Geld

Annemiek Wassenburg 24 jul 2024

Wat heb je eigenlijk als je geld hebt? Antwoord: papiertjes met opdruk, een stel nikkelen rondjes. Echt iets waard zijn ze niet. Hun belofte is iets waard, en ons vertrouwen daarin. Ons wordt beloofd dat die dingetjes te allen tijde zijn om te ruilen voor echte spullen. Geen winkel zal zeggen: ‘Dat papiertje? Je denkt toch niet dat je daar een tafel voor krijgt?’

Het is dus allemaal begonnen met afspraken. Als ik jouw erf omspit, dan geef jij mij een koe. Ai, probleempje. Kost dat echt een hele koe? En hoeveel appels is een klont boter waard? Zo wordt afspreken wel ingewikkeld.

Geld standaardiseert

Het werd makkelijker toen de afspraken op rondjes van metaal zijn gezet. Daarmee werden alle producten opgedeeld in waarde-eenheden. Daalders en obolen, talenten en florijnen. Zo kon alles tegen alles worden geruild. Toen werd ook de eerste vergissing gemaakt, namelijk dat geld zelf waarde moest hebben. Dat hoeft dus niet. Er moet wel evenwicht zijn tussen geld en producten. Anders gaat het mis met de afspraken.

De rondjes werden van goud en zilver en het gehalte ervan bepaalde de waarde van de munt. Maar mensen haalden de randjes van die munten en maakten daar nieuwe munten van. Zo ontstond de eerste inflatie. De beperkte voorraad edelmetalen hielp dus niet tegen de geldontwaarding. En omdat de munten te onhandig bleken, vooral voor iemand die er te veel van had, werd helaas het papiergeld uitgevonden. Er is grenzeloos veel papier. Het neemt bijna geen ruimte in en weegt niks. Nu was er geen fysieke grens meer aan rijkdom. De kruiwagen hoefde niet meer mee en schatkamers waren niet meer nodig. Een kluis was genoeg.

Economisch evenwicht

Er mag dus niet meer geld zijn dan het totaal van goederen en arbeid. Inflatie. Of meer goederen dan geld. Deflatie. Dat was slecht voor ‘de economie’, die inmiddels ook was uitgevonden en die gewoon een duur woord was voor de afspraken over geldwaarde. Banken en overheden moesten het nakomen van die afspraken sturen. Die sturing werd steeds moeilijker want er kwam steeds meer papier bij. De band tussen geld en product werd steeds losser, Geld werd autonoom. Uiteindelijk werd het zelfs virtueel. Bitcoins. Geldstromen verlopen tegenwoordig via computers. De afspraken werden ontweken door fraude en manipulatie, leugens en rotzooileningen. Er zijn maar een paar wel betrouwbare munten en die zijn dus de standaard waaraan de waarde van de andere wordt afgelezen. USD, EUR. Maar de roebel lekker niet.

Papier rolt niet. Het groeit op één plek ongelimiteerd aan tot miljarden. De eigenaar heeft intussen alles al: zestien auto’s, vier buitenhuizen en een vliegtuig. En mensen die nog wel willen kopen, die komen papier tekort. Want hard werken blijkt maar heel weinig papier op te leveren. Dus gooien de rijken het teveel aan poen weg op de beurs. Maar de waarde van aandelen wordt minder door teveel geld. De beurs crasht, bedrijven gaan failliet, vermogens verdampen. De balans tussen geld en product is weg.

En nou zitten we dus met de gebakken peren. Pas hoorde ik wat economen op tv die weer terug wilden naar de ruilhandel. Dan is er automatisch economisch evenwicht. Net als vroeger. Als jij mijn erf omspit, dan geef ik jou een koe.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties