Asielzoeker in eigen land

Han Maas 7 okt 2024

Jaren geleden kwam ik terug van een voetbaltoernooi in Duitsland. We speelden tegen diverse buitenlandse clubs en sliepen in een kazerne. Of we een prijs hadden gewonnen weet ik niet meer. Wel dat een Duitse militair mijn bed afhaalde nadat ik het had opgemaakt en mij beval het opnieuw te doen omdat het niet naar zijn zin was.

Met mijn schoolduits zei ik iets als ‘jij hoeft er toch niet in te slapen?’ We vonden elkaar niet ‘aardig’. Op dit soort momenten is het toch fijn om te weten dat Duitsland slechts tweede is geworden in de oorlog. Toen de spelersbus de grens weer overstak na afloop van het toernooi, zag ik het bord met Nederland en Welkom eronder. Ik kon gelukkig, gelukkig weer naar huis.

Je kunt aan iets terugdenken zonder het zelf te hebben meegemaakt, zolang deze plaatsvervangende herinnering maar vaak genoeg verteld wordt – verteld móét worden.

‘Een strozak als bed. Op de vensterbank van het Lager dansten de luizen.’ Als 23-jarige moest mijn vader als dwangarbeider naar Lager Weserlust in Bremen. Ondanks de slechte leefomstandigheden, bunkersoep met koolraap, een kleffe aardappel, augurk en een kluit mosterd („koolraap eet ik nooit meer”), voetbalde ook mijn vader in Bremen. Zijn moeder stuurde zijn voetbalschoenen (kicksen) op. Tweedehandsjes van de Jodenhoek (een deel van de markt). Onder de naam Hollandia speelden de Nederlandse dwangarbeiders tegen hun ‘collega’s’ uit diverse landen – „je moet toch wat, je past je aan”.

Na veel bombardementen ternauwernood te hebben overleefd, vluchtte hij ernstig ziek naar Nederland. Grotendeels te voet, op versleten damesschoenen met poetslappen, uit de fabriek waar hij werkte, als sokken. Geen bord met Welkom erop toen hij precies op zijn 25ste verjaardag de grens overstak. En aan zijn terugkeer naar huis werd niet gewerkt: alleen de heenreis werd door de NS gefaciliteerd.

Mijn vader dook onder bij een boer uit Rijssen, die zijn leven heeft gered. Ook later heeft hij geen bord geplaatst door de overheid ontdekt, met in diverse talen Hier wordt aan uw terugkeer gewerkt. Want diezelfde overheid heeft nooit iets voor dwangarbeiders gedaan en veel landgenoten beschouwden ze als collaborateurs. Dwangarbeiders hadden geen keuze, als ze weigerden werden ‘de strengste represaillemaatregelen genomen tegen uw vader en broers’ – stond in de brief, die perfect in… het Nederlands was geschreven. Maar Nederlands is kennelijk de vreemdste taal die wordt gesproken; mijn vaders brieven werden door de overheid na de oorlog niet beantwoord.
Asielzoeker in eigen land.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties