Het spijt me
Verdrietig kijken twee grote donkerbruine ogen mij aan. Opeens, na vele jaren voel ik het: dit is zo verkeerd. Al jaren speel ik zwarte piet. Ook voor mij, als volwassene, is dit de leukste tijd van het jaar. Ik kijk er al maanden naar uit. Ik sta bekend als ‘de hyperpiet’.
De dag na de intocht heb ik steevast spierpijn van al het gespring en gehos. En ook mijn stem laat het afweten na talloze sinterklaasliedjes. Maar dat is het absoluut waard. Heerlijk anoniem gek doen. Dat is toch geweldig? En de intocht is pas het begin van de periode. De zwarte pieten-discussie? Ach, die speelt hier niet. Pieten horen gewoon zwart. Punt uit.
Tot ik op een keer bij een winkelcentrum zwarte pieten-diploma’s aan het uitschrijven ben. Allemaal blije en zenuwachtige kinderen komen voorbij. Allemaal blij? Nee. Er kwam een klein meisje op mij af. Ik ging door de knieën en zag dat ze verdrietig keek. Ik vroeg haar wat er was. In haar grote bruine ogen verscheen een traan. „Ik word gepest”, zei ze zachtjes. Meteen was ik één en al oor. Ik ben zelf vroeger ook gepest op school. Dat gun ik niemand.
Mond vol tanden
Ik vroeg haar waarom. Ze antwoordde dat de klasgenootjes haar uitscholden voor zwarte piet. Ik keek nog eens goed. Pas nu viel haar bruine huidskleur mij op. Opeens voelde ik mij zo stom. Wat stond ik daar eigenlijk te doen? Voor het eerst stond ik als zwarte piet met mijn mond vol tanden. Sprakeloos gaf ik haar maar een extra groot handje pepernoten. Even verscheen er een glimlach op haar gezicht. Even maar, want over twee nachtjes moest ze weer terug naar school. En de sinterklaasperiode was nog lang niet voorbij.
Dat kleine meisje heeft ervoor gezorgd dat ik tegenwoordig op de dag van de intocht niet voor dag en dauw opsta om mijn gezicht zwart te schminken. En ook nu, nu de roetveegpieten ook in mijn woonplaats intrede hebben gedaan, blijf ik thuis. Uit schaamte. Ik zou graag sorry zeggen tegen dat kleine meisje, maar ook tegen alle andere mensen die ik gekwetst heb. Dat kleine meisje hield mij een spiegel voor. Het ging niet om mijn plezier maar om dat van haar en van alle andere kinderen. Het is namelijk een kinderfeest.