Jan en Truus
Voor mij uitkijkend zie ik ze al rijden, een ouder stel met vrolijk rood gekleurde fietshelmen op hun hoofd, fietsend op hun e-bikes. Ze fietsen op de smalle, bochtige weg vlak bij ons huis.
Zij rijdt netjes aan de rechterkant van de weg, hij echter niet, gelukkig duidelijk zichtbaar en midden op de weg beweegt hij zich voort op zijn e-bike. Een paar buitenproportionele oren steken aan weerskanten van zijn fietshelm uit. Het schijnt dat oren ons hele leven blijven groeien, bij hem is dat ook gebeurd, het probleem van deze oudere man zit hem in de werking ervan.
Ik kom steeds dichterbij met mijn scheurijzer, deze maakt toch echt teveel herrie om hem niet op te merken maar niets aan deze man laat dit zien. Hij fiets stoïcijns door. Wijdbeens zit hij op de fiets en zijn ellebogen wijzen eveneens naar buiten.
In z’n element
Zijn vrouw kijkt al een beetje met een afkeurende blik van onder haar fietshelm naar links, zo van ‘Jan, let nou eens even op!’ Jan of hoe hij ook mag heten fietst echter onverstoorbaar door, kijkt niet op of om naar Truus of hoe zij ook mag heten en hij is duidelijk in zijn element.
Op een gegeven moment is Truus het toch beu. Ze roept hem aan, fietst wat dichter naast hem en trekt hem aan zijn arm. Ik zie dat ze iets naar hem roept en daar een heel boos gezicht bij trekt, een beetje zoals een oververmoeide moeder in de supermarkt haar kind corrigeert.
Slakkengang
Jan kijkt geërgerd naar haar. Hij reageert verstoord, luisteren is zijn sterkste kant niet en Truus schreeuwt er nu ook nog iets achteraan wat beslist betrekking heeft op de aanwezigheid van mijn auto die nu al een tijdje in een slakkengang achter haar en haar man rijdt.
Jan kijkt om, om zichzelf eerst ervan te vergewissen dat er inderdaad een auto achter hem rijdt. Hij gaat nu rustig naar rechts, slingert een beetje en ik passeer, in mijn achteruitkijkspiegel zie ik Jan alweer rustig naar het midden van de weg gaan en in gedachten overpeins ik drie uitdagingen, dat we allemaal ouder worden, fietshelmen nodig zijn en dat we vooral veel geduld moeten hebben met elkaar.