Moeten Kamerleden niet ook ‘op zwemles’?
Na mijn onderhoud met Kamerleden Mohammed Mohandis en Wendy van Eijk, dat zeer verhelderend en informatief was, stel ik de vraag: Moeten Kamerleden niet ook ‘op zwemles’? Niet om te leren zwemmen, maar om te leren over de zwembadsector.
De complexiteit van de informatie die op Kamerleden afkomt, maakt het begrijpelijk dat het onderscheid tussen grote gemeentebaden met commerciële exploitanten en kleine mkb-zwemscholen niet altijd duidelijk is. Voor velen lijkt het alsof ze allemaal hetzelfde doel hebben: het bevorderen van zwemvaardigheid bij kinderen. Helaas ligt de werkelijkheid anders.
Groot verschil
De zwembranche draait in veel opzichten om geld, of het nu gaat om betalingen van ouders of subsidies van de overheid. Het grote verschil zit echter in hoe de inkomsten worden gegenereerd. Grote commerciële exploitanten werken met gemeenschapsgeld en subsidies, terwijl kleinere mkb-zwemscholen afhankelijk zijn van eigen inkomsten, wat voor een compleet andere dynamiek zorgt. Daarbij komt ook de machtsverhouding: exploitanten hebben zeggenschap over het zwembad en de gebruikers, terwijl mkb-zwemscholen afhankelijk zijn van deze exploitanten.
In Nederland zijn er vier categorieën zwemlesaanbieders:
Gemeentelijke zwembaden
Deze baden zijn eigendom van de gemeenten en worden geëxploiteerd met behulp van subsidies, aangezien de inkomsten vaak niet voldoende zijn om de kosten te dekken.
Semicommerciële exploitanten
Bedrijven zoals Optiesport en Sportfondsen beheren vaak gemeentelijke zwembaden. Zij ontvangen een exploitatievergoeding van de gemeente en bieden naast zwemlessen ook uren banenzwemmen aan en vangen specifieke doelgroepen op.
Verenigingen
Deze zwemverenigingen huren gemeentelijke zwembaden tegen een aangepast tarief. Ze worden grotendeels gerund door vrijwilligers, waardoor de kosten laag blijven.
Commerciële zwemscholen
De mkb’ers onder de zwemlesaanbieders vervullen een belangrijke maatschappelijke rol. Ze bieden zwemlessen met meer individuele aandacht, zowel voor reguliere zwemleerlingen als voor kinderen die in reguliere lessen niet goed meekomen. Dit kan kinderen betreffen met een andere thuissituatie of specifieke leerbehoeften. Door maatwerk te bieden, vaak in kleinere groepen en met veel persoonlijke begeleiding, zorgen deze zwemscholen ervoor dat elk kind, ongeacht zijn of haar achtergrond, zwemvaardig wordt. De intensievere aanpak maakt de lessen echter kostbaarder dan reguliere zwemlessen.
Deze vier spelers hebben elk hun eigen manier van lesgeven en geld verdienen, maar er is weinig aandacht voor de positie van commerciële zwemscholen. Grote exploitanten, die vaak bestuursfuncties vervullen binnen brancheorganisaties, zullen niet snel klagen over de hoge huren die ze rekenen aan concurrerende mkb-zwemscholen. Het subsidiëren van commerciële zwemscholen zou kunnen helpen een gelijkwaardig speelveld te creëren, vergelijkbaar met hoe semicommerciële exploitanten subsidie ontvangen om hun kosten te dekken.
Waarom zwemles Kamerleden
Het zou een waardevolle stap zijn als Kamerleden beter geïnformeerd worden over de complexiteit van de zwembranche en de verschillende aanbieders. Alleen met een goed begrip van de commerciële en gesubsidieerde partijen kunnen ze de juiste beleidskeuzes maken voor de toekomst van het zwemonderwijs in Nederland. De diversiteit aan diploma’s, aanbieders en prijsstructuren vraagt om een grondige evaluatie van hoe we zwemonderwijs toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief hoogwaardig kunnen houden.
Met meer inzicht in de werking van zwemscholen en de uitdagingen van commerciële aanbieders, kunnen Kamerleden beleid maken dat zorgt voor een gelijk speelveld, bijvoorbeeld door subsidies toe te kennen aan commerciële zwemscholen. Dit zou bijdragen aan betaalbare zwemlessen en ouders de mogelijkheid geven een eerlijke keuze te maken. Daarbij kan meer aandacht worden besteed aan kwetsbare kinderen die extra ondersteuning nodig hebben om zwemvaardig te worden.
Door meer betrokkenheid en inzicht in de behoeften van zowel commerciële als gesubsidieerde aanbieders, kunnen we een toekomst creëren waarin elk kind toegang heeft tot kwalitatieve en betaalbare zwemlessen. Zo waarborgen we de veiligheid en het plezier in zwemmen voor iedereen, ongeacht de gekozen aanbieder.
Open uitnodiging aan alle Kamerleden
Leden van de Tweede Kamer, ik nodig u uit om zelf te ervaren hoe belangrijk zwemles is voor de veiligheid en ontwikkeling van kinderen. Kom een dag meelopen bij een commerciële zwemschool en zie hoe we met individuele aandacht zowel reguliere leerlingen als kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, helpen om zwemvaardig te worden. Door deze ervaring kunt u zelf zien wat er nodig is om elk kind, ongeacht achtergrond, veilig te leren zwemmen en waarom de ondersteuning van onze sector van groot belang is. Uw betrokkenheid kan het verschil maken!