Vrijplaatsen (deel 1)

Willem Eppink 13 aug 2024

Overdekt vrijen genoot in de jaren zeventig de voorkeur. Het ouderlijk huis stond inmiddels op de zwarte lijst, dus zochten we een passend alternatief. Dat diende zich aan in de vorm van mijn oude eend, waarvan het comfort nog het meest weg had van een te krappe, overhaast aangetrokken regenjas.

Dankzij het zondebesef trainde smachtend Nijmegen in die tijd op vier wielen, op vier benen mocht het pas na de kerkelijke inzegening. Daar waren we nog niet aan toe, dus toen de avond viel gingen we driftig op zoek naar een geschikte locatie.

De knalpot van de eend deed zijn naam eer aan, wat een heimelijke missie danig in de weg stond. Met minder lawaai had ik een luidsprekerwagen kunnen inhuren, om de buurt van naderende hoogtepunten in kennis te stellen.

Aan de poort rammelen

Na ruim een half uur vergeefs zoeken wist vriendin plots een heel geschikt plekje. Dat vertrouwde ik niet helemaal, want het kon erop duiden dat anderen me waren voorgegaan. Maar goed, het was niet iedere vrouw gegeven maagd te blijven tot ik eindelijk eens aan de poort kwam rammelen. Na wat aanwijzingen links en rechts doemde even later het parkeerterrein van een begraafplaats op, Rustoord geheten. Daar kon ik me wel iets bij voorstellen, ook buiten de hekken. Kennelijk werd daar na werktijd de onschuld ten grave gedragen, want er stonden meer auto’s geparkeerd. Nu zegt dat niet alles, maar de beslagen ramen deden behoorlijk wat actie vermoeden. Vrijen in een dichte auto maakt immers stoom los, en naarmate de hartstocht oploopt stroomt het water des te harder langs de ruiten. Voor binnenwissers zouden het gouden tijden zijn geweest.

Met gedoofde lichten reden we naar een uithoek van het terrein, parkeerden onder een boom, en wendden de steven naar elkaar toe. En toen begon het. Wat begon? Het zoeken naar de juiste houding natuurlijk. En wel dusdanig dat de kans op blessures minimaal was. Dat viel even tegen. De ijzeren stangen van de stoelen drukten de wederzijdse levers nagenoeg uit de sponning, terwijl de als een mobiele grenspaal uit het dashboard stekende pook de overige ingewanden doorboorde. Als gevolg daarvan dienden door beide partijen houdingen te worden ingenomen die nog het meest deden denken aan een omgewaaide schutting.

Ledematen herschikken

Toen ik dankzij de motoriek van een vorkheftruck ook nog eens onder het stuur klem kwam te zitten, kaartte vriendin voorzichtig een alternatief aan: de achterbank. Dat leek me wel wat, zo’n achterbank. We herschikten alle ledematen en klommen over de rugleuningen. Dat kon natuurlijk een stuk simpeler via de deur, maar dat zou de illusie te wreed verstoren. Als je in bed gaat verliggen doe je dat immers ook niet via een ommetje door de keuken, terwijl het kookpunt al was bereikt. Daarnaast was het wel de bedoeling dat de ramen beslagen bleven, want de commerciële tv was nog niet uitgevonden.

Eenmaal op de achterbank van een 2CV (Copuleren Verboden) merk je al snel dat zich hier het primitiefste bed bevindt dat je bedenken kunt, ondanks de volautomatische binnenvering. Uiteindelijk moet hier de basis zijn gelegd voor tal van priesterroepingen. Dat deze in de loop der tijd weer sterk zijn afgenomen, heeft alles te maken met het formaat en comfort van de hedendaagse auto, q.e.d.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties