Ik ben moslim, maar ik vier geen kerst
Het is december. De winkelstraten zijn omgetoverd tot fonkelende lichtshows, kerstliedjes klinken uit de luidsprekers en reclames overspoelen ons met beelden van warme families bij een rijkgevulde tafel. Nederland glijdt in een ritme van samenzijn, cadeaus en bovenal: vrije dagen. „En jij, Said?”, wordt er elk jaar weer gevraagd.
Vaak met een mengeling van nieuwsgierigheid en licht sarcasme. „Vier jij geen kerst? Maar die vrije dagen, daar profiteer je zeker wel van?”
Laten we het even rechtzetten: ja, ik ben moslim en nee, ik vier geen kerst. Ik zet geen boom in mijn woonkamer, ik versier geen huis met lichtjes en ik koop ook geen kerstdiner voor vijftien man. Dat is geen statement tegen kerst of degenen die het vieren, maar simpelweg een gevolg van wie ik ben en waar ik voor sta. Kerst is geen onderdeel van mijn religieuze of culturele beleving, en dat is oké.
Exclusief
Wat mij echter stoort, is de implicatie dat ik ‘profiteer’ van iets waar ik niet aan deelneem. Het idee dat mijn keuze om geen kerst te vieren mij diskwalificeert van het recht op een paar dagen rust in december, alsof die dagen exclusief aan kerstvierders toebehoren. Even serieus: vrije dagen zijn bij wet geregeld, niet door de Kerstman. Die dagen zijn onderdeel van onze arbeidswetten en daar heeft iedereen, ongeacht geloof of achtergrond, evenveel recht op.
Denk je dat ik in mijn eentje op kantoor ga zitten op tweede kerstdag, terwijl de rest van Nederland gezellig thuis zit? Moet ik mijn manager bellen en zeggen: „Nee hoor, houd die vrije dag maar, want ik vier geen kerst?” Zo werkt het natuurlijk niet. En niemand verwacht van een niet-religieuze Nederlander dat hij zijn vrije dagen met Pasen of Pinksteren afstaat, toch? Maar zodra je als moslim zegt dat je niet meedoet met kerst, is het opeens verdacht.
Buiten de samenleving
Ik snap waar het vandaan komt. Voor veel Nederlanders staat kerst symbool voor gezelligheid, traditie en een soort gedeeld cultureel erfgoed. Niet deelnemen voelt voor hen misschien alsof je je buiten de samenleving plaatst. Maar dat is niet waar. Ik ben niet ‘minder’ onderdeel van Nederland omdat ik geen kerstboom opzet. Mijn afwezigheid aan de kersttafel betekent niet dat ik ongezellig ben of niet geïntegreerd. Ik vier mijn eigen momenten van verbinding: Eid al-Fitr, Eid al-Adha of de vastenmaand Ramadan. Dat zijn mijn dagen van samenzijn, bezinning en vreugde.
Er is een bredere vraag die we ons kunnen stellen: waarom voelen we ons zo ongemakkelijk als iemand niet meedoet aan de ‘norm’? Waarom moet elke uitzondering worden becommentarieerd, of het nu gaat om het niet vieren van kerst of het niet drinken van alcohol op een borrel? Is het omdat we bang zijn dat anders-zijn ons uit elkaar drijft? Het tegenovergestelde is waar: in diversiteit zit kracht. Je hoeft niet alles te delen om samen te leven.
Tijd met familie
Dus nee, ik vier geen kerst. Maar ja, ik geniet van die vrije dagen. Ik gebruik ze om bij te komen, om tijd met mijn familie door te brengen, om te lezen of simpelweg om uit te slapen. Want net als iedereen heb ik soms even pauze nodig van het jachtige leven. Als dat samenvalt met kerst, prima. Het is mijn rust en die heb ik verdiend.
Laten we elkaar niet vastpinnen op deze kleine verschillen. Want uiteindelijk gaat het er niet om wie wat viert of welke vrije dagen iemand neemt. Het gaat erom dat we respectvol met elkaar omgaan. Dat we elkaar de ruimte geven om te zijn wie we zijn, mét of zonder kerstboom. En als ik je dan toch iets mag toewensen, dan is het dit: fijne feestdagen, hoe je ze ook viert. Of niet.