Asielcrisis of ministerscrisis? Fabers dans met de realiteit
Het politieke toneel in Nederland, ooit een voorbeeld van degelijkheid en diplomatie, lijkt tegenwoordig meer op een klucht waarin de spelers hun eigen script niet begrijpen.
Het afgelopen jaar heeft het kabinet keer op keer bewezen dat het politieke gevoel in Den Haag ver te zoeken is. Wat ooit de bakermat was van staatsmanschap, is verworden tot een toneel van amateurisme, waar bewindslieden lijken te struikelen over de eenvoudigste bestuurlijke klussen.
Neem de minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber.
Chaos
Haar poging om een asielnoodwet door te drukken, heeft meer vragen opgeroepen dan beantwoord, en het politieke toneel is weer een beetje meer beschamend geworden. Wat begon als een vastberaden poging om de asielproblematiek in Nederland te verlichten, ontaardde al snel in chaos en miscommunicatie.
Zo was er eerder deze week die onnavolgbare uitspraak van Faber dat de onderbouwing van de noodwet „al bij de fractievoorzitters op tafel lag”. Blijkbaar wist niemand in Den Haag dat dit waar zou zijn. Misschien had ze het zelf ook niet helemaal scherp, want amper een uur later trok ze haar woorden alweer in. Wat begon als een politieke knuppel in het hoenderhok, bleek uiteindelijk een misplaatste opmerking zonder enige basis in de realiteit.
Geen idee van effecten
Hoe kan het dat een minister die verantwoordelijk is voor een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van dit moment, geen idee lijkt te hebben wat voor effecten haar woorden teweegbrengen? We hebben het hier niet over een verspreking tijdens een toevallige ontmoeting met de pers, maar over een cruciale wetsvoorstel dat de kern raakt van ons asielbeleid. Faber speelt met vuur, terwijl ze niet eens de juiste lucifers in handen lijkt te hebben.
Het is duidelijk: dit kabinet mist ervaring, visie en bovenal politiek fingerspitzengefühl. Het enige wat deze noodwet tot nu toe heeft blootgelegd, is de noodzaak voor capabel leiderschap.