Door overmatig cameragebruik ontnemen we onszelf een stuk vrije wil
Beveiligingscamera’s zijn vandaag de dag niet meer weg te denken uit het straatbeeld. De allereerste camera kwam in 1949 op de commerciële markt – al waren de beelden die die camera’s maakten toen alleen nog maar live te bekijken.
Vandaag de dag zijn we op het punt dat er allerlei ingenieuze AI-software ontwikkeld is die camerabeelden kan analyseren om te zien wat er zich afspeelt. Diverse gemeentes experimenteren met deze software om te achterhalen of er bijvoorbeeld geweld plaatsvindt op straat. Zorginstellingen gebruiken het om te zien of cliënten in het verzorgingstehuis niet uit bed gevallen zijn.
Hang ze overal op
Je zou kunnen spreken van een succesverhaal: een innovatie waarmee de veiligheid niet in het geding komt, ook al kampen zowel de politie als de zorgsector met een personeelstekort. Wat dat betreft zou je zeggen: hang die camera’s overal op! Maar toch heb ik mijn bedenkingen over hoe enthousiast we hierover moeten zijn.
Dat zit hem in zorgen rondom privacy. Doordat we nu overal maar camera’s ophangen, ontnemen we onszelf een gevoel van vrijheid en autonomie. Het doet mij soms denken aan een panopticum, het architectonische principe waarop koepelgevangenissen gebouwd zijn. Hierbij kan één bewaker alle gevangenen in de gaten houden, maar de gevangenen kunnen zelf niet zien of zij bekeken worden. Dit principe toont aan dat er niet altijd beveiliging nodig is, omdat men zich al anders gedraagt doordat ze het idee hebben in de gaten gehouden te worden. Mijn vrees is dat we dit als burgers ook krijgen wanneer er op elke hoek een camera hangt. We zullen opeens drie keer nadenken over ons natuurlijke gedrag en raken daarmee een stuk van onze vrije wil kwijt.
Kritische vragen nodig
Ik weet dat er mensen zijn die deze zorgen delen, maar wanneer ik hier een gesprek over begin is er vaak iemand die roept ‘maar er is geen andere oplossing!’. Waarna men snel concludeert dat het doel de middelen heiligt. Slechts weinig mensen stellen de kritische vragen die wel nodig zijn. De politiek, de zorgverlener, de burger, het lijkt alsof het gros van hen zich erbij neerlegt dat zij 24 uur per dag gefilmd kunnen worden zonder te weten waar de beelden eindigen. Allemaal ten behoeve van het grote goed ‘de veiligheid’.
Juist omdat ik innovatie toejuich, vind ik dat we moeten kijken naar andere oplossingen. Waarom gaan we niet opzoek naar alternatieven die gebruikmaken van het meten en analyseren van bewegingen, druk, hitte of de hartslag? Waarmee bijvoorbeeld een verzorgingstehuis dus even goed kan signaleren of iemand uit bed gevallen is. Met deze methodes kijken we naar het gedrag, in plaats van naar de persoon. Daarmee hebben we de winst die we willen, zijnde verhoogde veiligheid, zonder inbreuk te doen op dat andere belangrijke onderdeel van veiligheid: privacy.
Wiedeweerga
Wat mij betreft plaatsen we de beveiligingscamera als de wiedeweerga achteraan het rijtje van oplossingen. Want wanneer we alle mogelijke oplossingen en de impact ervan op de privacy tegen elkaar afwegen, zullen we snel zien dat camera’s veel vaker niet dan wel de gouden oplossing zijn.