Zo trots als een pauw
Ik wil het eens hebben over het woordje of (zo u wilt) het begrip ‘trots’. Daar is namelijk iets vreemds mee aan de hand. Het lijkt of er een soort taboe op rust, of je alleen op bepaalde dingen trots mag zijn of dat het slechts iets is wat voor sommige mensen is weggelegd.
Laatst viel het me namelijk op tijdens een discussie over dit onderwerp, dat men het nog kon begrijpen (of zelfs waarderen) dat ik trots ben op wat ik als auteur heb bereikt. Maar benoemen dat je trots ben op je land, op je afkomst, op de intrigerende geschiedenis van dit kleine stukje aarde, dat was echt uit den boze.
Wat is dat toch voor iets vreemds? Zit dat in onze nuchtere Hollandse genen ingebakken? Heeft het te maken met onze calvinistische inslag? Het lijkt soms wel of bescheidenheid als een deugd wordt gezien en trots als iets verwerpelijks. Als we een prestatie leveren, is het eerste wat we meestal doen het bagatelliseren en de tekortkomingen benoemen. Het kan namelijk altijd beter. Waarom toch? Ergens trots op zijn is geen zonde! Trots is niet hetzelfde als hoogmoed. Trots is een vorm van zelfwaardering en heeft daarmee een belangrijke psychologische functie. Trots kan een stimulans zijn om door te zetten, ook als het veel energie kost. Trots kan ook als bindmiddel dienen om ons als samenleving hechter te maken.
Liever schamen
Inwoners van de VS zijn trots op hun land en vlag. Ze zijn zelfs bereid er hun leven voor te geven. Turken zijn trots op hun nationaal elftal. Of ze nu in Turkije of in Nederland wonen, als het nationaal elftal van Turkije wint, gaan ze massaal de straat op om feest te vieren. Chinezen zijn heel trots op hun cultuur. Japanners zijn trots op hun keuken. Fransen zijn trots op hun taal, cultuur en erfgoed. Grieken zijn trots op hun glorieuze geschiedenis. En wij Nederlanders, waar zijn wij trots op? Op de strijd tegen het water? Onze handelsgeest? Op ons Koningshuis? Of schamen we ons daar liever voor?
Laat ik dan het voortouw nemen en het kan me totaal niets schelen wat anderen ervan vinden. Ik ben trots op hoe ik heb leren omgaan met mijn psychische kwetsbaarheid. Ik ben trots op het belangrijke werk dat ik doe als ervaringsdeskundige. Ik ben trots op wat ik heb bereikt – ondanks mijn psychische kwetsbaarheid en niet dankzij mijn psychische kwetsbaarheid – in de bijna tien jaar dat ik nu auteur ben. En ja, ik ben trots op mijn land. Ik ben trots op dat koppige volkje aan de Noordzee dat altijd alle rampen te boven weet te komen. Ik ben trots op onze geschiedenis, trots op onze helden, trots op alle mensen die dit land hebben gevormd. Maar voornamelijk ben ik trots op mijzelf!