Opa Knelis en de kunst van het rabarber
Mijn grootvader Cornelis, of liever Knelis zoals hij genoemd wilde worden, was een man die de kunst verstond van het dubbelzinnig zijn met een scheutje humor. Zijn tuin, een slagveld van rabarber en andere groenten, was zijn domein, en hij regeerde er met ijzeren schop en een gulle lach.
Maar het was niet zozeer zijn agrarische vaardigheid die de buurt deed giechelen, het was zijn bord. Een groot, zelfgemaakt ding dat elk voorjaar plechtig naast een kar vol lange rabarberstengels werd geplaatst. De boodschap daarop was even simpel als mysterieus: ‘Grote stelen en kleine stelen, maar grote stelen het meest.’
Voor de argeloze voorbijganger leek dit misschien een poëtische lofzang op de omvang van zijn gewas. De insiders wisten echter beter. Knelis had een punt te maken over de maatschappij, over hoe de grote jongens altijd wegkomen met meer dan de kleintjes. Dit bord was niet alleen een reclame voor zijn rabarber; het was een spiegel voor elke voorbijganger. Een spiegel die met een glimlach zei: „Kijk, zo is de wereld nu eenmaal.”
Kwinkslag
De klanten – van de plaatselijke huisvrouw tot de wat verdwaalde toerist – konden altijd rekenen op een kwinkslag van Knelis wanneer ze hun rabarber kwamen kiezen. „Neem de grote stelen, dan doe je net zoals de grote bazen”, zou hij met een knipoog zeggen. Of hij wees naar het kleinste stengeltje en fluisterde: „Deze is voor de underdog. Vecht terug tegen de grootsten!”
Zijn humor, cynisch en toch vol warmte, maakte Knelis tot een geliefd figuur. De rabarber was misschien zuur, maar de gesprekken waren altijd zoet. Het bord werd een plaatselijk baken, een jaarlijkse herinnering dat zelfs in de eenvoud van het tuinieren, er ruimte is voor een statement. Het was Knelis’ manier om te laten zien dat zelfs de meest alledaagse activiteiten ruimte bieden voor een beetje rebellie.
Zo leeft de legende van opa Knelis voort, in elke stengel rabarber die meer biedt dan alleen maar een ingrediënt voor een taart. In zijn tuin, tussen de regels van zijn handgeschilderde bord, groeide iets groots. Iets dat groter was dan de stelen zelf: een boodschap van gelijkheid, rechtvaardigheid en, natuurlijk, een goede dosis plattelandsfilosofie.