Hoppa
Ik zat met meisje-mijn in een Grieks restaurant. Het was nog rustig, mannetje of ‘ruim twintig’. Twaalf mannen waren neergestreken aan de lange tafel middenin de zaak.
Dat was de andere gasten niet ontgaan. Ze kwamen zo te horen uit dè grachtenstad en ze hadden de hele middag al ‘onze terrassen’ bezet. Ook hier laten personeelstekorten zich gelden en kun je vrij snel de ‘talenten’ onderscheiden. Worden die jongens en meiden wel ingewerkt? „Nooit met lege handen lopen”, „Als je eten brengt, vraag of iemand wat te drinken wil.” Een jong meisje, type aangeschoten wild, mèt de schietschijf nog op de rug en in de koplampen van de aanstormende truck: „Zijn deze jus en IPA niet voor u?” Ze keek er ongelovig bij. „Nee, je hebt ons drie minuten geleden al drankjes gebracht, weet je nog, maar daar, één tafel verderop kijken ze best dorstig…”
Gepaste trots?
Nadat iemand trots de twee juiste hoofdgerechten bij ons had afgeleverd, bleven wij achter zonder bestek. Gelukkig werden de nepbloemen op onze tafel overeind gehouden met satéprikkers… Het hoofdbedrijf in dit theaterstuk moest nog komen en wij zaten op de eerste rij. Eén van het elftal van de ‘floor crew‘, allen ‘vandaag voor het eerst’, struikelde met twee volle borden (pootje gelicht door één van die twaalf?) en kwam met de witte blouse in en op het gerecht met tomatensaus terecht. Denk ‘bijlscène’, uit een jaren tachtig horrorfilm.
Iedereen kent het geluid van neerstortend aardewerk, glas en onervarenheid. Vanaf de lange tafel steeg een meerstemmig ‘Hoppaaaa!’ op. „Je kan wel zien dat we bij de Griek zitten, hahaha” – de grappenmaakster lachte er zelf nog het hardst om. Niemand van de collega’s schoot het slachtoffer te hulp, alle gasten keken ongegeneerd naar het bloedbad – sommigen stonden op. Totdat vanachter de bar kordaat die emmer-met-sop kwam. De wedstrijd werd verder met tien tegen twaalf gespeeld.
De Trump-theorie
Ik werkte met mijn tafeldame een theorietje uit. Is dit het soort mensen dat in Amerika op Trump stemt? En zijn er daar dan honderdvijfentwintig miljoen van?’
Zou Obama nog één keer te overhalen zijn? „Yes, we can.” Maken we Biden wijs dat er een liedje over hem geschreven is.