Handel
We zijn het al snel eens over de prijs. „Wanneer wil je de auto brengen?”
„Het liefst laat ik ‘m nu direct achter.”
„Oei, ik moet dan eerst naar de bank. Woon je in de buurt?” Ik knik. „Kun je vanmiddag om vier uur?”
Op de afgesproken tijd meld ik me weer bij de zaak. Nu zijn ze met z’n tweeën. De man met wie ik de deal heb gesloten wijst naar zijn jongere kompaan. „Mijn zoon zal het vrijwaringsbewijs uitprinten.”
Terwijl zoon tikt en print, duwt vader mij enkele beduimelde bankbiljetten in de hand. Rechtstreeks vanaf de bank!