Kat in de zak
Het tuincentrum in mijn stad lijkt qua indeling op een Ikea. De directie wil echt dat je werkelijk geen aanbieding mist. En ook geen enkel niet-afgeprijsd product trouwens. Meestal krijg ik in deze zaak al direct na het ingangspoortje spijt dat ik naar binnen ben gegaan, maar ja, eenmaal binnen, leidt er maar één weg naar de uitgang!
Mijn blik viel op een heel rek met mini-tomaten-plantjes. Was ik niet naar op zoek, maar ze stonden in zo’n leuk bruin jute zakje. Ik zag al helemaal voor me hoe de planten in onze tuin zouden staan, gezellig naast de tijm en bieslook. Ik ben stapelgek op tomaatjes en kon ze al bijna proeven, terwijl ik een potje in mijn wagentje zette.
Thuisgekomen haalde ik het karton van de bovenkant en zag toen… NIETS! In ieder geval niets wat op een plant, tomaat of zelfs mini-tomaat leek. Huh? Ik las op het kartonnetje dat er zand en ZAADJES voor mini-tomaatjes in het potje zaten en hoe je moest zorgen dat dit tomatenplantjes werden. Ik voelde me onmiddellijk zwaar genaaid.
Volhouden
Maar goed, deze klus zou ik wel even klaren. Het zakje bevatte maar liefst vijf zaadjes (!). Ik groef kleine kuiltjes in het zand met mijn wijsvinger, strooide er de zaadjes in. Helaas wilden ze het liefste gezellig bij elkaar liggen. Het duurde dan ook wel even voordat ze alle vijf in hun eigen gaatje lagen, maar het lukte. Ik bedekte ze met zand en sproeide er water op. Dit moest ik zo twee weken volhouden, maar dan was de belangrijkste fase achter de rug.
En ja hoor, na een dag of vier staken er vijf kopjes boven het zand. Een dag later had er één de geest gegeven, maar ach, in de natuur blijven altijd alleen de sterksten over. Na ongeveer twee weken mochten de plantjes de volle buitengrond in, zo vertelde de bijsluiter. Om een voor mij onverklaarbare reden (want echt perfecte verzorging gegeven, zelfs iedere dag tegen ze gepraat!) waren er toen nog maar twee over. Heel voorzichtig haalde ik ze uit het groeizakje en plantte ik ze in de tuin. Voor de zekerheid prevelde ik er wat schietgebedjes bij.
Voordeelbak
Wat denk je dat ik de volgende morgen aantrof? Inderdaad. Niets. Zwarte grond.
Iemand moet ze gestolen hebben, ze zijn bezweken als gevolg van de klimaatverandering, of de kat van de buren heeft ze aangezien voor kattenvoer.
Ik was er inmiddels helemaal klaar mee. Ik ben naar de supermarkt gereden en heb daar een voordeelbak snoeptomaatjes gehaald. Gelukkig ben ik wel goed in boodschappen doen.