Beestig al te menselijk?
Jawel, vlak voor het overlijden van mijn hoogintelligente vader, had ik een diepzinnig gesprek over het leven en in het bijzonder over de evolutieleer. Mijn vader voorspelde dat binnen enkele jaren de dieren zich meer en meer als mensen zouden gedragen.
Ik studeerde op dat moment een cursus biologie en deed zijn stelling als nonsens af. Vader had immers geen enkele natuurkundige opleiding genoten, een drietal jaar Latijn-Grieks en dan wat zelfstudie boekhouden om de twee zwaar vervuilende fabrieken van opa te helpen overleven in de moderne tijden. Ach, enkele jaren later was opa failliet verklaard.
En zo is mijn vader in de immobiliënsector terechtgekomen, dus van een grondige studie bio-chemie of fysica had mijn vader geen kaas gegeten. Toch beweerde mijn technocratische broer Tom dat vader veel voeling had met bepaalde natuurwetenschappelijke domeinen, maar Tom glimlachte ook even toen vader beweerde dat de dieren menselijker zouden worden. Mijn eigenwijze 25-jarige broer zei: „Ach vader, dat is onmogelijk.” Enkele maanden later overleed mijn vader, hij had die winternacht te veel gedronken en zich op glad ijs begeven in een rosse Brusselse buurt en was zo op zijn achterhoofd gevallen. Hij stierf een dag later in de stadskliniek aan een hersenbloeding, op zijn 70ste.
Andere planeet
We zijn nu een kwart eeuw verder en sinds vaders overlijden, is onze aarde een totaal andere planeet geworden. De jongeren rijden op elektrische steps door de straten, men ziet iedereen met een gsm aan zijn oor en in de hand, en drones vliegen als UFO’s in het rond.
En ja, op Facebook zie ik talloze filmpjes over bijzondere prestaties van mensen. Men verwacht dat de kijker die dan ‘liket met een duim’. Wat mij opvalt de laatste maanden,is dat er veel video’s de revue passeren van honden die drenkelingen uit de nood helpen met allerlei technieken, orang oetans die vrouwen verleidelijk omarmen voor de foto, katten die de vaat doen, Maltezers die de baby des huizes in bed leggen en toedekken. En ik denk dan aan de woorden van mijn vader: „Beesten zullen binnenkort menselijker worden.”
Onlangs zag ik een papegaai een opera zingen terwijl een Duitse herder piano speelde. Kan het menselijker? En ja, sommige filmpjes zijn wellicht getrukeerd. Zoals poedels die tijdens een modeshow op hun achterpoten de catwalk heen en weer lopen als ware mannequins, maar de meeste beelden lijken me wel echt. De foxterriërs bijvoorbeeld, die surfen op de woeste zeegolven, dat kan men niet veinzen. En chimpansees die altruïstisch hun kom voedsel delen met andere dieren. En wat te denken van leeuwen die hun mensenbaasjes omhelzen alsof ze ermee getrouwd zijn? De wereld en zijn evolutie, ja, dat is pure magie voor de mensheid en zijn dieren.
Tijdens een potje schaken onlangs kwamen ik en mijn broer dus tot dezelfde conclusie van vader destijds. Ik deed een goede zet en sprak: „En toch wil ik er iets aan toevoegen Tom.”
Beestiger
„Zeg maar”, zei mijn broer geconcentreerd terwijl hij mijn paard veroverde.
„De mensen worden beestiger Tom.” Ik schaakte zijn dame.
„Hoezo, Claude?”, pareerde hij mij, „mensen zijn toch al eeuwen de meest beestachtige dieren op deze aardkloot?” Hij schoof een pion vooruit.
„Ja maar het is er niet op verbeterd Tom, kijk maar naar het tv-journaal en de bommen die je daar ziet vallen”, fluisterde ik en met de volgende zet maakte ik hem koelbloedig af: „Schaakmat, broertje”
„Ik wil een revanche, Clo.”
Ik hoorde mijn favoriete filosoof Nietzsche vanuit mijn bibliotheekboek mompelen: „Menselijk, al te menselijk.” Ik riep luidop: „Nee mijnheer de Ubermensch, beestig al te beestig.”
Mijn broer grinnikte met een compromis: „Menselijk al te beestig, Claude.”
Of in vaders woorden:„Beestig al te menselijk.”