Duitse vaklui, of toch niet?
Wat werkt er therapeutischer dan keihard meezingen met Helene Fischer in de auto op weg naar huis? Ik kan het iedereen aanraden na zijn of haar werk. Een Duitse Schlager werkt heel ontstressend.
Geheel ontspannen kom ik dan ook bij ons dorpje aanrijden. Vanaf het begin van onze straat zie ik het busje van de tegelzetter al staan. Positief ingesteld als altijd denk ik dan nog: wat goed dat hij er zo laat nog is!
Elke vezel van mijn lijf
Als ik vervolgens ons pad in draai, schiet de stress met een klap in elke vezel van mijn lijf terug. Uit het kelderraam komt een klein beetje rook. Zonder mijzelf een moment te gunnen, vlieg ik uit de auto het huis binnen.
Ik geef mijzelf geen tijd om te ruiken of om überhaupt na te denken. Je moet weten: in onze kelder staat een olietank van 15.000 liter die verantwoordelijk is voor het verwarmen van ons huis. Dat is dus wel de laatste plek waar je rook vandaan wilt zien komen.
Met een klap, vergezeld met een wilde kreet, gooi ik de kelderdeur open. Totaal gechoqueerd door deze vertoning, staart de tegelzetter mij aan. In zijn linker mondhoek bungelt een half opgebrand sigaretje. Nu is het mijn beurt om gechoqueerd te zijn.
Vloeiend Duits
Zonder verder te twijfelen over of mijn Duits klopt of niet, begin ik als een volleerde lerares een uiteenzetting te geven over vuur en olie. De tegelzetter zegt niks en staart mij aan als een verbaasde kleuter, waaraan je de wetten van de zwaartekracht probeert uit te leggen.
Daarna is het stil. Samen staan we daar tussen de pakketten tegels elkaar aan te staren. Ik wachtend op een antwoord en hij zoekt naar een logische verklaring. Na een diepe zucht zegt de medewerker uiteindelijk: „Entschuldigung, ich spreche kein Deutsch.” Oftewel, sorry ik spreek geen Duits.
Sie sprechen kein Deutsch?! Vol ongeloof storm ik de keldertrap terug op. Hij kan wel geen Duits, voor zover dat waar is. Maar zijn baas die de opdracht aangenomen heeft zeker wel.
Schnaps
Nog voor de eigenaar aan de telefoon zijn hele naam uitgesproken heeft, begin ik mijn verhaal al. Hij snapt er zo genaamd niks van. Want ja, ik spreek ineens niet goed genoeg Duits. Het gesprek eindigt in een deceptie. Als ik stoom afgeblazen heb, wandel ik vermoeid de kelder terug in.
Tot mijn verbazing is de tegelzetter gewoon verder gegaan. De sigaret is uit zijn mond verdwenen en het sigarettendoosje zie ik niet meer liggen. Wel of geen Duits, de boodschap is overgekomen.
De volgende dag komt de eigenaar zelf langs. Hij heeft een kleinigheidje mee, voor deze pittige Nederlandse vrouw. Een flesje goedmaak-Schnaps. Omdat de situatie zo ongemakkelijk is, neem ik het flesje aan. Een paar dagen later is de klus klaar en rijden deze ietwat aparte tegelzetters gelukkig ons leven weer uit.