Ze zijn geen passieve toeschouwers; hun houding bepaalt mede het succes van de lessen. Een open houding – je kent ze wel, die ouders die ontspannen op de tribune zitten en vertrouwen uitstralen – geeft ruimte. Ruimte voor de docent om het kind te leren kennen, om een vertrouwensband op te bouwen, om te begrijpen wat dat ene kleine hoofdje nodig heeft om angsten te overwinnen en grenzen te verleggen.
Maar dan zijn er de andere ouders. De ‘beschermers’, soms met één arm stevig om het kind heen, of beiden voor de zekerheid. Het kind krijgt terloops een rugmassage alsof het net een marathon heeft gezwommen, terwijl de docent probeert door te dringen. „Waarom vind je het spannend?”, vraagt de docent geduldig aan het kind. Maar voordat het stil blijft, springt de ouder in: „Oh, hij is moe. Hij heeft slecht geslapen. En hij vindt het water hier een beetje koud.” Bam. De deur naar vertrouwen is dichtgeslagen voordat die ooit open was.
Ouder vult al in
Die gesloten houding, hoe goed bedoeld ook, doet iets met het proces. Het kind voelt feilloos aan dat mama of papa het wel voor ze regelt. Die angst of onzekerheid hoeft niet uitgesproken te worden, want de ouder vult het al in. En daarmee ontneemt diezelfde ouder de docent de kans om professioneel in te spelen op wat het kind echt nodig heeft.
En wat gebeurt er als het systeem even niet werkt voor een kind? Dan ontstaan er creatieve uitwegen. Kinderen die ineens achteraan de rij staan en keurig iedere kans om te zwemmen vermijden. Of juist ouders die subtiel de lesgever proberen te sturen: „Zou het niet beter zijn als hij dat andere slagje leert? Dat lijkt mij wel handig!” Maar zwemles is geen à-la-carte-menu. Het is een proces waarin de docent leidend is, want die heeft de tools, de ervaring en het overzicht om iedereen op zijn eigen tempo vooruit te helpen.
Averechts
Dus, ouders langs de badrand: hebben jullie vandaag al in de spiegel gekeken? Die curlingbewegingen, dat rugwrijven, het invullen van antwoorden – het komt allemaal voort uit liefde en bescherming, dat weet ik. Maar die liefde kan, hoe ironisch ook, averechts werken. Geef de docent de ruimte. Vertrouw op het proces. En vooral, geef je kind de kans om fouten te maken, te voelen en te groeien.
Vanaf de badrand ziet zwemles er namelijk uit als een samenspel, met ouders als een cruciaal maar vaak onzichtbaar onderdeel. Durf eens los te laten. Je kind zal je dankbaar zijn. En wij aan de badrand ook.