Zinloosheid…
Onlangs ben ik voor het eerst in Washington geweest. Een stad met veel oorlogsmonumenten. De Civil War, Korea, Vietnam etcetera. Een eerbetoon aan de vele gevallenen. En terecht.
Maar ik weet nog goed de Journaals van vroeger, de B52’s met hun bommentapijten, de napalm op de onschuldige bevolking. Waarom in Godsnaam? En de arme Amerikaanse jongens die met een opgehitst idee over ‘domino-affecten van communistische overheersing’ eropuit werden gestuurd om ‘spleetogen een koppie kleiner te maken’. Zij kwamen terug in lijkzakken. Omdat de leiders het zo goed zagen? Of fout, wellicht?
Shock
Het Vietnam-monument in Washington is een zwart marmeren muur met alle namen van de gevallenen erin gegraveerd. Het pad erlangs loopt langzaam af de grond in, waardoor de muur als het ware steeds hoger wordt. Het aantal namen van gevallenen neemt steeds meer toe, hoe verder je loopt. Duizelingwekkend. 48.000 namen staan er weergegeven.
Dan besef je pas hoeveel doden dat zijn! Soms is er een vlaggetje geplaatst van een nabestaande. Langzaam komt het pad weer omhoog en de muur wordt weer lager. Als je bent bekomen van de shock, de hoeveelheid jonge mannen die…, de zinloosheid van… omdat de leider vindt… en het geluk dat je zelf nooit… dringt de trieste machteloosheid tot je door. Ook besef je dat tegelijkertijd in Oekraïne en in Gaza ook zulke gegraveerde muren opgericht kunnen worden. Met namen vanwege waanideeën van oorloghitsers voor wie echte vrede nooit heeft bestaan en nooit zal bestaan. De bevolking is altijd de dupe.