Kabinetsformatie: politiek theater en cynisch gelach
De recente formatie van een extraparlementair programkabinet in Nederland is een staaltje politiek theater dat het vertrouwen in de politiek verder ondermijnt.
Terwijl de term ‘extraparlementair’ een zekere frisse, onafhankelijke wind suggereert, blijkt de realiteit wederom een schimmenspel van bekende spelers en oude politiek.
Neem bijvoorbeeld de recente ellende rondom Ronald Plasterk als beoogd nieuw premier. De spanningen tussen Plasterk en Omtzigt kwamen tot een hoogtepunt toen Omtzigt de stekker uit de onderhandelingen trok.
Strategische zet
De manier waarop Plasterk met deze situatie omging, maakte het er niet beter op. Hij nodigde de partijleiders uit om de lucht te klaren, maar Omtzigt weigerde te verschijnen. De publieke verontschuldigingen van Plasterk, die Omtzigt had geëist, leken meer op een strategische zet dan op een oprechte poging tot verzoening.
Deze onorthodoxe manier van communiceren voedt de perceptie dat politici vooral bezig zijn met eigen gewin en strategische spelletjes, in plaats van transparant en in het landsbelang te handelen.
Ook de keuze om een programkabinet te vormen roept vragen op. Het idee is dat een dergelijke constructie een efficiënte en pragmatische oplossing biedt voor de huidige politieke impasse.
Echter, het komt feitelijk neer op een rechts meerderheidskabinet met een gedoogconstructie, wat weinig nieuws brengt ten opzichte van traditionele kabinetten.
Gedogen ondanks verschillen
Bovendien versterkt het de polarisatie, omdat partijen als PVV, BBB, VVD en NSC elkaar moeten gedogen ondanks grote inhoudelijke verschillen, bijvoorbeeld over het financieel beleid en de immigratiestandpunten van de PVV.
Dit alles leidt ertoe dat het vertrouwen in het nieuwe kabinet bij voorbaat al onder druk staat. Kiezers zien wederom hoe politieke elites lijken te verzanden in machtsstrijd en strategische manoeuvres, in plaats van te werken aan duurzame oplossingen voor de complexe problemen waarmee Nederland kampt.
Het resultaat is een verder afbrokkelend vertrouwen in de politiek en een groeiend cynisme onder de bevolking.