Poes op de vlucht

Monique Louis Vandaag

Poes Mickey is door zoon Maarten van zijn troon gestoten. Dat zat er dik in.

De laatste tijd kotst poes zijn eten wel verdacht vaak uit. Soms op een plek die we nog niet hadden ontdekt – „Precies op de snoeren achter de gordijnen!” – en soms op een niet te missen plek, midden in de kamer.

Als het weer zo ver is, loop ik hoofdschuddend naar de keuken om terug te keren met Glassex en een rol papier. „Psst, psst.” Zoon, 2, komt er gezellig bij zitten. Alle geluiden van ‘ploep’ en ‘psst, psst’ tot ‘doink’ en ‘piep piep’ maken hem aan het schaterlachen. Met de ene hand houd ik hem tegen en met de andere veeg ik de kots van poes weg, terwijl ik hem toespreek: „Nee, even wachten, bah, vies.”

Voorzichtig voor poessie

Poes heeft het zwaar te verduren sinds er een mens van zijn grootte door de kamer scharrelt. De kamer, tot nu toe zijn domein, wordt overgenomen door dat mannetje dat zo hard gilt dat poes van schrik wegspringt. Soms rijdt hij hem zomaar van de sokken terwijl hij dribbelt achter zijn Formule-1-auto. „Kijk uit, poes”, zeg ik regelmatig, gevolgd door: „Och, Maarten, voorzichtig voor poessie.” „Poet, Poet”, zegt zoon opgetogen terwijl hij met zijn raceauto rakelings langs de vacht van poes scheert. Gelukkig trekt poes net op tijd zijn staart in.

Op een gegeven moment tref ik ze samen aan. Op gepaste afstand van elkaar hebben ze zowaar iets dat op een verstandhouding lijkt. Al gebarend ‘vertelt’ zoon iets tegen poes, die ruim de gelegenheid heeft om weg te lopen, maar blijft zitten. Zoon aait poes behoedzaam. Het is eigenlijk meer wapperen met zijn handje, maar hij raakt de goede plek: op zijn rug, en niet in zijn ogen. „Goed zo, Maarten.” Mijn zoon kijkt naar me op met zijn lieve smoeltje, en poes wandelt op zijn gemak weg.

Pure doodsangst

Nog geen vijf minuten later scheurt Maarten met nietsontziende snelheid om de tafel met zijn favoriete raceauto. Razendsnel rent hij de keuken in, waar poes Mickey net op tijd wegspringt van zijn schoteltje met kipfilet. Uit pure doodsangst neemt hij een vlucht door zijn luikje. Snel kijk ik naar buiten, de tuin in. Arme poes hijgt na van alle doorstane emoties.

„Au!” Ik voel een harde stoot tegen mijn enkels, draai me om en til hem op, mijn kleine autocoureur. Samen staan we voor het raam, wang tegen wang, en kijken naar poes Mickey. „Poesss.” Zoon wijst met zijn vingertje. „Goed zo!”, zeg ik verrast.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties