Badgat
Ik ben hier in geen veertig jaar geweest. Ooit woonde aan dit doodlopende straatje een jeugdvriend, tegenover het zwembad dat was bedoeld voor militairen die waren gelegerd op de aangrenzende vliegbasis.
Toen er voldoende vrede was, mocht de lokale bevolking er ook gebruik van maken.
Waar vroeger een hermetisch afgesloten hek stond, is nu een doorgang voor voetgangers. Een man maait het gras.
„Hier was het zwembad toch?”
„Klopt. Achter dat hek”, wijst hij. „De stenen bak is afgebroken, alleen de bomkrater is er nog.”
„Bomkrater? Dat was toch het natuurbad?”
„Zwembaden maken lag toen in hun natuur, ja.”