Aan die ene fietser
Vertel me nou eens, want ik begrijp het niet.
Je hebt een kind. Groot geluk.
En je hebt een e-bakfiets. Ook fijn.
Je zet je kind in die bakfiets en je begeeft je in het drukke verkeer.
Met die kleine dus voorop.
Je komt uit een straatje van rechts, dus je neemt je voorrang.
Zonder te kijken.
En shit, je rijdt wel heel hard, dus je vliegt zowat uit de bocht.
Waardoor je zowat een andere fietser aan flarden rijdt en bijna boven op mijn voorganger in z’n kofferbak dondert.
Met die kleine dus voorop.
Het ging maar net goed.
Maar…
Nou kun je honderd keer van rechts komen.
Je kunt honderd keer voorrang hebben.
Je kunt honderd keer in je recht staan.
Maar als je je kind zo vol overgave te grabbel gooit in het verkeer, dat kind dat volkomen weerloos voor je in die bak zit.
Dat kind, dat jij een doorgaande weg opstuurt, voordat je zelf de situatie goed hebt kunnen overzien.
Dat kind dat dus als eerste te grazen kan worden genomen door die automobilist die – om welke reden dan ook – net te laat ziet dat jij met een rotgang uit dat onoverzichtelijke straatje komt.
Omdat jij het verdomt om uit je doppen te kijken.
Omdat je te stompzinnig bent om je af te vragen, of je die kleine óf anderen niet in gevaar brengt.
Dan vraag ik me af… ben je dat kind wel waard?
Ik heb zo mijn twijfels…