Selfmoorddroomfles?
Jawel, ik hou enorm veel van het zoeken naar verrassende palindromen. Een palindroom is een woord dat hetzelfde blijft als je het andersom leest zoals ‘lepel’, ‘serres’, en ‘stormrots’. Ook ‘legovogel’ vind ik bijzonder goed gevonden. Een iets langer palindroom is: meetsysteem.
Deze ochtend kreeg ik inspiratie voor deze tekst bij het ontdekken van een nieuw palindroom. Ik wilde op deze duistere dag weer eens van deze godverlaten planeet verdwijnen.
Dus ja, de titel van dit verhaal heb ik al, het palindroom: selfmoorddroomfles. So here’s where the story end. Hoewel ik de afgelopen jaren reeds in het paradijs vertoefde: ik geniet al een kwart eeuw literaire erkenning, heb neuropsychologie en kunstfilosofie mogen studeren. Ik ben ook gestopt met roken en drinken, waardoor ik me mentaal sterk voel. En tenslotte: ik heb als diehard fan veel mailcontact gehad met mijn idool sir Mick Jagger, geloof het of niet. Voor hem schreef ik de afgelopen vijf jaar een 120-tal rolling stoned poems. And he liked it.
Appels en peren
Nee, ik mag niet klagen, al doet mijn gekwelde ziel de laatste dagen niets anders. Want er zijn ook vele rampzalige dingen gebeurd: dertien dames en heren, appels en peren van de familie Aendenboom zijn lelijk ten val gekomen, op amper enkele jaren tijd. Kunstschilder oom Marc overleed jong door honger, architect oom Luc door drank en oom Ivo, onze sluwe zakenman, heeft zijn beurs geledigd bij goedkope chicks met een dure smaak. Ook al mijn tantes zijn op lugubere wijze uit onze stamboom geplukt. Nee, zij waren geen rotte appels, ze waren gewoon niet bestand tegen de levensstormen, hadden allemaal een te kort lontje en zo was hun goede naam hier in onze stad onherroepelijk verbrand. Het was een vicieuze cirkel, een sneeuwbaleffect dat eindigde in zwarte sneeuw.
Ook de levenstrein van mijn inmiddels overleden vader ontspoorde. Hij was een man met een hoog IQ, maar een volleerd alcoholicus en kwam op plaatsen waar hij nooit eerder was geweest. En ik en mijn broer? We zijn bijna rauw verslonden door geldwolven maar we hebben de jungle overleefd. De littekens blijven.
Zonnig lachen
En inderdaad, ook het kwaad is in hoogsteigen persoon verschenen aan mijn 75-jarige moeder. Jawel, een stiefzus heeft al ons erfenisgeld wettelijk en eerlijk verkregen, al werd er soms weleens een ‘blanco blad’ gesigneerd. Eén troost: de devil in disguise heeft van haar fortuin niet kunnen genieten, ze overleed kort daarna door ziekte. Enkel mijn 80-jarige moeder heeft ons mentale oorlogskamp overleefd. Het is een wonder dat zij goudblond is gebleven en nog elke dag zonnig kan lachen.
En nu op deze sombere kille avond is ook mijn tijd gekomen. Ik ben een boeddhist en dus klink ik op een rooskleuriger volgend leven. Dat kán als ik via mijn fles van de eeuwige rust droom, ja een ware vervloekte dichter richt zichzelf ten gronde. Vaarwel mijn hel?
Maar eerst kijk ik met mijn telescoop nog eens goed naar de sterrennacht en ik bedenk snel: ‘Ach, ik hou te veel van de ‘levensnevel’, hey, dat woord is ook een palindroom.’ Ik zet mijn fles terug op mijn nachtkastje en kruip onder de wol. Ontnuchterd glijd ik weg in een vredige diepe hemelse slaap…